Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Forever and Always » 1.
Forever and Always
1.
‘Pa, rij toch een beetje door!’ zeur ik. Niks gekort, het verkeer in Magdeburg zit volkomen vast. Nors begin ik het handschoenenkastje open en dicht te klikken.
‘Irene, stop daarmee.’ gromt pa, hij wordt nerveus van mijn gewiebel. Eigen schuld, ik heb vandaag al meer dan vier uur in de auto gezeten en we moeten nog helemaal terug naar Gent. Mijn moeder is… was Duitse en mijn vader is Belgisch. Maar ik ben geboren in Duitsland en tot mijn achtste heb ik daar ook gewoond. Ik ben tweetalig opgevoed en hoewel ik een Belgische achternaam heb, ben ik van Duitse nationaliteit. Dat schept nogal eens verwarring.
Toen ik acht was, is mijn moeder overleden. Een hartstilstand, zomaar, midden op straat terwijl ze boodschappen deed. Ik heb het verwerkt maar ik mis haar, natuurlijk mis ik haar. Volgende maand word ik veertien, mijn zesde verjaardag zonder moeder. Ik denk elke dag aan haar, maar ik weet nooit of ik tegenwoordige of verleden tijd moet gebruiken voor mijn gedachten. Geen van beide past bij haar.
Na de dood van mijn moeder zijn mijn vader en ik weer naar België verhuisd, maar dat wil niet zeggen dat ik geen contact meer heb met de Duitse helft van mijn familie. Net als vandaag rijden pa en ik regelmatig voor een dag heen en weer naar het geboortedorp van mijn moeder, een onooglijk klein gehucht een halfuur voorbij Magdeburg. Ik ben blij dat ik mijn oma en opa, ofwel Mutti en Vati zoals ik hen noem, nog eens gezien heb. Het was toch alweer een maand geleden.
Ik ben het gewoon om lang in de auto te moeten zitten, maar vandaag kan ik mijn benen niet stilhouden. De energie kriebelt overal in mij, alsof er een volledig mierennest in mijn broekspijpen zit. En het verkeer gaat maar niet vooruit…
‘Pa, please. Ik moet hier echt even uit. Zet de auto aan de kant, binnen een kwartiertje is die file misschien opgelost.’ Pa zucht diep en zoekt gelaten een parkeerplaats, hij weet dat discussiëren met mij onbegonnen werk is.
Zodra de auto stilstaat, gooi ik het portier open en ren de straat over. Een auto claxonneert lang en hard maar ik kijk niet op.
‘Irene!’ Ik herken pa zijn stem en vertraag met tegenzin mijn pas tot ik stilsta. Ik snap niet waarom hij zo bezorgd is, ik ken Magdeburg immers als mijn broekzak. Met een ruk trek ik de rits van mijn donkerrode jasje tot boven dicht, het is nog flink fris om half maart te zijn. Ik draag een camouflagebroek onder het rode jasje, een rare combinatie maar het zijn mijn lievelingskleren. Pa heeft me inmiddels ingehaald en ik leg mijn kleine vingers in zijn grote hand. Ik loog toen ik zei dat ik niet weet waarom hij zo bezorgd is. Ik ben jong, maar ik ben niet achterlijk. Hij hoeft me niets wijs te maken. Ik ben het enige wat er overblijft van zijn gezin en hij is bang dat ik net zo plots zal verdwijnen als mama.
Ik lijk op haar. Daarom kijkt pa me soms zo triest aan, geloof ik. Hij denkt dat ik het niet zie, maar dan worden zijn ogen soms waterig. Ik heb haar kastanjebruine haren, waar hij vroeger met zoveel zorg de klitten uitborstelde toen ik nog klein was. Nu doe ik het zelf, maar soms mis ik zijn voorzichtige handen. Dan laat ik hem de elastiek om mijn paardenstaart binden, ook al draag ik mijn haar liever los en bindt hij de staart altijd zo scheef op mijn hoofd dat ik hem meteen opnieuw moet maken als hij niet kijkt. Ik heb haar gezicht, haar neus, haar mond. Zelfs het kuiltje in mijn kin en de trekken van mijn mondhoeken heb ik van haar. Alles, behalve haar ogen. Dat stralende donkerbruin kon alleen maar zij hebben. Ik geef er niet zoveel om, ik ben best tevreden met het groen van papa.
Ik vertraag als ik muziek hoor. Pa is geobsedeerd door muziek en die ziekte zit ook in mijn genen. Als het maar lekker klinkt en een beetje rockt, dan zijn we al tevreden. Tenminste, dan luisteren we. Verder zijn we zeer kieskeurig over wat we écht goed vinden.
Pa heeft me leren luisteren naar de polsslag van de muziek, hij heeft me leren aanvoelen hoe een echt goede groep moet klinken. Dat gaat niet over een geheime formule of over de juiste akkoorden van een hitsingle. Het gaat over het hart en de ziel van de muzikanten zelf. Pas als je die kan voelen, als je die sluipende trilling kunt voelen die net onder je navel begint en zich dan om je hart slingert om ten slotte naar buiten te komen in een eindeloze oceaan van kippenvel, pas dan kun je zeggen dat de groep goed is.
De muziek die ik hoor is niet bijster geweldig, maar er zit iets onder. Ik trek pa mee en duw de deur van het café open.
Reacties:
ooooooooeh. love it<3
& het is echt zo vanuit de gedachtn van een veertierjarige geschreven xo
echt nice
Oja!! Deze heb je een keer naar me gestuurd! Best lang geleden al! Ga je snel verder?? Ik weet wel wat er komt maar dat maakt niet uit.
Veel plezier in ?spanje? Ik merk het wel als je een nieuw deel hebt.
Doei!! Xx
Whaa^^ oke ik zit hier naast Nadezh^^ en ik zeg er hetzelfde van als zij=P
Whii, nieuw verhaal!
Ik wou eigenlijk hetzelfde zeggen als Rianne, dat je de geschiedenis zo goed verwerkt in een stuk dat zich nu afspeelt x'D En ik vind Irene nu al een leuk personage, dus ik ben benieuwd naar meer! En natuurlijk naar de muziek die ze hoort, maar ik denk dat ik wel kan raden wie dat zouden kunnen zijn
<3 Nadezh