Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Everything will be fine » 3.

Everything will be fine

15 juli 2009 - 14:29

1235

1

421



3.

“Yaren, 8 uur. Nu opstaan!”¯
Met een luide ‘nee’ trek ik mijn laken terug over mijn hoofd.
Vandaag is het zover. Mijn ouders verhuizen naar België. Nu denk je waarschijnlijk, als je ouders verhuizen wat gebeurt er dan met jou? Wel, ik wou dat ik je kon vertellen dat ik hier bleef. Maar dan zou ik liegen. Natuurlijk moet ik ook mee, maar een groot deel van mezelf blijft altijd hier. Bij alles wat ik ooit gewenst heb.
Mijn moeder loopt vloekend de hal door, hopend dat ik het komende uur mijn deur ga openen. Ze heeft zelfs al gedreigd om mijn deur in te stampen. Waarom snapt ze nu gewoon niet dat ik niet terug naar daar wil?
Gisteren hebben de jongens nog op mijn kamer gezeten. Ze moesten me beloven om vandaag niet te komen. Ik wil het niet zien als een afscheid, enkel als een korte onderbreking van ons leven.
Al vijf keer heeft Tom me gebeld, maar zijn stem horen is te moeilijk nu.
Mijn band met Tom is altijd net iets meer geweest dan een gewone vriendschap. Ook al hebben we er beide nooit aan willen toegeven. Het was net zoals Gustav zei; iedereen zag het, behalve wij.
Meer dan eens is het gebeurt dat hij ’s nachts aan mijn vensterbank stond, zomaar, om me even te zien. Alles wat ik met hun heb meegemaakt staat in mijn geheugen gegrift. De goede en de slechte dingen.

“Yaren, hoeveel keer moet ik het nog herhalen?”¯
Ik herken de stem van Liz, ze staat zo te horen niet ver achter me. Dit is niet goed, ze weet dat ze me, met wat geluk, aan kanwanneer ik alleen ben. De jongens zijn al door, maar ik heb mijn gewoonte om te laat te komen nog steeds niet doorbroken.
Vandaag zou dat wel eens een slechte zaak kunnen zijn. Ik draai me om, Liz staat er, samen met haar 2 nieuwe vriendjes. Ik weet wel wat ze met me van plan zijn.
Liz heeft nooit kunnen aanvaarden dat ik haar heb laten vallen voor de jongens. Eigenlijk had ze me enkel nodig voor school, daarbuiten hadden we elk ons eigen leven.
Met een enkele stap sta ik vlak voor haar. Ik speel met vuur, maar ik geef me niet zomaar gewonnen. Het feit dat ze niet alleen is vertelt me dat ze bang is.
Mijn reputatie is er niet beter op geworden. Iedereen weet dat ik als meisje best mijn mannetje kan staan. Er zijn eigenlijk niet veel mensen die een confrontatie met me aangaan. Maar Liz heeft haar kans geroken, en daar gaat ze gebruik van maken.
Alsof hij weet dat er niets niet klopt komt Tom binnen gelopen.
Hij snuift hard door zijn neus en grijpt mijn arm. Ik ben intussen enkele centimeters verwijderd van haar gezicht. “Ze is het niet waard!”¯ Tom probeert me weg te halen bij haar.
“Luister naar je vriendje Yaren,-”¯
Ik geef haar zelfs niet de kans om haar zin af te maken. Ze weet dat de jongens belangrijk voor me zijn. Ik haal uit en raak haar recht op haar neus.
Ik word met kracht naar achter geduwd en vlieg hard tegen de muur. Met een harde stamp in mijn maag zak ik in elkaar. “Laf Liz, iemand anders je klusjes laten opknappen.”¯ Ik kan met moeite opstaan. Een straaltje bloed blinkt onder haar neus, missie geslaagd.
Ja, dit was met zekerheid één van de slechtere dingen. Tom heeft het voor me opgenomen, en we hebben daarna met elk een blauw oog de dag doorgebracht in de refter. Ik voelde me wel schuldig, als ik me niet zo had gedragen, was Tom er nooit bij betrokken geraakt. Het deerde hem niet, hij was al blij dat ik in orde was.


