Hoofdcategorieën
Home » Overige » Gone, maar dan anders. » Hoofdstuk 9: De Achtervolging
Gone, maar dan anders.
Hoofdstuk 9: De Achtervolging
Die stop hadden ze nou niet moeten maken. Terwijl Wolf de Range Rover met een slakkengang de snelweg op stuurde, werden ze gepasseerd door een zwarte geblindeerde Subaru Impreza...
Toen de bestuurder keek of niemand hem in wilde halen, zag hij een Range Rover Sport HSE de snelweg op komen, bestuurd door een kind. De wrattenkop stikte bijna in zijn eigen speeksel van verbazing. Dat hij ze ooit nog had kunnen terugvinden! Wat een geluk, wat een geluk, dacht hij. Ik ga expres niemand waarschuwen, ik kan die twee kinderen wel in mijn eentje aan.
Hij begon te grijnzen. Één van zijn gezichtswratjes sprong spontaan open. Met een zakdoekje veegde hij het pus weg. Hij ging een baan naar rechts, zodat hij zó langzaam reed dat dat joch wat achter het stuur zat hem in kon halen. Meteen achter de Range Rover voegde hij in. Hij paste zich aan aan de rijstijl van het kind. Die was overigens nogal belabberd. Na een aantal minuten was het meisje in slaap gevallen, merkte hij. Dat was alleen maar goed, want twee paar ogen zagen immers meer dan één. Bovendien was die jongen te geconcentreerd om in zijn achteruitkijkspiegel te kijken. Twee uurtjes later hield de Range Rover een stop bij een parkeerplaats in the middle of nowhere. Er was geen toilet in velden of wegen te bekennen, zag de wrattenkop, dus deden de kinderen hun behoefte maar recht uit de achterbak van hun auto.
'Héél slim, kindjes, heel, heel slim,' mompelde de man, 'maar ik krijg jullie wel, hoor. Maak je geen zorgen.'
Even later, onder het genot van een broodje kipfilet met sla en een stukje appeltaart, zei Wolf: 'Isis, ik geloof dat we gevolgd worden.'
Isis verslikte zich in haar laatste hap appeltaart. 'W-w-wí¡t zeg je?'
'Het is een echte creep. Een kop vol wratten, en hij grijnst zo dom. Een foute auto, geblindeerd.'
'Dan is het van groot belang dat we meteen van de weg af gaan en die man lozen. Laat mij maar rijden.' Wolf wisselde maar al te graag van plaats met haar.
De volgende afslag gingen ze meteen van de snelweg af, waarna Isis het allerkleinste paadje ever zocht. Ze zaten middenin een enorm bos. Maar de Subaru kwam ze achterna. Als een hond zat hij ze op de hielen. Opeens hield het bos op. Ze kwamen in open veld terecht. Isis drukte het gaspedaal vol in en de Range Rover spoot vooruit. De Subaru deed hetzelfde. Hij trok op, haalde ze bijna in, en...
Isis ging met haar hele gewicht op de rem staan. Een diepe sloot doorkliefde het weiland. Aan de andere kant stond een handvol schapen te grazen. De wrattenkop reageerde te laat en vloog de sloot in. Hij zat gevangen. Zijn auto zat vast in het slib. Het water stond tot aan de ramen. Hij wilde uit de auto komen, maar had niet genoeg kracht. Hij trok een grimas, en drie wratjes barstten. De man gaf het op.
Ondertussen hijgden Isis en Wolf alsof ze het hele eind zelf gerend hadden.
'Wauw Ies, dat was nog eens een staaltje goed autorijden van je!'
'Och, och. Het had heus wel beter gekund hoor, ik bedoel...'
'Niks te ochen. Die lelijkerd zit nu vast in die sloot, en hij kan er van zijn lang zal zijn leven niet uit. Wij zijn zijn enige redding.'
Op dat moment pakte de wrattenkop een breekijzer van de achterbank en sloeg met al zijn kracht tegen de autoruit aan. Eerst gebeurde er niks. Nog een slag volgde. En nog een. En nog een. Er zat nu een grote ster in de ruit. Een laatste slag en de ruit viel aan diggelen.
Isis en Wolf zagen het met stijgende verbazing aan. Als de man ontsnapte, het bos bereikte en vervolgens zijn vriendjes optrommelde, waren ze nog lang niet jarig.
'Ies! Hij gaat ontsnappen! Wat moeten we doen? Hebben we iets zwaars in de auto liggen?' Verhit keken ze in het rond. Isis kreeg een idee. Ze legde het uit. Inmiddels hing de wrattenkop half uit zijn auto. 'Slim' als hij was, kroop hij over het dak van zijn auto de schapenwei in. Helaas voor hem had Isis dat al verwacht, en ze reed dwars over zijn Subaru heen naar de overkant van de sloot. De schapen stoven mekkerend uiteen, terwijl de wrattenkop rende voor zijn leven. Isis was natuurlijk veel sneller in haar Range Rover, en ging links naast hem rijden. Wrattenkop stopte abrupt en draaide om. Isis volgde weer, en Wolf had inmiddels een touw uit de tas van Isis gevist. Hij maakte er een lasso van. Toen Isis voor de tweede keer naast Wrattenkop reed, legde Wolf razendsnel de lasso om de nek van Wrattenkop en gaf er een keiharde ruk aan. Isis gaf gas, en het touw spande zich. Wrattenkop werd aan zijn nek meegesleurd. Hij zou dit niet lang volhouden, besefte Isis. Een ijzingwekkende kreet van buitenaf. Isis stopte de auto. Wrattenkop krijste en schreeuwde de longen uit zijn lijf; ze waren over zijn rechtervoet heen gereden en die was nogal verbrijzeld. Als hij niet snel hulp zou krijgen, zou zijn voet het nooit meer doen. Wolf gaf over op een berg schapenkeutels. De aanblik van een drijfnatte, met modder, poep en bloed besmeurde Wrattenkop werd hem te veel, maar Isis' ijzeren maag hield stand. Ze beval Wolf om zo veel mogelijk rechte takken te halen, om de voet van Wrattenkop te spalken. Kokhalzend trok ze zijn broek, schoen en sok uit en legde daarmee zijn verbrijzelde voet bloot. Zo goed en zo kwaad als het ging zette ze de botjes in zijn voet weer recht. Natuurlijk zou hij nooit meer goed kunnen lopen. En ze zouden hem zeker niet naar een ziekenhuis brengen. Ze spoelde zijn voet schoon met water uit een van de zes meegenomen flessen. Daarna pakte ze de EHBO-doos en wikkelde een strak verband om de voet. Een pijnstiller in zijn mond en klaar. Ze kleedde hem uit tot aan zijn hemd en bond hem zo stevig vast, dat hij geen vin meer zou kunnen verroeren als hij weer bij kennis kwam. Ze zette hem tegen de auto aan. Toen kwam Wolf terug met de takken. Ze spalkten zijn voet zo goed en zo kwaad als het ging.
Opgelucht aten ze nog een broodje kipfilet. Het was ze gelukt. Ze hadden hun achtervolger uitgeschakeld.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.