Hoofdcategorieën
Home » De Kronieken van Narnia » Narnia : Don't be afraid to say ‘I love you’. » leaving & fight whit the right one.
Narnia : Don't be afraid to say ‘I love you’.
leaving & fight whit the right one.
Hij keek op en zijn blik was een beetje boos, maar verbaasd. ‘Waar ben je geweesd..?’ vroeg hij uiteindelijk boos, maar kalm. Ik besluit maar niks te zeggen over wat er op Cair Paravel was gebeurd, of met Koning Edmund. Hij was inmiddels een Telmarijnse Soldaat en die zou het meteen aan Miraz willen vertellen. ‘Nergens,’ mompel ik nerveus en ga naast hem zitten, alleen niet zo dichtbij. Hij ging er niet op in, en ik besluit maar om te zeggen:‘Ik heb besloten dat het beter is als we elkaar niet meer zien, Daniël.’ Hij keek weer op, en ik las in zijn blik zijn plannetjes. ‘Hoezo?’ zijn mannelijke stem had hij van pap gehad. ‘Ik wil even weg zijn van jou, en je-je spelletjes..’ fluister ik. Hij zucht, dat betekent natuurlijk dat hij het niet goed vind. Maar ik laat hem niet praten :‘Luister, je bent mijn broer oké? Maar ik ben het een beetje zat dat je met me seks wil hebben..’ Hij grijnsde even bij het woordje ‘seks’ en zei zonder me aan te kijken:‘Maar je bent zo lekker, ook al ben je mijn zusje.’ Ik sta op en geef hem een kus op zijn wang, zonder iets te zeggen en loop naar de deur. ‘Ik zie je wel weer, Daniël. Tot ziens.’ zeg ik terwijl ik mijn hoofd zijn kant op wen en loop de deur uit.
Ik loop weer terug naar het kasteel waar Susan naar me toe rent. ‘God, Bella, híer ben je dus!’ Ze komt voor me staan en pakt mijn schouders vast terwijl ze dat zegt. Ik grijns een beetje:‘Even op adem komen, Suus.’ Ze hijgt en haalt een paar keer diep adem. Daarna valt het stil. Ze trekt een verbaasde blik en doet of ze nadenkt. ‘Waar was je eigenlijk?’ haar stem klinkt alsof ik al 2 jaar ben weggeweesd. In plaats van 15 minuten.
‘Dat vertel ik je binnen wel,’ Eenmaal binnen zie ik Koning Edmund nijdig op de bank zitten terwijl hij met zijn elegante vingers op de bankleuning tikt. Geweldig. Aan die nijdige blik te zien was hij ongerust. Hij staat op zodra hij me ziet. ‘Bella, waar wí¡s je?’ Ik kijk hem spijtig aan. ‘Bij Daniël..’ mompel ik. Op dat moment was ik zo bang van hem dat ik het liefst terug naar huis wilde, hij stond namelijk op niveau uitsorten. ‘Wí¡t?! Hoezó, je was bij je broer? Wat heb je gedaan?! Hij heeft je toch niet..?!’ Hij kijkt me verschrikkelijk kwaad aan ook al weet ik dat het een blik vol bezorgdheid is. ‘Nou, ik ging afscheid nemen..’ zeg ik kalm. Maar dat kalmeert hem niet. Susan glipt zachtjes weg, de zaal uit. ‘Hoe kón je?’ roept hij. Ik vond die stem maar niks. ‘Hoezo? Jij bent niet degene die me verteld wat ik moet doen!’ ik verhef mijn stem. Oké, hij was Koning, en ik had bepaalde gevoelens voor hem die verder gingen dat vriendschap maar dit was duidelijk over de maat. ‘Hij.., Bella! Ik bedoel, dat hij je had kunnen verkrachten!’ hij fronst terwijl we elkaar kwaad aankijken. ‘Edmund, ik heb afscheid genomen van hem! Ookal is het een kwallenkop, hij is en blijft mijn broer! En dat kun jíj niet weerhouden!’ Hij kijkt me verbluffend aan. ‘Hoe.. durf je zo een toon tegen me aan te slaan! Ik ben Koning! Jij hoort me te gehoorzamen! En ik heb je in Cair Paravel laten blijven!’ Onze gezichten zijn zo dichterbij dat ik bijna verdrink in zijn ogen. Alweer. Ik zucht. ‘En dat was de grootste fout ooit, jou gehoorzamen.’ fluister ik. Achter mijn ogen branden tranen en ik ren langzaam de zaal uit. Het kasteel uit. Weg van hier.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.