Hoofdcategorieën
Home » Overige » Gone, maar dan anders. » Hoofdstuk 10: Magie... of niet
Gone, maar dan anders.
Hoofdstuk 10: Magie... of niet
Isis en Wolf waren inmiddels al weer een beetje bijgekomen. Ze reden (over de Subaru heen) naar het andere weiland. Opgewonden haalde Isis Wrattenkop's telefoon uit zijn jaszak en plaatste met hulp van Wolf al zijn nummers over in haar telefoon. Voor de rest was de telefoon volkomen onpersoonlijk en leeg. Dat ding zou nog eens goed van pas kunnen komen. Vervolgens trokken ze met behulp van een ander stuk touw en hun auto de auto van Wrattenkop uit de sloot. Het ding was total loss. Wat er nog allemaal te vinden was was niet veel. Een doorweekte weekendtas was het hoogtepunt. Wat erin zat was niet eens interessant. Isis bemerkte ineens een lipje onderin de tas. Het zat los en ze trok het eraf. Interessant, dacht ze, een dubbele bodem?
Snel leegde ze de tas en haalde de bodem eruit. In de tweede bodem zat een revolver.
'Wolf, Wolf! Moet je zien!'
Wolf zag het en floot. 'Laten we die maar bewaren. Is hij geladen?'
'Hoe zie ik dat dan?'
Wolf trok het wapen uit haar handen en frutselde er wat mee.
'Geladen' was de conclusie.
Isis ritste haar tas open en diepte een damesachtig handtasje op. 'Hier, stop het erin. Dit gaat ons noodtasje worden. Die conservenblikken moeten erin, mijn survivalkit en de EHBO-doos. Oh, en wat zeep. Water kan ook geen kwaad.'
Ze pakten het tasje in en stopten het in het dashboardkastje.
Op een gegeven moment hadden ze niks meer te doen. Ze begonnen zich te vervelen; te moe om verder te rijden, maar de adrenaline was nog niet weg. Wolf wilde een vuur. 'Jij kan daar toch wel voor zorgen? Kan je mooi je magische krachten uitproberen.'
Isis glimlachte om zoveel dwaasheid. Alsof ze ooit wat van die krachten gemerkt had. Oké, er was één ding aan haar dat niet bepaald hoorde, had ze toen ze vier was opgemerkt. Zij kon zien dat ieder mens een signatuur achterliet, gemaakt van licht. Het spoor werd achtergelaten door de hersenen. Als ze Wolf per ongeluk uit het oog verloor, hoefde ze alleen maar even te denken: 'Wolf afgelopen half uur' en ze zag duidelijk waar hij was geweest en hoe hij zich voelde. Nu voelde hij zich heel goed; het spoor was felblauw. Naar mate hij zich slechter ging voelen, werd het spoor bruiner. Iemand die doodziek was liet een diepbruin spoor achter. Dat had ze gezien bij haar vader. Iemand met weinig herseninhoud, bijvoorbeeld Sergio, liet een vager spoor achter. Hoe slimmer hoe dieper de kleur. Heel simpel dus.
Tóch trok het idee van Wolf haar wel aan. Niet geschoten altijd mis, dacht ze.
Isis en Wolf sprokkelden hout in het bos. Na een kwartiertje hadden ze hun armen vol. Het had hier blijkbaar al een tijdje niet meer geregend. Wolf legde de takken op elkaar en liep er een eindje bij vandaan. Isis sloot haar ogen, concentreerde zich op het stapeltje hout en beeldde zich in dat het een smeulend vuurtje was. Ze kon de rook al ruiken en de warmte al voelen, de vonken zien springen. Maar er gebeurde niks. De takjes lagen nog steeds koud en droog op een hoopje. Er was geen kringeltje rook te zien. Nog eens. Ze concentreerde zich nu op de omgeving. Hoe het gras rook, de geur van schaap, slootwater en natuur. Met die geur in haar neus focuste ze op het stapeltje hout. Nog steeds gebeurde er niks. Nada. Noppes. Gefrustreerd deed ze één oog open. Ook dat hielp niet. Een kwartier later gaf ze het op. Ze had het koud en was geïrriteerd dat het niet lukte om dat vuur aan te krijgen.
Wolf leek dat te voelen, want meteen sprong hij op en haalde een aansteker uit de auto, waarmee hij binnen een minuutje het vuur aanmaakte.
...
nog niet klaar
Snel verder |