Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Het Voordeel van Video » Of aan iemand van de zaak?
Het Voordeel van Video
Of aan iemand van de zaak?
Hij nam me mee naar een achterkamertje van een van zijn bordelen. De muren waren vlekkeloos wit, er lag een dik rood tapijt op de vloer en in de haard knapperde een vuurtje. Een duur bureau maakte de kamer af. Het was een typische kamer voor een crimineel, voor een pooier. Dit was vast zijn kantoor. De man sommeerde me te gaan zitten en nam zelf plaats bij de haard. ‘Dit deel van de stad moest je dus nog zien,’ zei de man, langzaam en onderbroken met vele zuchten, ‘Ik hoop dat je snapt dat ik je dit als laatste heb laten zien, je bent een soort van speciaal voor mij en deze plek is zo rampzalig. Ik wilde niet dat je beschadigd zou raken ofzo.’ Ik lachte niet. Hoewel het lief bedoeld was, vond ik het toch eng. De man hield zoveel van mij dat hij me weg hield bij zijn smerige werk.
De man leunde met zijn ellebogen op zijn knieën en staarde naar het vuur, hij zweeg. Ik keek wat om me heen en nam de kamer nogmaals in mij op. Nu viel me een schilderij op van een of andere stad. Het was niet echt lelijk, maar mooi was geen goed woord. Gott, ik dacht na over kunst… Dat had ik een half jaar geleden dus echt niet gedacht. Kunst stond toen nog gelijk aan basgitaar. Toen dacht ik nog alleen maar aan geld, roem en mezelf. Nu speelden hele andere zaken rond in mijn gedachten. Hoelang ik nog te leven had bijvoorbeeld en of ze in Duitsland al met een Red Georg-plan bezig waren.
Mijn gedachten waren ook vaak bij die Milan. Hoe zou hij de roem ervaren? Hoe zouden de fans op hem reageren en andersom. Kon Milan wel goed spelen en zou hij bereid zijn te vertrekken als ik weer opdook?
Ik stond op en begon door de kamer te ijsberen. Het duurde me hier veel en veel te lang. Ik wilde terug naar mijn kamer aan de gracht. Elke seconde dat ik hier was had ik meer kans toch nog achter de ramen te komen. Een koekoeksklok sloeg 2 uur, we waren hier al uren. Ik liep naar het raam en staarde over de stad. Hier en daar waren er al lichten uit en het regende, alweer. De radio speelde zacht een of ander liedje, te slecht om verder aandacht aan te besteden.
Ik ging naast het ding zitten en zette een andere zender op: breaking news. Ik luisterde en probeerde het nieuws te bevatten. Ik was dan weliswaar geen fan… maar hij was dood. The King of Pop was dood.
De man had het ook gehoord en kwam naar me toe. ‘Was hij een van jouw grote voorbeelden?’ vroeg hij aan mij. In zijn stem een vleugje medelijden en verdriet. Ik schudde mijn hoofd en zei: ‘Nee, dat was hij niet. Alleen hij was wel een grote artiest.’ ‘We gaan naar huis.’ Ik knikte en ging met hem mee. Overal in de straat waren kleine, vrolijke feestjes aan de gang, niet echt passend bij de situatie. Ik voelde me daarentegen heel leeg. Ik wilde het eigenlijk niet geloven en aan de andere kant maakte me het niet heel veel uit. Lekker dubbelzijdig.
snel verder, meid! <33