Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Gone. » [4]
Gone.
[4]
Ik weet niet waar ik heen stap. Het boeit me ook niet. Zolang ik maar weg ben van alle drukte. Hoe m’n broer, Georg en Gustav er van kunnen genieten, begrijp ik niet. Niemand herkent me met de muts die m’n zwarte manen bedekt en de sportoutfit die ik elke keer aantrek. Eerlijk gezegd ga ik me er steeds beter in voelen. Haastig stap ik door de verlaten straten, en weer bekruipt me het gevoel dat ik niet alleen ben. Ik voel het nu al enkele weken, maar nog nooit heb ik iemand kunnen bespeuren. Het zal m’n verbeelding weg zijn. Er is de laatste tijd wel meer fout in m’n hoofd. En niemand die ik het kan vertellen. Zelfs mijn broer niet, mijn bloedeigen tweelingbroer. Ik mis hem, weet je. Maar hij zou het niet begrijpen. Niemand zou het begrijpen. Het is mijn geheim. Maar wat juist het geheim is, weet ik zelf niet. Dat ik het allemaal moe ben? Dat ik wil opgeven, verdwijnen? Dat ik van dit leven hou, maar niet van al de drukte en aandacht dat erbij komen? Nee, ik hou helemaal niet van dit leven. We zeggen dat wel in interviews; elke medaille heeft zijn keerzijde. Maar ik kan deze keerzijde helemaal niet aanvaarden. Maar dat willen de fans natuurlijk niet horen. Die willen zien dat ons leventje perfect is, dat alles wat we hebben perfect is, dat wij perfect zijn. Ze vergeten even dat wij ook maar jonge gasten zijn die hun vrijheid nodig hebben. Ik alleszins toch. Maar op deze manier eis ik m’n vrijheid, mijn jong zijn terug. David noemt me een klein kind, Tom beweert dat ik een late puberteit doormaakt en Georg en Gustav hebben ‘geen mening’. Zij proberen de sfeer binnen de groep een beetje te behouden. Wat steeds minder goed begint te lukken. Nog zes weken duurt onze tour, nog 20 optredens. Het is teveel. Het is me allemaal teveel.
Je kan m’n broer niet even uit het oog verliezen, of hij is weer verdwenen. Frustrerend is het, ontzettend frustrerend. Ik probeer het te verzwijgen voor onze manager en de rest van de band, ik zeg dat ik weet waar hij naartoe gaat. Maar ik heb eerlijk gezegd geen flauw idee. En het maakt me woedend, en vooral verschrikkelijk bezorgd. Wat als hem iets overkomt? Wat als men hem iets aandoet? We zullen het niet weten, niet direct. We zullen hem niet kunnen helpen. Hij heeft zich van ons losgescheurd. En ik lijk de enige te zijn die dat beseft. Georg staat onder de douche, Gustav hangt aan de telefoon met zijn Tina en ik durf te zweren dat ze amper merken dat Bill er weer vandoor is. Onze band valt langzaam uit elkaar. Vroeger waren we één hechte groep, één voor allen, allen voor één. Maar nu gaan we steeds maar onze eigen weg. We houden ons met verschillende dingen bezig, hebben andere interesses. We praten niet meer met elkaar over wat er echt in ons omgaat. We hebben nog plezier, elke dag, dat wel. Ik kan me niet herinneren waar het juist is fout gegaan, wanneer het is beginnen veranderen. Onze band is zo wat in twee delen verdeelt, Gustav & Georg en Bill & ik. Tot voor kort dus. Maar nu scheurt Bill zich ook al los van mij. En ik heb het er moeilijk mee. Vlug duw ik al deze gedachten weer naar de achtergrond in m’n hoofd en klap m’n computer open. Ik open de map die David voor ons heeft samengesteld en beheert. Fanmail. Wanneer ik een sombere bui heb hou ik me hier even mee bezig, en ik ben direct weer veel gelukkiger. Eerste mail, 13jarig meisje uit Frankrijk. Zucht. Niet in het Duits geschreven. Ik begin er niet eens aan. Next. 17-jarig meisje uit België.
Tom,
Ja, ik weet wel zeker dat jij je het meeste met fanmail bezig houdt. En anders, dag Bill, Georg of Gustav! Schuif nu maar braaf de computer door naar Tom.
