Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Il Divo » Bonnie & Clyde » Hoofdstuk 22

Bonnie & Clyde

9 juli 2009 - 11:24

1527

0

338



Hoofdstuk 22

Ergens in Rome klinkt een wekker, die op onmenselijk tijd al afloopt. Er komt een hand onder de deken vandaan die er een mep op geeft. Urs draait zich nog eens om. Dan ineens zit hij rechtop in bed. Het is maandag en hij moet aan het werk. Hij wrijft door zijn ogen en komt tenslotte met moeite uit zijn bed. Eerst maar even douchen, kan hij gelijk wakker worden. Het duurt even voor hij de douche op temperatuur heeft. Snel springt hij eronder en werkt vliegensvlug zijn ochtend ritueel af. Als hij even later in de keuken een snee brood afsnijdt, bedenkt hij ineens dat hij vandaag nog nieuw brood moet halen. Dat kan misschien nog wel eventjes voor het werk, de bakker is toch altijd vroeg open. Fluitend loopt hij even later naar de bakker. De geur van vers gebakken brood komt hem al tegemoet. Het is niet druk gelukkig. Hij bestelt wat hij wil hebben en maakt zich dan weer gauw op weg. Hij brengt het brood even naar huis en besluit dan gelijk in de auto te stappen en naar het bureau te gaan. Is hij eens lekker vroeg daar en kan alvast beginnen. Stel je voor dat hij onbenullig administratieve dingen moet doen als zich ergens iets voordoet. Af is af en dan moeten Seb en David hem wel meenemen.

Zuchtend pakt hij een stapel verbalen die nog uitgetikt moeten worden. Al snel is hij diep in gedachten verzonken. Hij wordt opgeschrikt door de telefoon. Urs neemt op.
“Goedemorgen Urs, je spreekt met David Miller”¯ klinkt het in zijn oor.
“Goedemorgen David. Is er iets? Jij komt normaal toch gewoon naar kantoor?”¯ vraagt Urs.
David zucht en denkt even na hoe hij het beste kan formulieren wat er tijdens dit weekend allemaal gebeurd is. Hij had eigenlijk gehoopt Seb al zo vroeg aan te treffen.
“Urs, Inspecteur Izambard al op het bureau?”¯
“Nee, die heb ik nog niet gezien maar die zal wel zo komen, denk ik. Moet ik een boodschap doorgeven?”¯ gaat Urs beleefd verder.
“Ja, doe maar als je wilt. Ik ben in ieder geval pas later op het bureau want ik zit nu nog in het ziekenhuis.”¯ Urs schrikt.
“ Toch niets ernstigs David?”¯
“Ja eigenlijk wel. Nou ja niet met mij maar met mijn vrouw. Die werd eergisteren ineens heel ziek en toen heb ik haar naar het ziekenhuis gebracht en toen bleek dat zij een blindendarm ontsteking te hebben. Ze is gelijk geopereerd maar de blindendarm was al gesprongen. Ze heeft uren op de operatiekamer gelegen en de artsen denken dat ze alle resten hebben kunnen verwijderen. Er zijn nu verschillende complicaties. Ze heeft erg hoge koorts en de artsen denken dat dit door een ontsteking komt.”¯ David moet even slikken. Dit is zo moeilijk voor hem.
“Ik begrijp het David. Natuurlijk moet jij nu bij jouw vrouw in het ziekenhuis blijven. Ik zal het de inspecteur doorgeven.”¯
“Dank je wel Urs. Maar ik kom vanmiddag nog wel even, want het ziet er niet uit dat Natalia bijkomt op korte termijn. Tot straks.”¯
“Sterkte David en tot later”¯ sluit Urs het gesprek af.
Zijn gedachten gaan terug naar de bankoverval van laatst. Natalia was toen ook al in gevaar. David heeft het toen al zwaar te verduren gehad en nu dit weer. Hij heeft het te doen met David.
“Morgen Urs. Wat ben jij al vroeg?”¯ groet Seb die net binnen komt.
“Oh, ik was gewoon wat vroeger op, dus dacht ik laat ik hier maar eens aan beginnen”¯ antwoordt Urs op de stapel verbalen wijzend.
“Goed zo jochie. Was er nog iets bijzonders?”¯
Urs vertelt Seb over Davids vrouw. Seb kijkt bedrukt.
“Jeetje, we hebben geloof ik een abonnement op het ziekenhuis. Eerst Sofie en nu Natalia. Ik hoop toch echt dat ze gauw beter wordt”¯ zegt Seb. Urs knikt instemmend.
“Ja en dat zo kort na die bankoverval. Ik vind dit echt heel erg voor David.”¯
“Nou Urs dan moet jij mij maar helpen vandaag. Ik was van plan nog even verder gaan met die ontvoering en die bankoverval. Kun jij even alle verslagen daarvan bij elkaar zoeken? Ik wilde eens kijken of er misschien toch wel verband is tussen die twee zaken. Over tien minuten in mijn kantoor? Dan ga ik even koffie halen ”¯ stelt Seb voor.
Urs groeit helemaal. Ze hebben hem nodig. In allerijl raapt hij de gevraagde rapporten bij elkaar en is al voor Seb in diens kantoor.
“Zo Urs koffie met veel melk en suiker als ik het goed heb. Alsjeblieft”¯ zegt Seb een mok voor zijn stagiaire neerzettend.
“Dank je wel chef. Ja, dat klopt helemaal. Mijn moeder zei altijd, een normaal mens drinkt koffie met melk en suiker en jij drinkt melk met suiker en koffie.”¯
Seb schiet in de lach.
“Bij ons noemde ze dat kinderkoffie”¯ grijnst Seb.
“Nou ja zeg, dan zal dat wel uit die tijd zijn blijven hangen”¯ lacht Urs.
“Zullen we dan maar eens aan de slag gaan en deze rapporten doornemen, kijken of ons nog iets bijzonders opvalt dat we wellicht eerder over het hoofd hebben gezien?”¯
“Ok锯 klinkt het opgewekt. Urs heeft er duidelijk zin in.

