Hoofdcategorieėn
Home » Il Divo » Bonnie & Clyde » Hoofdstuk 17
Bonnie & Clyde
Hoofdstuk 17
David kijkt verbaast naar de telefoon als ze terug van het restaurant zijn.
“Verwacht jij nog iemand Natalia?”¯ Zij schudt haar hoofd.
“David Miller”¯ meldt hij zich.
“Je spreekt met George, David. Kun jij gelijk in actie komen? De huishoudster van Seb belde dat Sofie verdwenen was en dat Seb haar gevonden heeft maar dat ze bewusteloos is bij de rotsen aan het strand.”¯
“Heb je de hulpdiensten al gebeld?”¯ vraagt David.
“Ja, David maar ik dacht dat jij er misschien heen kon, hij heeft misschien jouw hulp nodig.”¯
“Ik ben al onderweg, George.”¯ Hij gooit de telefoon neer en haast zich naar Natalia om in het kort uit te leggen dat hij nog even weg moet. Dan springt hij in de auto en rijdt rechtstreeks naar het landgoed van Seb. Het is maar goed dat hij daar al vaker is geweest. Al is het nu met die regen en die duisternis behoorlijk lastig. Hij tuurt op de weg en parkeert de auto een meter of 50 van de rotsen. Hij neemt een zaklamp en begint voorzichtig over de rotsen te klimmen.
“Seb… ben je daar?”¯ Seb springt opgelucht op gelukkig David is er.
“Ja hier, David. Heb je al een ambulance gebeld?”¯ vraagt hij. David hoeft nog niet eens antwoord te geven als hij de ziekenauto al aan hoort komen. De ambulance mensen komen met brancard en klauteren voorzicht de rotsen af. Dan wordt Sofie onderzocht. Ze heeft geen botbreuken maar wel een hersenschudding.
“We nemen haar mee naar het ziekenhuis, waar ze enkele weken plat moet blijven liggen”¯ legt de ambulancearts uit.
“Mag ik mee?”¯ vraagt Seb ongeduldig. De arts knikt. En met vier mensen wordt de brancard naar de ambulance gedragen. Sofie is weer buitenbewust zijn en Seb kijkt naar de arts, die geruststellend knikt.
“Ze komt weer helemaal in orde hoor. Ik hoop alleen niet dat ze kou gevat heeft. Ze is door en door koud.”¯ “Dat komt ook door die regen, ze helemaal nat”¯ zegt Seb. In het ziekenhuis wordt Sofie verzorgd en David is bij Seb. David is met zijn eigen auto naar ziekenhuis gekomen om zijn vriend en collega bij te staan. Hij kan het niet thuisbrengen wat het is maar hij heeft het idee dat Seb ergens mee zit. Sinds hij Sofie mee terug heeft genomen uit Milaan is hij veranderd.
“Seb, ga zitten. Sofie is in goede handen. Misschien kunnen we even praten”¯ stelt David voor. Seb kijkt verbaast en gaat dan toch maar zitten in één van de stoelen die de wachtkamer rijk is.
“Heb je problemen David?”¯ vraagt hij zijn vriend. David schudt zijn hoofd.
“Ik niet Seb, maar hoe is het met jou? Sinds Sofie hier is lijk jij wel veranderd. Seb heb je problemen? Je weet toch wel dat je met mij altijd kunt praten.”¯
“Ja, David dat weet ik maar ik ben er tot nu toe nog niet toe gekomen.”¯ Hij zucht diep en kijkt David aan, die bemoedigend knikt.
“Heb ik jou al verteld dat ik vader ben?”¯
“Nee, Seb. Sinds wanneer dat dan?”¯ vraagt hij verbaast.
“Sinds drie en een half jaar pas. Sofie is bij me weggegaan omdat ze zwanger was en niet omdat ik bij de politie werkte. Nou ja dat zal ook wel meegewerkt hebben. Maar nu spoor ik haar op in Milaan en kom erachter dat ze een dochter heeft. Goed ze heeft niet tegen me gelogen over de leeftijd en eerlijk toegegeven dat ze mijn dochter is, maar toch kan ik het niet verwerken dat ze mij destijds verlaten heeft. En zeker niet dat ze niet eerder heeft vertelt dat ik vader was geworden.”¯ David laat dit op zich inwerken.
“Jij hebt dus een heleboel moeten missen. De eerste jaren van je eigen dochter?”¯ Seb knikt en gaat verder.
“Ik heb haar voorgesteld om te trouwen zodat Elisa in een normale gezinssituatie kan opgroeien. Maar David ik weet niet of ik haar dit kan vergeven. Ik ben zo kwaad op haar. Ze moet me wel heel erg haten om me dit aan te doen.”¯
“Je liefde voor haar is dus voorbij?”¯ vraagt David. Seb kijkt David aan en schudt vervolgens zijn hoofd.
“Maar haar liefde voor mij wel.”¯ De dokter komt binnen en vertelt dat Sofie buiten een hersenschudding ook een longontsteking heeft opgelopen en dat ze alleen al vanwege de hersenschudding zes weken plat moet blijven liggen, dus in het ziekenhuis moet blijven.
