Hoofdcategorieėn
Home » Il Divo » Bonnie & Clyde » Hoofdstuk 26
Bonnie & Clyde
Hoofdstuk 26
David zit al dagen in het ziekenhuis. Uur na uur zit hij aan het bed van zijn vrouw. Hij weigert naar huis te gaan om te slapen en eet slecht. De zuster neemt telkens het eten mee terug waar enkele hapjes van zijn genomen. Nu ook weer.
“Mr. Miller U moet iets eten. U helpt uw vrouw niet door zelf ook nog ziek te worden”¯ zegt de dienstdoende zuster bezorgd. David schudt moedeloos zijn hoofd.
“Ik weet het zuster maar ik kan echt niets meer door mijn keel krijgen. Telkens denk ik dat ik tegen haar moet blijven praten. Misschien hoort ze me wel vandaag of morgen en wordt dan wakker.”¯
“Praten is altijd goed Mr Miller en ik weet zeker dat zij het fijn vindt om u in de buurt te hebben, maar zijn er nog meer familieleden die u misschien eens af kunnen lossen?”¯ David denkt even na. Zijn familie is klein en iedereen heeft zo zijn eigen leven. Ze komen eens per jaar bij elkaar maar dat is het dan ook. Dan Natalia’s familie die is groot en hecht. Hij heeft hen al gebeld wat gebeurt is maar nog niemand van hen is gekomen. Wel is het voor hun moeilijker tot hier te komen omdat ze allemaal in het zuiden van Italië wonen. Hij schudt zijn hoofd.
“Nee, zuster er woont geen familie in de buurt die dit zou kunnen doen. Bedankt voor uw voorstel.”¯
“Oké, ik hoor wel mocht u mij nodig hebben”¯ zegt de zuster alvorens de kamer te verlaten.
David gaat weer aan haar bed zitten en pakt haar hand en drukt er een kus op en begint weer te praten tegen haar.
“Lieverdje, kon je me maar horen. Ik wil zo graag dat je wakker wordt. Maar ik zit hier en jij reageert nergens op. Geeft ook niet want jij kunt er tenslotte ook niets aan doen. Kon ik maar met je praten. Kon ik jou maar vertellen hoeveel ik van je houd. Konden we maar samen gelukkig zijn en alvast plannen maken voor de babykamer. Volgens mij weet jij nog niet eens dat je moeder gaat worden.”¯ Hij kijkt naar haar buik en legt zijn andere hand op haar buik.
“Uitgerekend net nu er een klein wonder is geschied, gebeurt er dit. Ik zou er alles voor over hebben zodat jij weer wakker zou worden.”¯ Verwoed poetst hij een traan weg. Mannen horen niet te huilen maar het komt helemaal vanzelf en hij kan ze niet tegenhouden. Zijn hoofd zakt op Natalia buik en hij laat zijn tranen de vrije loop. Even maakt het hem niet uit dat iemand hem hier zo zou kunnen zien. Als hij na een tijdje weer wat bedaard is veegt hij zijn laatste tranen af maar blijft zo tegen Natalia aanliggen. In deze positie valt hij in een onrustige slaap.
Hij droomt dat hij met Natalia aan het picknicken is op grote weide. Er staan veldbloemen die hij geplukt heeft en waar zij een krans van vlecht die ze op haar hoofd zet. “Nu ben je mijn prinses”¯ hoort David zichzelf lachend zeggen. Ze straalt, ze is ook zo mooi. Hij knuffelt haar . Ze legt haar hand op zijn hoofd en laat die daar rusten. Hij nestelt zich gelukkig tegen haar aan.
Als hij wakker wordt realiseert hij zich dat de hand nog steeds op zijn hoofd ligt. Hij glimlacht en kijkt naar Natalia die hem met open ogen aankijkt. Zijn ogen worden groot. Ze is wakker. Hij springt omhoog en kijkt zijn vrouw aan.
“Natalia, lieveling je bent wakker. Ik moet de zuster even bellen.”¯ Haastig drukt hij op de knop. Hij kust haar voorhoofd.
“Lieverd alles komt goed, wat heerlijk dat je weer wakker bent”¯ gaat hij haastig verder, bang dat ze gelijk weer in slaap zal vallen. De zuster komt binnen en overziet gelijk de situatie.
“Mr. Miller komt u even, dan kan ik even bij u vrouw. Saskia roept jij de dokter even op wil je?”¯wendt ze zich tot de tweede zuster die nu binnen komt.
