Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Spread my wings » The story of a butterfly. [19]
Spread my wings
The story of a butterfly. [19]
Morgen ga ik trouwen. In de voorbije maand heb ik geprobeerd aan Detlev te wennen, maar ik weet niet of het wel genoeg is. Ik weet niks meer zeker, maar ik herinner me hoe ik vroeger was, amper een half jaar geleden. Ik geloofde in ware liefde, ik geloofde dat Bill diegene kon zijn. Ik geloofde dat mijn leven beter zou worden, dat ik Skitt achter me zou kunnen laten en gewoon Calli zijn, met hem. Ik geloofde dat ik Helwig, Detlev en mijn vader kon verslaan.
Nu niet meer. Ik weet niet of ik het heb opgegeven of dat die gevoelens gewoon begraven zijn onder de ingestorte fundamenten van de voorbije maanden, maar ik heb geen vechtlust meer. Ik doe precies wat mijn oude ik had gezworen dat ze nooit zou doen. Ik gaf mijn overtuigingen op, liet mijn hoop op verandering varen en probeerde Detlev een kans te geven.
Ik hou niet van hem, dat weet ik. We vechten niet meer, maar ik ben nooit degene die de kus begint. Hij zit aan me en ik laat het gebeuren, maar we hebben nog geen seks gehad. Ik probeer dat kleine beetje genegenheid dat ik nodig heb om overeind te blijven bij hem te vinden, maar iedere keer loop ik met mijn gezicht tegen de muur. Detlev is verliefd op me, maar hij zit zodanig vast aan zijn karakter van Delay dat hij het niet op de juiste manier kan uitdrukken, en ik ben een lege cocon in de vorm van een meisje. Wil er iemand levens ruilen?
Het enige goede dat hieruit voorkomt, is dit. Ik snap Detlev. Ergens zijn Delay en Skitt heel erg gelijk, maar het verschil is dat ik me van dat alter ego wil losmaken, dat ik besef dat ik iemand anders ben. Detlev en Delay zitten samen in één lijf, en hoewel Detlev wel verliefd is op mij, kent Delay liefde alleen in de vorm van seks met groupies. Soms heb ik echt medelijden met hem. Maar hoe verlamd ik vanbinnen ook ben, ik voel niet hetzelfde voor hem. Dus waarom trouwen we? Omdat ik hoop dat het zal veranderen. Ik kan nergens anders meer heen, en ergens houdt Detlev echt van me. Misschien word ik op een dag wakker en ben ik halsoverkop verliefd op hem, en misschien zal hij zich losmaken van Delay, en zullen we dan lang en gelukkig leven.
Als ik dat overdenk, en al die misschiens en als-en voor mijn ogen zie dansen, wens ik dat ik kan huilen. Dit is het diepste dat een mens kan zinken. Een emotieloos wrak, bedrogen door haar vader, heeft de enige jongen die haar probeerde te helpen van zich weggedreven, en haar laatste reddingsboei is zich vastklampen aan het waanidee dat ze verliefd kan worden op een jongen die ze jaren heeft gehaat, puur omdat hij nu alles is wat ze heeft.
Vanavond ben ik alleen thuis, in de grote stille villa van de familie Helwig. Detlev moest naar een tv-show en ik wilde niet mee. Omdat Tokio Hotel ook te gast is.
Vorige week heb ik hen uit de verte gezien, op een awardshow. Ik bevroor, ik kon niet wegkijken maar ik kon ook niet naar hen toe gaan. Tom zag me het eerst, hief zijn hand half op om te zwaaien, bedacht zich vervolgens en gaf een trieste glimlach. En Bill keek om, precies in mijn richting, en hij deed niets. Hij zag me niet eens. Zijn ogen gleden van de geluidstechnicus aan mijn linkerkant naar het groepje achtergronddanseressen die rechts van me stonden te kwebbelen. Hij was me vergeten, niet meer en niet minder. Ik was opnieuw onzichtbaar.
Toen draaide hij zich om en liep weg, zonder één blik. Alsof er nooit iets tussen ons was geweest. Alsof hij nooit op mij had staan wachten op onze straathoek. Alsof hij nooit voor me gevochten had toen ik hem niet eens herkende. Alsof hij nooit een ring aan mijn vinger had geschoven, een ring met een belofte. Alsof hij nooit die vier woorden tegen me had gezegd, en huilde omdat ik ze niet terugzei. Nu was hij mij vergeten, en ik moet toegeven, het doet verdomd veel pijn.
Ik zit in de donkere woonkamer, met alle lichten uit en luister naar mijn eigen ademhaling in de hoop dat de verkramping die ik voel in mijn borst een aankomende hartaanval is. Maar er komt steeds een volgende hartslag, een volgende hap naar lucht, een volgende tik van de klok aan de muur achter me.
Deurbel. Ik blijf onbeweeglijk zitten. Ik heb geen auto op de parking gehoord en Detlev en Helwig hebben een sleutel, die bellen niet aan. Pas als er nog twee keer lang op de knop wordt gedrukt, kom ik overeind.