“U mag nu naar haar toe”¯zegt hij tegen Seb.
“Ik kom morgen wel. Ik ben moe en ga naar huis”¯ zegt Seb. David kijkt bevreemd naar Seb, die duidelijk zichzelf niet is.
“Zal ik je naar huis brengen?”¯ Seb knikt dankbaar naar zijn vriend en bedankt de arts.
Urs is de volgende maandagmorgen al vroeg op het politiebureau. Hij bekijkt een compositietekening van de bankovervaller. Zijn blik valt op de tekeningen van Bonnie en Clyde. Hij legt ze er naast en begint ze met elkaar te vergelijken. Hoe langer hij kijkt hoe meer hij overtuigt raakt dat Clyde en de overvaller van gisteren één en dezelfde persoon moet zijn. Wat dus zou betekenen dat hun tactiek gewijzigd is. Hij kan bijna niet meer wachten tot Seb of David op kantoor zijn. Seb komt als eerste en heeft zijn hoofd er vandaag niet bij. Als Urs met zijn bevindingen komt, kijkt hij hem aan alsof hij het in Keulen hoort donderen.
“Jongeman je ziet spoken”¯ roept hij uit. Urs laat zich echter niet van de wijs brengen en laat Seb de twee tekeningen zien.
“Kijkt u maar eens naar die neus en die hoge jukbeenderen”¯ vraagt hij Seb. Sebs blik gaat van de ene naar de andere tekeningen maar ziet daar toch geen overeenkomsten. Ja, heel vaag maar dat hoeft niets te betekenen.
“Laat maar hier Urs ik kijk er straks wel na. Kun jij vandaag even kijken of we alle getuigenverklaringen van die laatste bankoverval hebben?”¯ Urs knikt en is verbolgen dat er niet meer aandacht wordt geschonken aan zijn ontdekking. Hij gooit de deur onzacht dicht en gaat de getuigenverklaringen bij elkaar zoeken. Ondertussen grommend dat hij niet serieus genomen wordt.
Als David binnenkomt, overziet hij de situatie gelijk.
“Goedemorgen Urs, is de chef er al?”¯ vraagt hij. Urs kijkt verstoort van zijn werk op en knikt. David loopt het kantoor van Seb in, na eerst geklopt te hebben.
“Morgen Seb”¯ groet hij.
“Morgen David”¯ groet Seb gapend terug.
“Hoe gaat het nu? Met jou en met Sofie?”¯
“Ik weet het echt niet David. Ik durf nog niet eens meer naar het ziekenhuis”¯ antwoordt Seb.
“Waarom dat dan?”¯ vraagt David verbaast. “Eergisteren wilde je haar ook al niet zien.”¯
“Heb jij even tijd voor mij? Ik weet echt niet meer wat ik moet doen.”¯ David staat op en sluit de deur. Als hij weer voor Seb zit, steekt die van wal.
“Eergisteren voor we ruzie kregen heb ik voorgesteld om te trouwen en onder één dak te wonen. Maar ik heb er wel verplichtingen aan gekoppeld zoals geen gezamenlijke slaapkamer en een scheiding zodra Elisa volwassen is.”¯ David gelooft zijn oren niet. Is Sebastien nu helemaal gek geworden? En die denkt zo een stabiele omgeving voor zijn dochter te creëren? Hij staat op en begint door het kantoor te ijsberen.
“David, zeg alsjeblieft iets. Voor mijn part zeg je dat ik een oen ben of wat dan ook maar praat tegen mij.”¯ David laat zijn handen op Sebs bureau rusten en buigt naar voren.
“Ik heb maar één vraag Seb. Houd jij van Sofie?”¯
“Ik houd van Elisa, David en voor haar geluk wil ik alles doen”¯ antwoordt Seb voorzichtig.
“Dat vroeg ik niet, Seb. Houd jij nog van Sofie?”¯ Seb wil antwoord geven maar kan alleen nog maar knikken.
“Maar zij niet van mij”¯ laat hij er op volgen.
“Waarom denk je dat?”¯ wil David weten.
“Omdat ze Elisa voor me heeft achter gehouden.”¯
“Ik geloof niet dat ze niet van je houd Seb. Waarom is ze anders met je mee naar Rome gekomen?”¯ Seb schudt zijn hoofd. Hij weet het echt niet. Misschien omdat het niet anders kon?
“Ga jij nu maar naar het ziekenhuis dan nemen Urs en ik jouw taken van vandaag over. Of heb je liever dat ik met Sofie ga praten?”¯ vraagt David.
“Nee, David dat is niet nodig. Ik ga wel. Laat ik dit maar gelijk doen. Weten jullie zeker dat jullie het redden zonder mij?”¯ David knikt en doet de deur weer open.
“Urs, wat ben jij allemaal aan het doen? Ik geloof dat ik jou maar even kom helpen.”¯ Urs kijkt verwonderd naar David en ziet dan dat Seb alweer weg gaat. Hij is wel zo verstandig om niets te zeggen of te vragen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.