“Dit is toch een goed teken hé zuster, nu wordt ze toch weer gezond.”¯ David is er helemaal hyper van en blijft rondlopen door de kamer. Zelfs als de zuster hem vraagt om alsjeblieft te gaan zitten blijft hij vragen hoe en wat. De dokter is echter onverbiddelijk en laat David op de gang wachten tot hij klaar is met zijn onderzoeken. Een klein uurtje later staat hij David te woord.
“Mr. Miller, uw vrouw is ontwaakt uit een diepe coma. Ze heeft nog niets kunnen zeggen maar dat kan wel even zijn omdat ze haar stem een tijdje niet heeft gebruikt. Zo op het eerste gezicht ziet het er goed uit. Haar reflexen zijn goed en ze reageert alert. De zuster is nu de slangen voor de sonde voeding aan het verwijderen zodat ze wat meer bewegingsvrijheid krijgt. We hebben het ergste achter de rug. We blijven wel nog penicilline geven totdat die ontstekingsgevaar geheel is geweken. En zal ze nog even in het ziekenhuis moeten blijven. U mag natuurlijk naar haar toe als u wilt.”¯ David is door het dolle heen, dit is geweldig nieuws. Ineens heeft hij mega veel haast en neemt in allerijl afscheid van de arts die hem lachend na kijkt.
Carlos is niet mee het politiebureau ingegaan maar heeft besloten in de auto te wachten. Als Maria weer instapt is hij wel opgelucht en vraagt gelijk wat er allemaal gezegd werd. Maria probeert een zo gedetailleerd mogelijk verslag te doen maar dat lukt niet helemaal omdat de compositietekeningen in haar geheugen geprent zijn.
“Carlos ik herkende jou zo duidelijk op de compositietekeningen, ik kreeg het gewoon steenkoud ervan.”¯
“Jij hebt toch niets verkeerd gezegd Maria?”¯ roept Carlos verschrikt uit.
“Natuurlijk niet Carlos”¯ haast Maria zich te zeggen.
“Weet jij dat zeker?”¯
“Heel zeker”¯ probeert Maria hem gerust te stellen. Carlos vertrouwt het niet helemaal en stelt voor om gelijk even de emigratiepapieren op te halen op het consulaat. Des te eerder hij deze trein in gang zet, des te beter. Hij heeft besloten zijn plannen voort te zetten zonder Maria op de hoogte te brengen van zijn bijbaantje. Hij is gisteren nog naar zijn vader gereden om met hem erover te praten. Die was zeer duidelijk. Hij dient zich te houden aan de regels van de familie, ook als hij in Zwitserland gaat wonen. Dat wordt voor Ginevra nog een harde dobber denkt hij want zijn vaders broer is nog erger op de regels gesteld dan zijn vader. Hij zucht en start de auto.
“Waar ga jij heen? Je rijdt de verkeerde kant uit Carlos”¯ zegt Maria.
“Even langs het consulaat voor die emigratiepapieren, Maria. Ik wil zo snel mogelijk naar Zwitserland om die zaak op te zetten.”¯ Hij kijkt opzij en ziet zijn vrouw boos kijken.
“Maak je geen zorgen Maria ik beloof je dat ik een eerlijke zakenman wordt. Alleen maar kluizen en ik beloof je met mijn hand op mijn hart dat is geen dingen meer zal doen die het daglicht niet kunnen verdragen.”¯ Maria kijkt hem onderzoekend aan.
“Weet jij het zeker? Wat zei je vader toen je hem zei?”¯ begint ze te vragen.
“Mijn vader wil mij alleen gelukkig zien Maria en jou ook. Hij komt ons snel in Zwitserland opzoeken”¯ liegt Carlos. Maria is gerust gesteld. Gelukkig nu hoeft ze zich geen zorgen meer te maken en kunnen ze aan een heel nieuw leven beginnen. Eindelijk hoeft ze niet meer bang te zijn voor opgepakt te worden. Ze kijkt haar man van opzij aan. Hij kijkt strak op de weg en doet er het zwijgen toe.
Urs en Sebastien stappen het café in waar ze besloten hebben een pilsje te pakken na een drukke werkdag. Doordat Sebastien zo intensief met Urs heeft moeten samenwerken de laatste paar dagen is er een vriendschappelijk band gegroeid tussen de mannen. Ze zoeken een rustig tafeltje en bestellen twee pilsjes.