Carlos zit met een kop koffie in de woonkamer te piekeren over de dingen die hij op korte termijn moet doen. Maria ligt gelukkig nog in bed en zo kan hij ongestoord zich in zijn plannen verdiepen. Een zaak in kluizen neemt een steeds groter vorm aan. Hij is aan het dubben of hij Maria van alles op de hoogte moet stellen. Als hij kluisgegevens kan door spelen naar zijn familie, kan hij daar een lucratief bijbaantje mee hebben. Ze zijn tenslotte gewend om op een bepaald niveau te leven en altijd geld ter beschikking te hebben. En als dat geld er even niet is, wordt er gewoon nog een bankoverval of kraak gepleegd. De voordeur bel klinkt door de kamer.
“Wie kan dat nu zijn? Ik verwacht eigenlijk niemand”¯ bedenkt Carlos. Hij staat op en loopt naar de voordeur. Als hij door het kijkgat kijkt ziet hij zijn nicht Ginevra voor de deur staan. Snel doet hij open en trekt haar naar binnen.
“Gine ben je nu helemaal gek geworden? Het is niet verstandig hierheen te komen dat weet je toch wel?”¯ stuift Carlos.
“Goedemorgen Carlos. Jeetje, wat heb jij een kort lontje vanmorgen. Ik kwam alleen even kijken hoe het met Maria was. Ik kreeg het bijna toen zij ineens voor ons sprong. Deed ze dat bewust?”¯ vraagt Ginevra.
“Ja, ze was bang dat mij iets gebeurde. Ze is sinds eergisteren weer thuis maar mag nog bijna niets doen. Trouwens nu je toch hier bent ga zitten ik wil even met je praten”¯ zegt Carlos haar in een stoel neerduwend.
Carlos begint zijn plannen uit de doeken te doen.
“Daar geloof ik niets van Carlos jij een eerlijke zakenman. Laat me niet lachen. Een vos verliest zijn haren niet zijn streken.”¯ Boos kijkt Carlos haar aan.
“Je hebt niet goed geluisterd. Ik wil Maria niet meer in gevaar brengen en daarom hebben wij besloten naar Zwitserland te emigreren.”¯ Ginevra denkt even diep na en moet Carlos eigenlijk gelijk geven. Zijzelf doet ook geregeld klusjes voor de familie opknappen die het daglicht niet kunnen verdragen maar ze zit met zichzelf in de knoop sinds ze Urs beter heeft leren kennen. Voor hem zou ze het roer ook om willen gooien. Samen met hem een leven leiden zonder bang te hoeven zijn dat hij haar achtergrond doorziet. Maar ze weet ook dat in maffia families altijd taken zijn die verdeeld moeten worden. En er altijd boze gezichten komen als iemand zich aan een taak wil ontstrekken. Haar vader en Carlos’ vader zijn broers van elkaar. Beiden hebben hun eigen regels waar de familie zich aan te houden heeft.
“Denk jij dat je dat thuis erdoor heen krijgt?”¯ vraagt Ginevra hoopvol.
“Ik denk het niet maar desnoods verbannen ze mij maar, Maria gaat mij voor alles. Zolang we niet bij de familie aankomen voor financiële hulp, zal het wel meevallen denk ik”¯ antwoordt Carlos.
Ginevra vertelt in het kort over haar relatie met Urs. Carlos schiet in de lach.
“Jij bent nog erger. Jij wilt een braaf leven en dan ook nog een relatie met de vijand. De politie nota bene. Ik kan me niet voorstellen dat papa Enrique dat goed keurt.”¯
“Wil je me bang maken Carlos? ”¯ vraagt geschrokken.
“Nee, Gine natuurlijk niet. Maar je weet goed hoe onze familie in elkaar steekt. Misschien moeten wij het maar tegelijk melden op de familiedag die volgende week gehouden zal worden. Gezellig dan zelfs grootvader meegenieten.”¯ Ginevra ziet er de lol wel van in.
“Ik geloof dat je gelijk hebt Carlos. Misschien komt er wel een bloedbad en worden we gelijk verbannen en geliquideerd”¯ antwoordt zij lachend. Carlos kan echter niet mee lachen want hij weet dat dit geen ondenkbaar scenario is in de onderwereld. Zo worden mensen gestraft die zich niet aan de wetten van de familie houden. Voor het eerst heeft hij wroeging met de levenswijze van zijn familie. Hij heeft Maria daar destijds mee ingetrokken. Hij praat nog een tijdje over koetjes en kalfjes met Ginevra en laat haar vervolgens uit.
“Doe Maria de groeten Carlos en ik spreek je gauw.”¯ Carlos knuffelt zijn nicht even en zwaait haar na. Om weer verder te gaan met overdenken van zijn plannen.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.