Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Will I Ever Chance? » 6.

Will I Ever Chance?

24 juni 2009 - 20:21

928

0

187



6.

Het leven was weer terug gekeerd in het huis. Teminste als het een huis was. Ik had nooit meer gezien dan enkel deze ruimte waarin ik me bevond. Het enigste waarmee ik me vermaakte was het geluid van de deur. En afentoe de voetstappen op de keldertrap.

Maar toch brak de dag aan. Het was nog geen maand later. Ik gaf het op. Mijn lichaam kon gewoon niet meer. Maar ik verzette me, en ik vechte met al mijn laaste hoop nog door. De hoop die eigenlijk allang was weggevaagt. Want met welke hoop zou ik het leven doormaken. Ik had weinig kunenn zien in mijn leven. Enkel een paar celmuren of deze muren. En een elecktrische omheining met geen vedere uitzicht dan hoge muren 100m vederop.

Ik had nooit van het leven kunnen genieten, zoals ik moest doen. Helaas heb ik eer ook nooit van kunnen genieten door degene waardoor ik was opgevoed. Ik kende enkel maar straf en woede. Ik kende geen geluk en liefde in mijn leven.

Ik word uit mijn laaste gedachten gesluurd. Hoorde ik het goed? Werd die zware deur opengeschoven. Ik kan niet op kijken. Te zwak, en het waren vast mijn gedachten. Gedachten waarop ik hoopte. Mijn tengere bijna uitgemergerde en zwakke lichaam hing nog steeds in de zeflde positie in de kettingen. Nee ik had me zelf bijna niet verplaatst de dagen dat ik hier zat.

´Vader! Kom Eens!´ Een onbekende stem galmd door de ruimte, maar van een vedere afstand. Ik hoor een paar andere voetstappen. Voetstappen die vrienderlijker overkwamen dan degene die ik gewent was. Bijde soorten hoor ik nadere. ´Als ik dit geweten had had ik dit huis nooit gekocht!´ brengt een zwadere onbekede stem uit.

Ik voelde hun ogen op me branden. ´wat nu?´ vraagt de nog jonge stem. Ja, ze dachten waarscheinlijk dat ik dood was. Ik bewoog ook niet, en mijn ademhaling was zo langzaam dat je hem niet opmerkte. ´ik weet het niet´ zegt de zware stem.

Misschien was dit mijn redding. Dacht ik. Ik verzamel al mijn laaste kracht. Al mijn laaste wil. Ik hef me zelf omhoog, Het leek net alsof ik opnieuw had leren lopen, want ik viel direct weer neer in de kettingen. Hierdoor hoor ik geroesemoes en voel de verbazing. Er word aan de stalen deur gerameld. De deur die niet openging zonder de daarvoor bestemde sleutel.

Ik hef mijn hoofd zo, zodat ik 2 gedaantes in zicht krijg. ´waar ligt de sleutel?´ ik kijk een jongen aan, zo rond de 20 jaar. Zijn ogen leken bezorgt. Bezorgt om mij. Nee dat kon niet, niemand was ooit bezorgt om mij geweest. Ik kijk enkel langs hem naar een haak met een sleutel eraan. Hij volgt de baan van mijn ogen. Vervolgens richt ik mijn ogen op een hendel. Als hij deze naar beneden haalt valt mijn lichaam met een klap op de grond.

Ik breng mijn lichaam omhoog en steun tegen de muur achter mij. De man staat enkel in de deuropening terwijl de jongen naar me toeloopt en me bevrijd. ´hoe lang zit je hier al?´ vraagt hij vriendelijk. Ik kijk hem aan. Je ziet hem lichtjes schrikken van mijn gezicht. Het was ingevallen en je zach duidelijk dat ik te lang geen voedsel had gekregen. ´te lang´ breng ik zacht en bijna onhoorbaar uit. Hij knikt enkel en tilt me op. De man, schijnbaar zijn vader glimlacht kort. Daardoor weet ik dat ze van mijn eigen soort zijn en dat stelt me direct al gerust. Maar het wekt tegelijkertijd vragen in me op.

Ik dacht even niet na over de vragen, ik was gered van de dood die me al in de ogen had gekeken. Ik merk weinig van de ruimtes waar we door lopen, maar dan word ik op een stoel gezet. Het liefst zou ik mijn ogen direct sluiten, maar ik wordt wakker gehouden. Mijn ogen richten zich op mijn polzen. Het was een naar gezicht. Maar ik merkte de pijn haast niet meer. Daar had ik me al lange tijd geleden tegen weten te weren.

´hoe heet je?´ de jongen was schijnbaar nieuwschierig terwijl hij me een glas voorhoud. Een groot glas met dat heerlijke goedje die ik al meer dan 2 jaar niet meer had kunnen proeven. Nog voor ik andwoord geef ligt het glas aan mijn lippen. En deze is dan ook snel leeg. ´daar hebben we meer van nodig´ hoor ik een zware stem die de kamer binnenkomt. Hij bekijkt mijn polsen en verzorgt deze. ´Jane´ breng ik zacht uit. Mijn stem was schor, omdat ik al jaren niet had gepraat. Gewoon omdat ik niks had om tegen te praten.

Hij knikt. ´Ik ben Drew, En dit is mijn vader Chris´ zegt hij vrolijk. Ik knik enkel. ´Drew, wil je haar haar kamer wijzen? Dan kan ze rusten, nieuwschierige aap´ Chris spreekt een glimlach bij zijn woorden waarna hij zijn hand woest over de Drew zijn haren haalt. Hij knikt en helpt me mee naar boven.

Ik lette niet op de ruimtes waar we door liepen. Nee ik had gewoon rust nodig. Mijn ogen kijken de kamer rond. Het was zeker 10x zo groot dan dat ik gewent was. En daarnaast stond er een enorm bed. Dit zo zeker beter slapen dan dat houte kleine klote bedje waar ik me 50 jaar op heb moeten overleven.

Zonder enig word laat ik me op het bed vallen en sluit direct mijn ogen. Ik voel nog hoe een deken over me geslagen word. Maar daarna krijg ik niks meer mee. Ik wil het ook niet meer meekrijgen, het enigste wat ik wil was slapen.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.