Hoofdcategorieėn
Home » Twilight » Het verhaal van Bree » Hoofdstuk 2
Het verhaal van Bree
Hoofdstuk 2
Mijn mobieltje kletterde op de grond en ik zakte in elkaar. Mijn hoofd kwam met een harde klap tegen de grond aan maar ik voelde de pijn nauwelijks. Er ging maar een gedachte door mijn versufte brein.
Ik moet naar Maureen! Ik moet haar helpen! Hadden we elkaar als kleine meisjes niet beloofd altijd voor elkaar klaar te staan? Nu liep zij gevaar en moest ik die belofte waar maken.
Ik probeerde overeind te krabbelen maar iets hield mij tegen. Eerst dacht ik dat mijn spieren het gewoon niet konden, maar toen voelde ik een hand op mijn rug die mijn lichaam in een vreemde hoek tegen de grond gedrukt hield.
Ik draaide mijn hoofd om te kijken wie mij tegen hield en zag Mitch, een jongen uit onze klas. Hij was een onopvallend type. Bruin haar en een brilletje waardoor hij er meteen al een beetje sullig uitzag. Hij droeg geen merkkleren en bestede meer tijd aan huiswerk dan aan uiterlijk. Hierdoor was hij niet erg populaire en werd hij door veel meisjes als een nerd gezien.
Mijn hoofd bonkte en klopte terwijl ik probeerde me uit zijn greep te bevrijden. Maar hij hield me te stevig vast en toen ik besefte dat ik niet met geweld op zou kunnen staan, bleef ik stil liggen en keek hem aan.
Ik zag dat achter zijn brillenglazen mooie blauwe ogen twinkelde.
“Mag ik opstaan?”¯ vroeg ik hem. Mijn stem klonk licht hysterisch.
“Nu nog niet”¯ zei hij en hij keek me bezorgt aan. “Wat is er aan de hand, Bree?”¯
“Niets”¯ Ik kon er niets aan doen dat mijn stem bij dat woord schril de hoogte in ging.
Hij trok een wenkbrauw op en keek me vragend aan. “Jij begint hier eerst in een mobieltje te gillen, dan val je op de grond, knalt met je kop tegen de stenen, raakt bewusteloos”¯
“Bewusteloos?”¯ ik onderbrak hem midden in zijn zin.
“Ja, je raakte bewusteloos en als je na een minuut weer bijkomt,”¯ hij begon steeds sneller te praten “val je me bijna aan en als ik je vraag wat er aan de hand is zeg je “niets”¯?”¯
“Euhh… Ja”¯ Antwoordde ik schaapachtig. Mijn hoofd klopte zo dat normaal nadenken moeilijk werd. Ik voelde nu ook dat er iets warms over mijn wang liep.
Ik greep naar mijn hoofd en voelde hoe mijn hand nat werd van het bloed.
Mitch zag het ook. “Kun je staan?”¯ vroeg hij.
Ik probeerde te knikken maar werd zo duizelig dat ik daar snel mee op hield. In plaats daarvan zei ik maar zacht “ja.”¯
Mitch hielp me overeind en wilde me naar de ingang van het schoolgebouw sturen. Maar ik zette me schrap.
“Kom je niet mee?”¯ vroeg Mitch hij keek me dwingend aan en zijn arm achter mijn rug trok me in de richting van de school.
“Nee”¯ zei ik, het kwam er harder uit dan ik bedoelt had en zachter vervolgde ik “ik moet naar mij fiets.”¯
“Waarom?”¯ vroeg hij.
“Omdat…”¯ begon ik, verder kwam ik niet. Ik kon nu toch niet alles uit gaan leggen. Dat zou veel te veel tijd kosten. Maureen was misschien al... ik durfde niet aan het woord ‘dood’ te denken. Plots merkte ik dat Mitch op een antwoord wachtte. Ik bedacht dat alles makkelijker zou gaan als Mitch gewoon zou weten wat er aan de hand was. Dus antwoordde ik “Maureen is gewond, ik moet naar haar toe!”¯
Ik had verwacht dat Mitch me verbaast aan zou kijken of zou denken dat ik een hersenschudding had door die klap op mijn hoofd maar in plaats daarvan keek hij heel zorgelijk.
“Weet je waar ze is?”¯ vroeg hij.
“Nee”¯ Meteen had ik het gevoel dat ik leeg liep van binnen. Ik had alleen gedacht aan het opzoek gaan naar Maureen. Geen moment had ik erbij stil gestaan dat ik niet wist waar ze was!
Ik had zin om weer op de grond te zakken. Maar Mitch ving me op, “gaat het”¯ vroeg hij bezorgt.
“Ja”¯ antwoordde ik. “Ik moet naar de politie!”¯
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.