Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Teenage Wasteland [TC] » 20.
Teenage Wasteland [TC]
20.
Tom
De nieuwe concertdata komen alsmaar dichterbij, binnen twee weken zitten we weer op de tourbus. Ik krijg er de zenuwen van, en niet alleen voor de optredens. Ik vraag me af hoe het nu verder moet met Bill en mij.
Ik denk veel na de laatste tijd, en ik weet dat ik niet de enige ben. Een liefdesrelatie met je broer is nu eenmaal niet zo romantisch en simpel als ik zou willen. Dan laat ik mijn gedachten dwalen naar alle mogelijke rampscenario’s en de gevolgen ervan. We worden betrapt, het lekt uit naar de pers, ons geheim uitgesmeerd in elke tabloid. Het zou de doodsteek van de band betekenen.
Heeft iemand enig idee hoe frustrerend dit is? Nee, dat kan niemand zich voorstellen. Mijn muziek en mijn broer zijn mijn twee grote liefdes, en één van beide zal de andere uiteindelijk buitenspel zetten. Dus wat moet ik dan doen? De band opgeven? Of...
Als ik dat bijna denk, en dat denk ik de laatste tijd vaak, wil ik naar buiten. En nu weer, ik moet mijn hoofd leegmaken.
‘Ik ga even rijden,’ mompel ik en geef Bill een zoen op zijn kruin. Hij hangt onderuit tegen me aan met een bak popcorn op schoot en staart naar het tv-scherm, waar Star Wars vanaf spat.
‘Niet te lang wegblijven,’ bedelt hij en scheurt zijn blik los van Yoda om mij zijn beste puppyblik te geven.
‘Beloofd.’ Ik duw me omhoog uit de zetel druk een zoen op zijn mond en lik glimlachend de restjes suiker van zijn onderlip.
‘Ik hou van je,’ fluistert hij, kruipt wat beter in de kussens en haakt zijn aandacht weer vast in de marcherende stormtroopers.
‘Ik ook van jou,’ zeg ik terwijl ik in mijn schoenen stap en mijn vest dichtrits. Dat is nu net het probleem, denk ik erachteraan.
Ik parkeer de Cadillac op het verlaten parkeerterrein even buiten het stadscentrum, sla het portier achter me dicht en ga op de grond zitten, mijn rug tegen het linkervoorwiel. Mijn vingers roffelen op het pakje sigaretten dat ik doelloos in mijn hand houd. Pas na een paar seconden heb ik door dat ik als een automaat de akkoorden van Monsoon opzoek en vis een sigaret en een aansteker op, om mijn handen iets anders te doen te geven.
Verdomme, elke seconde van mijn dag draait of om Bill, of om de band. En als ik aan één van de twee denk, leg ik meteen de link met het andere. Moet ik nu echt tussen hen kiezen?
Het is laat, een wolkenloze nacht. Ik kan de maan elke minuut een stukje zien klimmen aan de zwartblauwe hemel. Dicht bij de zilveren sikkel zie ik twee kleine, heldere sterren, dicht bij elkaar.
Zouden Bill en ik ooit weer gewoon broers kunnen zijn?
‘Fuck!’ De schreeuw van frustratie is eruit voor ik er erg in heb. Ik duw de peuk uit op het asfalt en steek meteen een volgende op. Gek word ik ervan, en dat is geen zegswijze. Ik ga mijn verstand verliezen als ik een muntje moet opgooien tussen mijn liefde en mijn droom.
En het ergste is... Ik ben bang dat, welke keuze ook, ik Bill sowieso verlies.
Ik weet dat hij ook twijfelt en dat hij ook bang is, maar hij gelooft dat we dit op één of andere manier kunnen doen werken. Hij is niet naïef, hij hoopt gewoon tegen beter weten in. Omdat hij van mij houdt.
Bill verzint dezelfde doemscenario’s als ik, dat weet ik. En net als ik ziet hij geen uitkomst. Maar hij houdt teveel van me om die angsten zijn dagen te laten overheersen. Liefde is genoeg voor hem, zoals altijd.
Maar ik, ik ben bang, de hele tijd. En ik weet dat ik uiteindelijk de knoop zal moeten doorhakken. Mijn broer of mijn band. En welke keuze ik ook maak, Bill en ik zullen allebei iets verliezen dat ons zo dierbaar is, dat ik betwijfel of die wonde ooit zal helen. Het zal ons allebei onherstelbaar kwetsen om die keuze te maken, en ik raak hoe dan ook mijn broertje kwijt. Want teruggaan kunnen we niet meer, niet vanaf dit punt.