“Proost Urs”¯ toast Seb.
“Proost chef, op een goede samenwerking”¯ toast Urs terug.
“Nou Urs ik weet nog wel wat anders. Op alle mooie vrouwen”¯ zegt Seb lachend.
“Nou niet op alle maar er is er wel eentje waar ik op wil drinken”¯ grinnikt Urs.
“Laat me raden, ze is donkerharig, heeft bruine ogen en is een pittige tante?”¯ vraagt Seb. Urs schatert.
“Jij hebt haar wel erg goed bekeken chef”¯ grijnst Urs.
“Ik geloof niet dat Sofie gelukkig zou zijn als ze mijn uitspraak hier hoorde, maar Urs zonder gekheid jouw vriendin lijkt met een hele aardige dame.”¯ Ongewild heeft Urs een rode blos op zijn wangen gekregen.
“Nou chef ik weet niet of ik haar al mijn vriendin kan noemen. Ik bedoel we zijn een paar keer uitgeweest en hebben samen wat leuke dingen gedaan maar verder is het nog niet gekomen hoor.”¯ Seb kijkt hem aandachtig aan en moet dat lachen om het feit dat Urs zich nu zo ongemakkelijk voelt.
“Volgens mij heb jij haar ook al gekust”¯ plaagt Seb hem.
“Nee, nou ja zij kuste mij.. Ik weet even niet hoe ik verder moet aanpakken chef. Afgelopen weekend had ik een etentje gekookt voor ons twee bij mij thuis en na afloop heb ik haar gewoon naar huis gebracht en heb niet geprobeerd haar te verleiden. Stom hé.”¯
“Nee, Urs dat is niet stom, neem je tijd en begin rustig aan, ik bedoel je wilt toch niet zoals ik vader zijn voor je trouwt..”¯ zegt Seb en ineens beseft hij dat hij iets gezegd heeft dat hij eigenlijk niet wilde vertellen.
“Dat wist ik niet chef dat u al vader was. Hebt u een zoon of een dochter?”¯ vraagt Urs belangstellend.
“Urs wat wij hier bespreken over ons privéleven blijft onder ons. Ik wil er niets over horen van collega’s, begrepen?”¯
“Natuurlijk chef”¯ zegt Urs. Seb kijkt hem verwondert aan.
“Wil je mij nu dan Seb noemen als we niet aan het werk zijn? Ik voel me helemaal opgelaten door dat ‘chef’ van jou telkens.”¯ Urs grijnst.
“Oké chef, uch Seb bedoel ik”¯ verbetert hij snel. Seb begint nu te vertellen over hoe hij te weten kwam dat hij een dochter had. Urs luistert aandachtig en onderbreek hem niet. Wel wenkt hij de kastelein dat hij nog twee pilsjes wil. Als Sebastien klaar is met zijn verhaal kijkt hij Urs aan.
“Dat is een heel verhaal Seb. Maar dat lijkt me echt keileuk om een kind te hebben. Vooral meisjes zijn zo schattig. Ik heb een nichtje van vier jaar en dat is zulke leuke leeftijd”¯ reageert Urs. Seb glimlacht als hij aan zijn dochter denkt. Het is werkelijke een schatje. Achteraf is hij heel blij dat hij Sofie terug heeft en al is hij een beetje verbolgen dat hij de eerste paar jaar niet heeft mee kunnen maken, dit had hij zeker niet willen missen. Wat zeggen ze wel eens? Oude liefde roest niet? Zijn liefde voor Sofie moet wel echte liefde zijn. Het kan gewoon niet anders.
“Wanneer ging je nu trouwen Seb?”¯ vraagt Urs belangstellend. Seb schrikt op uit zijn gedachten.
“Oh op 7 april aanstaande Urs. Heb jij en je vriendin zin om op onze bruiloft te komen?”¯ laat Seb er gelijk op volgen.
“Heel graag zelfs, chef. Pardon ik bedoel Seb”¯ zegt Urs lachend om zijn eigen verspreking.
“Maar dan moet je wel wat voortvarender te werk gaan met die mooie dame van jou”¯ vertrouwt Seb hem toe.
“Ik zal er zeker werk van maken”¯antwoord Urs knipogend.
“Daar drinken we op Urs. Proost.”¯
“Proost Seb.”¯
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.