Liz had zoals gewoonlijk ‘niets gedaan’. Het helpt natuurlijk dat ze het nichtje van de directrice is. Een echt engeltje. Tom en ik hebben meer dan eens een aanvaring gehad met haar. Meestal had ze het enkel op mij gemunt, maar Tom was er nu eenmaal altijd.

Ik staar naar mijn lege plafond. Gisteren hebben we samen de foto’s eraf gehaald en ze veilig opgeborgen. Mijn kamer is een stort. De dozen staan nog steeds leeg in de hoek, enkel de foto’s ontbreken.
“Wanneer vertrek je?”¯ Gustav’s stem klinkt schor. Ik laat zijn hand los en neem een doos. Ik zet ze op het bed en trek zacht de foto’s van de muren.
“Morgen.”¯ Het doet pijn om te vertellen dat ik hen niet meer zal zien. Tom komt naast me staan, nog voorzichtiger neemt hij de foto die getrokken was aan het meer. Zorgvuldig vouwt hij hem op en steekt hem in zijn broekzak. Die foto was altijd heel speciaal voor hem geweest. Die dag had ik hem écht leren kennen. De Tom achter al zijn praatjes.
Even later staan we met z’n allen stil naar de lege muren te staren. Bill staat naast me en boort onzacht zijn nagels in de rug van mijn hand. Aan zijn zachte snik te horen, weet ik dat hij beseft wat voor iedereen nu duidelijk is. Er was geen weg terug, niets zou er voor zorgen dat ik alsnog zou blijven.
Met ieder van hun heb ik een unieke band. Een band die niemand anders me ooit zal kunnen geven.
Ik weet dat ze het gaan maken. Hun bandje is bezig met de opmars richting hitlijsten. Geen van hen wil me geloven, maar ik weet dat ze gaan uitbreken en niet alleen in Duitsland.
Voorzichtig veegt Tom een traan van mijn wang en drukt een zachte kus op mijn slaap. Al gauw ben ik weer verwikkeld in een reeks knuffels.
Het is al laat. Gustav volgt mijn blik naar de klok en schud zijn hoofd. Ik slik, dit zal niet makkelijk worden.
“Ik wil niet dat jullie morgen komen.”¯ Iedereen schrikt van mijn plotse uitspraak.
“Maar…”¯ Georg begint zijn zin, maar maakt ze niet af. Hij weet dat ik geen tegenspraak duld, niet op dit moment.
Dit heeft niemand zien aankomen. Ik, eerlijk gezegd, ook niet. Maar dit is het beste, diep in mij weet ik dat ze dit ook zelf beseffen. Bill en Tom zitten identiek op hun lip te bijten, Georg kijkt me nog steeds aan en Gustav knijpt in mijn been terwijl hij afwezig naar de doos vol foto’s staart.


Ik open mijn ogen met veel tegenzin en sluit ze meteen weer als een felle zonnestraal recht in mijn gezicht schijnt.
Mijn moeder heeft blijkbaar de strijd opgegeven aangezien het muisstil is in de gang. Ik duw het laken van me af en kom voorzichtig uit bed. Ik grijp wat kleren bij elkaar en ga voor de laatste keer naar de badkamer.
Terwijl het warme water over me heen stroomt denk ik aan de dromen die ik de laatste dagen heb gehad. Hoe dichter we komen bij de verhuis, hoe erger en gedetailleerder mijn dromen zijn. Alles wat ik toen heb weggeduwd komt nu weer terug.
Mezelf weer horen schreeuwen is het ergste wat ik ooit heb gehoord in een nachtmerrie. Ik ben wakker geschrokken en meteen in een hoek van de kamer gaan zitten. Bevend heb ik gewacht tot Gustav zijn raam openging en hij in een wip voor me stond. Zonder hem te vertellen wist hij wat ik gezien had. Hij troostte me wanneer niemand anders dat kon. Als een klein kind klampte ik me aan hem vast, alsof hij er kon voor zorgen dat alle pijn wegging.


Reacties:


Rianne
Rianne zei op 14 juli 2009 - 16:06:
Waaauw! Ga je snel verder?

(ik weet het, een stomme reactie XD)