Ik zou je eigenlijk iets willen vragen, maar… Ik weet niet hoe. Je kent me niet, ik mag ook niet verwachten dat je zal antwoorden. Of zal ingaan op m’n verzoek. Maar wacht, ik ben niet zomaar een fan. Ik ben Birthe, en ik ben ongeneeslijke ziek. Kanker, huidkanker om specifiek te zijn. Ik heb nog drie maanden volgens de dokters. Maar het kan allemaal veel sneller gaan. Dat durven de artsen niet te vertellen, maar ik hoor hen wel praten met m’n familie. Ziekenhuismuren zijn flinterdun, maar dat lijken ze niet te beseffen. Momenteel zit ik thuis, de kracht niet om buiten te komen. Zo gaat het ook al maanden. Ik weet niet of ik liever hier zit dan in het ziekenhuis, het is hier bedrukkend stil. Buiten het gesnik van m’n moeder dat af en toe door het huis snijdt. Het doet haast lichamelijk pijn. Kan je je inbeelden hoe het voelt dat je iedereen die van je houdt zal moeten achterlaten? En dan bedoel ik niet binnen 70 jaar, dan bedoel ik in de nabije toekomst. Het doet pijn, geloof me.
Ach, waarom vertel ik je dit allemaal? Dat vraag je je waarschijnlijk ook af. Ik, ik wil gewoon een teken van leven. Een teken dat ik opgemerkt word, dat ik ertoe doe. Een foto, een handtekening, een brief. Afscheid. Afscheid van mijn lievelingsband. Ik weet dat je niet kan inzitten met elke fan waarmee het minder gaat, dat jullie niet iedereen aandacht kunnen geven. Misschien heb je al lang de computer dichtgeklapt, misschien zou ik dat beter ook doen. Maar er is geen tijd meer voor misschien. Ik heb niet één concert van jullie kunnen bijwonen, te vermoeiend. Ik laat mensen artikels over jullie voorlezen omdat ook dat me teveel is geworden. Ik volg elk interview op tv, dat kan ik nog, gelukkig. Ik heb nooit contact met jullie gezocht, dat was iets voor wanhopige tieners. Je hebt me nooit gezien, zal nooit weten dat ik heb bestaan. Met die gedachte kan ik niet leven. Of beter gezegd, doodgaan. De keuze is aan jou. Jullie zijn geweldig, vergeet dat nooit.
Bijna klikte ik op de antwoordknop. Maar ik bedenk me. Waarom zou ik haar in hemelsnaam een mailtje terug sturen?
Reacties:
En ik lijk de enigste te zijn die dat beseft.
Een veel gemaakte fout. De enigste is iemand die de mooiste, de leukste etc. van een groep is. De enige is maar één iemand van een groep. Dat laatste lijkt ons in dit geval beter op zijn plek..
We proberen nog positief te zijn over Tom, dus misschien wil hij geen mailtje sturen, omdat hij gewoon meteen het meisje gaat bezoeken?
Ok, vergezocht in het geval van Tom. (In dit verhaal)
xx
An en Tam
TOM! *slaat hem*
Ahum.
Ik kreeg tranen in mijn ogen van die brief van dat meisje =O
En eh..
Het is mooi, het is zo goed voor te stellen.
Dus.
xoxo
TOM GEMNESKEREGE
*ik vloek in het turks*
Waarom stuurt hij niet terug ?
Oke renate , je zorgt gewoon dat hij terug stuurt !
dat moet geweoon , verstaan ?
oke , ik maak mij hier te druk in;
En btw ; I4M BACK
And me love you
Tom Kaulitz.
Shame on you, verdikkie!
But not shame on Renatie, au contraire zelfs!
*Sorry heb net 10 dagen in La Douce France gezeten*
Echt waar niet!
Gatver, ik heb er echt spijt van dat ik er zo weinig was en dat jij nu weg bent...
Je weet wel waarom...
Denk ik.
Zoen, Zoef, die niet kan wachten om een ECHTE verjaardagsknuf te geven!
What
The
Fuck
TOM KAULITZ!
Die brief was zo zielig, echt man, ik kreeg er de kriebels van. En ik dacht echt, lieve bezorgde Tomi antwoord wel, maar nee x.x
Arme Birthe
en toch kan ik niet kwaad zijn op Tom, want hij is de enige die ziet hoe Bill lijdt. En en en
Hmm...
Bill is echt zielig, maar ook wel weer grappig. En eigenlijk is het niet lief van mij om daar mee te lachen, maar ik zie het al voor me: Bill in een late puberteit.
Naja, ik ga maar snel doorlezen. ^^