Als ik de deur open, duurt het even voor ik vat wat ik zie. Bruine ogen die mij heel bekend voorkomen kijken me aan.
‘Hey, Calli.’
‘Tom? Wat doe jij...’
‘Calli, ik heb niet veel tijd. Ik weet dat je morgen gaat trouwen, en ik voel me vreselijk dat ik dit doe, maar waarschijnlijk is het nog erger als ik het niet...’
‘Tom, alsjeblieft, geen raadsels. Wat is er?’ Hij zucht en klapt zijn gsm open, houdt het toestel onder mijn neus. Een foto. Blond haar, een bekend gezicht. Detlev. Met een meisje in zijn armen. Zoenend.
‘Die heb ik daarnet gemaakt. Hij was op een tv-show waar wij ook waren en liep alle meisjes achterna. En toen hij met die meid begon te zoenen... Ik weet niet waarom maar ik dacht dat dit het juiste was. Calli, je mag niet met hem trouwen! Hij is jou niet waard, Detlev zal je nooit trouw blijven en jij zal alleen maar gekwetst worden. En dat wil ik niet.’
‘Tom, waarom doe je dit?’ fluister ik terwijl ik nog steeds naar de foto staar. ‘Ik wil dit niet zien, waarom...’
‘Wil je liever een leugen leven?’ zegt hij zacht. Ik kijk hem aan met lege ogen.
‘Die leugen doet minder pijn dan de waarheid.’ Stilte. Ik klap de gsm dicht en stop hem in de zak van zijn vest. ‘Ik ga morgen met hem trouwen, Tom. En ik ga die foto vergeten. Niet omdat ik het wil, of omdat ik van hem hou. Maar omdat ik geen andere keuze meer heb. Ik weet wanneer ik verslagen ben. Weet jij wanneer je echt verslagen bent, Tom? Als je geen reden meer hebt om nog te proberen vechten. Als je staat waar ik nu sta.’
Ik wil de deur sluiten, maar hij wringt zijn voet ertussen en grijpt mijn pols.
‘Je begaat de vergissing van je leven, Calli. Luister naar me...’
‘Dag, Tom.’
‘Bill houdt nog van je.’ Ik laat de deur los, blijf bewegingloos staan. ‘Hij is je niet vergeten, hij is samen met Meret maar hij is jou nooit vergeten. Hij is gekwetst, dat is waar, maar hij houdt nog van je. En ik weet zeker dat jullie nog een kans hebben als jij hem zegt dat je van hem houdt.’ Mijn ogen prikken, iets warms vervaagt mijn blik. Mijn keel knijpt zich samen en een trilling kruipt langs mijn handen omhoog, tot ik over mijn hele lijf begin te bibberen.
‘Je moet gaan, Tom.’
‘Calli...’
‘Alsjeblieft, ga weg.
‘Calli!’ Ik duw de deur dicht en leun met gesloten ogen tegen het hout, blijf staan tot ik weet dat hij weg is. Nog steeds rillend loop ik de trap omhoog, naar mijn kamer en kruip ineen tegen het raam, druk mijn huid tegen het koude glas. Ik zoek in de tas die naast me staat tot ik mijn schrift gevonden heb, mijn schrift waarin ik mijn songteksten schrijf. Op de laatste pagina schrijf ik ik krabbelige letters een paar regels die plots door mijn hoofd spelen.
She never knew the meaning of the word
Or ever heard or felt of freedom
All she knew was looking out from windows
Streaked with her own tears and her own shadows
Ik gooi het potlood van me af, druk het schrift tegen mijn borst en staar naar buiten, naar de donkere schaduwen van de tuin en de lichten van passerende auto's die om de zoveel tijd tussen de takken schemeren.
Tien minuten later hoor ik het karakteristieke ronken van Detlevs Mercedes, daarna zijn stap op de overloop. Ik knijp mijn ogen dicht en een kleine warme druppel kruipt over mijn wang, drupt langs mijn neus over het glas. Met natte, verbaasde ogen kijk ik op en volg het spoor van de druppel. Ik huil.
Stilte.
Stilte.
Stilte.
Ik lees snel.
En dus las ik het maar nog een keer.
En nog eens.
En nog eens.
Calli, Calli, Calli, wat een treinramp ben je toch.
Arm kind.
Ik weet niets te zeggen, echt niet, behalve dan dat ik ongelooflijk medelijden heb met Calli.
Ze huilt.
Verdomme, Calli, blijven vechten jij!
Ze mag niet met Detlev trouwen, ze mag niet, ze mag niet, dat hij van haar houdt kan me niet schelen, ZE MAG NIET! *schreeuwt*
Dat was mijn psycho-reactie voor vandaag.
Alsjeblieft, snel meer, heeeel snel meer, anders KNAL IK UIT ELKAAR!
(volgens mij heb ik dat eerder gezegd)<3 van een heeeel ontplofbare Nadezh