Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijd » Solovlucht deel 1: De zon van Granada
Schrijfwedstrijd
Solovlucht deel 1: De zon van Granada
Spanje is een warm land. Zeker in de zomer, en zeker in het zuiden. Dus als ik op 21 juni mijn hoofd uit het koele vliegtuig en in de buitenlucht van Granada steek, nestelt de warmte zich als een levende deken op mijn schouders.
Ik knijp mijn ogen dicht tegen het zinderende zonlicht en zie het einde van de landingsbaan trillen in de warmte. Geen zin om mijn zonnebril te zoeken. De luchthaven is een klein, laag betonnen gebouw waar nu drie vliegtuigladingen toeristen tegelijk naar binnen worden gegooid. In een lange slang van sandalen en veel te kleurige hemden slingeren ze zich naar het beloofde land van schaduw, toiletten, bagage en drankautomaten.
De airco maakt het binnen een beetje draaglijker, maar de geur van op elkaar gepakte zweetlijven, het gejengel van kleine kinderen en het gekwek van de volledig in merkkledij gehulde Italiaanse pubermeisjes doen mij even serieus overwegen om toch de brandende zon te trotseren. Maar de verleiding van schaduw en een stoel zijn te sterk, en met The Doors een graadje luider in mijn koptelefoon slenter ik naar binnen.
De baggage claim heeft twee lopende banden, genaamd twee en drie. Tellen op z’n Spaans, wie ben ik om daar kritiek op te geven? Maar toch snap ik het niet.
Bagage van drie vluchten over twee banden verdelen is volgens Spanjaarden niet moeilijk, de koffers worden willekeurig op het roltapijt gedeponeerd en die mannen lachen zich inwendig waarschijnlijk een breuk om al die arrogante buitenlanders die in paniek heen en weer spurten, op zoek naar hun zesde en laatste tas met Burberry-print.
Tegen de tijd dat mijn lichtjes gehavende koffer van de band rolt, is de hal voor de helft leeg. Met pijn in mijn rug, mijn voeten en mijn buik, dat laatste vooral van de zenuwen, baan ik me een weg naar de dubbele deuren onder het bordje SALIDA. De eerste fase van mijn allereerste soloreis is vlekkeloos verlopen, hier met die medaille.
Ik word opgewacht door een taxichauffeur met ongeschoren wangen en een lichtjes manische grijns. Hij zwaait enthousiast met een blad met mijn naam erop en kijkt plots dubbel zo blij als er iemand op reageert. Hij stelt zich voor als José, de rest van de zin versta ik niet. Maar hij knikt vriendelijk en neemt mijn koffer over, dus ik neem aan dat het wel in orde is.
Mijn koffer en laptoptas verdwijnen in de achterbak van de taxi, zelf schuif ik op het gloeiende vinyl van de passagiersstoel. José klapt zijn deur dicht, rolt de raampjes omlaag en trekt op als een formule 1-coureur die een vlag gezien heeft. Ik grijp me toch een beetje in paniek vast aan de deur, maar kalmeer mezelf door de omgeving in me op te nemen. Wolkenloze lucht, gele aarde, droge struiken en bomen, een geur van kruiden en uitlaatgas en af en toe een maniak in een dure BMW die aan een nog idiotere snelheid voorbij vliegt. We zijn in Spanje.
José is suïcidaal, en lijkt vastbesloten mij in zijn val mee te sleuren. Hij negeert elke voorrang van rechts, knalt zonder vertragen door vier stoplichten, zigzagt tussen de witte lijnen en stuurt met zijn knieën. Dat laatste uit noodzaak, want hij heeft zijn handen nodig om zijn sigaret vast te houden en alle passerende chauffeurs de vinger te geven.
Tijdens het rijden ratelt José over zijn radio in onverstaanbaar Spaans tegen zijn collega Manuel. De voorspelbaarheid van Spaanse voornamen is geen grap.
De open autoruitjes bieden geen enkele verkoeling, ze zorgen er alleen voor dat de oververhitte lucht sneller door de wagen circuleert. Ten einde raad steek ik mijn kop door het raam en word bijna onthoofd door een geparkeerde bestelwagen met een glimlachende sinaasappel op de zijkant geschilderd. Ik trek me wijselijk terug en besluit de temperaturen te aanvaarden.
Granada is moeilijk te beschrijven. Neem de beste stukken van Gent, Brussel, Antwerpen, Amsterdam of wat voor steden je al geweest bent, bestrooi met Spaanse vlaggen, eeuwige blauwe hemel en de warme oranje gevels die alleen op het Iberisch schiereiland acceptabel zijn, goed schudden en schuif het in een voorverwarmde oven. Zoiets.