Ik trek de laatste teug van de sigaret naar binnen, keil de peuk in het donker weg en sta op. Met vlakke handen sla ik het stof van mijn broek, gooi de sigaretten en de aansteker op de passagiersstoel en ram de auto in versnelling. Zonder opkijken raas ik de parking af, bijt als een bezetene op mijn piercing om het niet uit te gillen.
‘Ik ben terug,’ roep ik van aan de deur. Geen antwoord. Ik drop de sleutels op het kastje, gooi mijn vest over de kapstok en slenter de woonkamer in. Bill ligt onderuit, de halflege popcornbak balanceert gevaarlijk tussen vallen en niet vallen op zijn borst. Zijn ogen zijn gesloten en hij maft dwars door het geluid van de ontploffende Death Star heen.
Met een kleine glimlach buig ik me over hem heen en blaas zacht in zijn oor. Hij kreunt, rekt zijn schouders en probeert zich om te draaien, ik vang de popcornschaal net op tijd op en plaats ze op het salontafeltje.
Zonder er verder bij na te denken schop ik mijn schoenen weg, keil mijn pet en mijn bandana in de andere zetel en neem Bill onder zijn oksels.
‘Mwuh? Tom?’ smakt hij nog half slapend. Ik zeg niks, hijs zijn slappe, magere lijf omhoog en draag hem naar zijn slaapkamer. ‘Wat is het met jou?’ Als antwoord laat ik hem op het bed vallen, begin dan aan mijn broek te prutsen. Ja, dan is hij wel wakker. Meteen gaan de slaapoogjes wijdopen en niet veel later vliegen zijn kleren ook in de hoek van de kamer.
In mijn boxer kruip ik tegen hem aan, schik zijn armen om me heen en begraaf mijn neus in zijn hals.
‘Waar was dat goed voor?’ vraagt hij.
‘Ik kan niet slapen zonder jou.’
‘Oh, dus we gaan slí pen?’ Zijn neusje rimpelt als hij een veelbetekenend grimas trekt. ‘Ben je al moe?’
‘Niet echt.’
‘Ik ook niet.’
‘Je lag te snurken voor de tv, Bill.’
‘En nu ben ik wakker en niet meer moe.’
‘Oh ja?’
‘Ja.’
Grinnikend strijk ik het haar uit zijn ogen en neem zijn gezicht tussen beide handen vast. ‘Dus wat nu?’
‘Ik heb wel een ideetje,’ mompelt hij en likt langs mijn piercing. Met één beweging rolt hij zich bovenop me en we verliezen onszelf in een eindeloze kus. Maar ergens in mijn achterhoofd blijft er iets rommelen. De stilte voor de storm.
Ease my troubled mind
I left my body laying somewhere
In the sands of time
I watched the world float to the dark
Side of the moon
I feel there is nothing I can do, yeah
I watched the world float to the
Dark side of the moon
After all I knew it had to be something
To do with you
I really don't mind what happens now and then
As long as you'll be my friend at the end
If I go crazy then will you still
Call me Superman
If I'm alive and well, will you be
There holding my hand
I'll keep you by my side with
My superhuman might
Kryptonite
You called me strong, you called me weak
But still your secrets I will keep
You took for granted all the times I
Never let you down
You stumbled in and bumped your head
If not for me then you would be dead
I picked you up and put you back
On solid ground
If I go crazy then will you still
Call me Superman
If I'm alive and well will you be
There holding my hand
I'll keep you by my side with my
Superhuman might
Kryptonite
Wootwoot, nummer 20 al! En voor wie het nog niet gedaan heeft, neem eens een kijkje bij Scar Tissue en doe mee met de poll, mkay?
Stiekem heb ik al zin in het vervolg van dit verhaal... ^^
En en en! Ik ben de komende twee weken lekker Home Alone! Geen zeurende ouders of lastige zusjes, just me, de kat, en mijn ratje! Feest enal... Ik mis Granada wel een beetje, maar je kan niet alles hebben natuurlijk.
Hasta luego, amigos.
Oooh , kryptonight - Three doors down
Ik kan mij wel goed inbeelden in tom denk ik
en hij heeft wel gelijk
- dit maakt het zo perfect
Aww, snel verder <3
xoxo