José brengt me naar een straat die net niet smal genoeg is om beide kanten met gespreide armen aan te raken. Binnen word ik opgewacht door een meisje van een jaar of vijfentwintig, zwart haar en een naam die ik meteen vergeet. Ik krijg een brede glimlach, een rondleiding en een kamersleutel. De deur piept, het slot gaat alleen open als je het vriendelijk vraagt en de douche is zo smal dat ik er zijdelings in moet schuifelen, maar het douchegordijn met de pinguïns, de koele vloertegels en de aanwezigheid van meerdere stopcontacten die godzijdank geen speciale adapter nodig hebben, maken veel goed.
Na een paar uur de ergste hitte te hebben ontlopen in mijn kamer, is het tijd om inkopen te doen. Halfpension betekent dat ik één maaltijd per dag zelf moet verzorgen en avondeten is naar goeie Spaanse gewoonte pas om half negen, dus als ik tegen die tijd niet wil doodvallen van de dorst moet ik nu bewegen.
Gewapend met een overdreven ingewikkeld en gedetailleerd stratenplan vertrek ik op missie. Het bewuste plein heb ik al snel gevonden, maar de supermarkt die het meisje van de balie met balpen omcirkelde is in geen velden of wegen te bespeuren.
Na drie keer om de kerk heen te hebben gelopen en de lokale bevolking mij lichtjes achterdochtig begint te bekijken, klamp ik een voorbijganger aan. Het blijkt een student uit Polen te zijn die hier ook nog maar drie weken is en nog slechter blijkt te zijn in kaartlezen dan ik. Uiteindelijk dwaalt het gesprek een beetje af en staan we een kwartier lang midden op straat studieverhalen uit te wisselen, tot een fietser ons driftig aan de kant rinkelt.
Ik bedank mijn Poolse compagnon voor zijn goeie bedoelingen en ga verder met doelloos door de straten dwalen.
Supermarkt gevonden, twintig meter bij mijn Pool vandaan. Ik was er ook bijna voorbij gelopen, ware het niet dat er net een paar meisjes met gevulde boodschappentassen naar buiten kwamen en de vlaag airco mijn aandacht trok.
Een kleine superette, hooguit drie klanten tegelijk. Ik pik een rood rolmandje uit een rek en laad het vol met water en vruchtensap, meer heb ik voorlopig niet nodig.
Bij de kassa bots ik op de leukste verrassing van de dag: de kassajongen. Hij lijkt als twee druppels water op Diego Luna en nee, ik overdrijf niet. Ik krijg naast mijn wisselgeld ook nog een knipoog en besluit spontaan dat ik alle dagen boodschappen kom doen, al moet ik drie liter water per dag drinken om een excuus te hebben. Wat trouwens best wel eens zou lukken, want de buitentemperatuur koelt maar niet af.
Weer thuis. Enfin, wat ik drie weken lang thuis zal moeten noemen. By the way, de voordeur haat mij, ik kon niet binnen. Na tien minuten vloeken en rammelen aan de deurknop druk ik toch maar op de belknop van de receptie. Blijkt dat er een speciale techniek is om die rotdeur te openen, maar niemand vertelt mij dat even…
Mijn kamer is gezellig. Dat vind ik tenminste. En ik heb een volledige fles water binnengegoten in een twintigtal minuten, en nu doet mijn maag vreemd. Geen avondeten voor mij, ik blijf lekker hier. Beginnen aan mijn reisdagboek, dat is een idee. Alles vastleggen van wat naar mijn gevoel drie maffe weken gaan worden. Speciaal voor jullie.
Reacties:
Lalalalala ubertof!! Granada is geweldig
De deur piept, het slot gaat alleen open als je het vriendelijk vraagt en de douche is zo smal dat ik er zijdelings in moet schuifelen
Oke hier lag ik dus echt dubbel. Echt geweldig
José is suïcidaal, en lijkt vastbesloten mij in zijn val mee te sleuren. Hij negeert elke voorrang van rechts, knalt zonder vertragen door vier stoplichten, zigzagt tussen de witte lijnen en stuurt met zijn knieën. Dat laatste uit noodzaak, want hij heeft zijn handen nodig om zijn sigaret vast te houden en alle passerende chauffeurs de vinger te geven.
En hier trouwens ook=P Maar goed...
Veel plezier in Granada (en succes met de voordeur)
Ik moet nu maar eens mn Duits gaan doen. Ik moet het wel een beetje kennen als ik het morgen aan Nadezh ga voordragen (ze gaat me helpen met de uitspraak. Mijn uitspraak suckt
Auf wiedersehen
Melissy
je bent geniaal.
- sorry dat ik steeds in herhaling blijf vallen
ik heb jammer genoeg niet de gave
om zelfs normale dingen fantastisch te laten klinken xo
zoals jy dus doet.
Hoe stelt Pablo het daar?
Klinkt nogal leuk! XD
Granada klinkt ook echt geweldig,, ik heb niet zo veel tegen overdadige warmte. =D
x
net zoals Nadez zeg is het heerlijk ;D
en deze is ook demaks :'D
en veeeel plezier (: