Hoofdcategorieën
Home » Overige » Lost in Neverland » 9.2. Hero for a Day
Lost in Neverland
9.2. Hero for a Day
We lopen nu al uren door het besneeuwde landschap en ik voel mijn voeten bijna niet meer. De smeltende sneeuw doorweekt mijn schoenen en de riem van mijn schooltas snijdt in mijn schouder. Clover loopt voor me en neemt lange stappen die ik nauwelijks kan volgen, Taika komt achter me en houdt haar gele ogen op mijn rug gericht, dat voel ik. Poes hangt lui in mijn armen en spint tevreden, hij vindt het allemaal best.
Ik vraag me af hoe laat het is, mama zal vast doodongerust zijn. Wat als ik hier nooit meer wegkom? Ze spraken over een oorlog, over een gevecht. Wat als ik het niet overleef? Ze zullen nooit weten wat er met me gebeurd is, ik zal begraven worden in een andere wereld, de politie zal weken vruchteloos naar me zoeken...
‘Stop,’ zegt Clover plots en ik loop in gedachten verzonken tegen haar rug aan. Aan het holle geluid te horen heeft ze daar ook een harnas zitten.
‘Wat nou?’ doe ik knorrig en hip op en neer in de sneeuw om mijn koude tenen nieuw leven in te blazen. ‘Ga nou door, hoe eerder dit achter de rug is, hoe eerder ik weer naar huis kan.’ Als ik dat gevecht tenminste levend doorkom, denk ik er stilletjes achteraan.
‘Je hebt andere kleren nodig, zo loop je teveel in de kijker. En bovendien, wilde je het met je blote handen tegen de wolven opnemen?’ Ze schenkt me geen aandacht meer, maar stopt haar vingers in haar mond en fluit, een ander signaal dan toen ze Taika riep.
Weer blijft het bos om ons heen een paar tellen stil, dan komt er een andere nimf uit de struiken. Ze lijkt op Clover, maar haar huid is bleker en haar haren zijn donkerbruin met een groene vlecht. Ik schrik me kapot, ik hoorde haar helemaal niet aankomen en ze stapte zo’n twee meter bij me vandaan uit de rododendron.
‘Gegroet, Clover. Ik zal niet ontkennen dat ik verbaasd ben om jou hier te zien. En al helemaal in zulk... fraai gezelschap.’ De nimf trekt haar wenkbrauwen op. ‘Een deserterende wolf en een dochter van Eva.’
‘Bespaar me je commentaar, Melia,’ gromt Clover en ik zie haar vingers nerveus trekken rond het heft van haar dolk. Dit is interessant. ‘Ik heb kleren en wapens nodig voor het mensenkind. Kan jij ons helpen?’ Melia glimlacht zacht.
‘Toen je vertrok, bezwoer je dat je nooit meer terug zou komen. Je had ons niet nodig, zei je. Ben je nog steeds van die mening?’
‘De neutraliteit van de woudgeesten kan ons de oorlog kosten,’ fluistert Clover op een toon waar ik het spontaan koud van krijg. ‘Wil jij dat op je geweten hebben?’ Melia haalt nog steeds glimlachend haar schouders op en verdwijnt weer even geruisloos als ze gekomen is. Clover draait zich woest om en gooit haar dolk in de richting van de kastanje die achter me staat. Het lemmet verdwijnt tot over de helft in het hout.
‘Wat was dat allemaal?’ fluister ik naar Taika terwijl Clover langs me heen stormt om de dolk weer op te halen.
‘Clover is een jaar geleden uit haar clan vertrokken om zich bij Aslan aan te sluiten. De woudgeesten bemoeien zich nooit met de andere volken van Narnia, daar staan ze om bekend. Maar de tirannie van Jadis, de Witte Heks, werd onhoudbaar, en Clover wou niet langer werkloos toekijken vanaf de zijlijn. Ze maakte zich los van haar clan en ging tegen de regels van haar ras in. Sindsdien is ze een van Aslans vertrouwelingen, en ze heeft nooit meer met de andere nimfen gesproken. Melia is...’
‘Mijn zus,’ maakt Clover het verhaal af en ik draai me betrapt om. De nimf kijkt me aan, maar voor het eerst zie ik geen boosheid in de blauwe ogen. Alleen eenzaamheid. ‘Woudgeesten leven in groepen. Het leven zonder mijn clan was... moeilijk. Maar liever dat dan niks doen en toekijken hoe de wereld om ons heen in elkaar stort.’
Achter ons ritselen de takken weer en Clover wervelt zo snel om dat haar haren in mijn gezicht zwiepen. Maar het is alleen Melia, met een bundel onder haar arm.
‘Het zijn oude spullen van jou. Ze zullen haar wel passen.’ Ze glimlacht nog steeds zo vaag en loopt achterwaarts weg, haar ogen strak gericht op haar zus en de getrokken dolk. Pas wanneer er geen geluid meer te horen is, schuift Clover het wapen weer in de schede en wendt zich tot mij.
‘Mooi dan. Laten we eens kijken of we jou strijdvaardig kunnen maken.’
‘Zo. Nu kan je er wel mee door.’ Clover en Taika knikken tevreden en ik voel ongelovig aan de spullen. Van beneden naar boven ben ik in het nieuw gestoken.
Stevige bruine laarzen met brede, feloranje randen aan de bovenkant. Ze doen een beetje middeleeuws aan met de goudkleurige boord, en gelukkig komen ze niet zo hoog als die van Clover, ze raken net de helft van mijn schenen. Een rode rok met een gouden boord en een goudkleurige sjerp komt tot halverwege mijn dijen, en aan een leren riem bungelt een kort maar scherp zwaard. Mijn bovenlijf wordt bedekt door een mouwloos lederen borstkuras met een witte linnen binnenkant. Het is stevig, maar toch licht genoeg om mijn beweging niet te belemmeren. Het kuras heeft gouden en groene versieringen en ziet er eigenlijk best kostbaar uit. Om mijn rechterbovenarm zit een goud met groene band, aan mijn linker zit een losse mouw van wit linnen met een oranje manchet aan de onderkant en een gouden band met een paar lange groene veren aan de bovenkant. In mijn haar zit een soort speld geschoven, zodat het lijkt dat er aan de linkerkant nog een paar van die veren tussen mijn haar groeien.
Ik snap er eigenlijk niet veel van, maar ik neem aan dat het iets te maken heeft met de tradities van de woudgeesten.
‘Het is mijn trainingsuniform,’ flapt Clover er plots uit. ‘Woudgeesten houden zich dan wel uit de zaken van andere Narniërs, we hebben onze eigen oorlogen. Melia en ik zijn opgeleid door de kapiteinsgarde van onze clan, en zij dragen allemaal zo’n uniforms. Dit was mijn allereerste wapenuitrusting.’
‘Ben ik even blij dat wij wolven daar geen last van hebben,’ grinnikt Taika terwijl ze me met haar kop scheef bekijkt. ‘Kom op, het is nog een eind stappen naar de rustplaats van de patrouille, en Farwiz laat zich niet makkelijk verrassen.’
‘Taika, waarom noemde Melia jou een deserteur?’ flap ik eruit. De wolf blijft staan en kijkt me indringend aan.
‘Omdat ik dat ben. Ik was één van de wolven van de Heks, maakte deel uit van haar persoonlijke lijfwacht. Maar op een dag heb ik eens flink nagedacht en zijn mijn ogen opengegaan. Jadis vernietigt dit land. Ze moet gestopt worden. Maar aangezien een oorlog niet in één slag gewonnen wordt, heb ik me bij Aslan aangesloten als dubbelspion en hem op de hoogte gebracht van de bewegingen van de patrouille. Als wij de wolven onderscheppen en een einde maken aan hun terreur, zullen de Narniërs weer hoop krijgen en het leger durven vervoegen. Samen hebben we tenminste een kans tegen de Heks.’ Ik sla verlegen mijn ogen neer en schop wat in de sneeuw, als plots een klein sneeuwklokje er doorheen piekt.
‘Het wordt lente,’ fluistert Clover. Ze gaat op haar hurken zitten en streelt zacht langs het tere witte kelkje. ‘De eeuwige winter is ten einde, precies zoals de profetie voorspelde. Dat is ons teken.’ Ze richt zich op, zwaait haar haren uit haar gezicht, en voor het eerst zie ik een lach op haar gezicht.
Taika, Clover en ik liggen onder de overhangende tak van een den en gluren over de rand van het heuveltje. In een beschaduwde kom, omringd door dichte bomen, liggen een twintigtal wolven uit te rusten. Sommigen drinken van de plassen smeltwater, anderen zitten eekhoorns en vogels achterna om hun rammelende magen te vullen. De kreten van hun slachtoffers als ze er één te pakken krijgen, zetten het haar op mijn armen overeind. Poes heeft zich trillend in de den verstopt en weigert weer naar beneden te komen.
‘Klaar, Mary Buckland?’ Ik knik nerveus. In het late zonlicht heeft Clover me de basisgrepen van zwaardvechten bijgebracht. Het ging me redelijk af, maar nu voel ik me toch niet meer zo zeker. De maan komt op en weerkaatst op scherpe tanden en klauwen.
‘Farwiz is voor mij,’ gromt Taika, haar ogen gefixeerd op een enorme zwarte wolf met hoektanden als messen.
‘Nu!’ Clover springt recht en rent de heuvel af. Haar handen bewegen zo snel dat drie wolven door pijlen geveld neervallen voor ik goed en wel rechtop sta. Taika is een witte schicht, ze vliegt de dichtstbijzijnde wolf naar zijn keel en loopt door, haar muil gevlekt met bloed. Haar tegenstander valt jankend achter haar neer.
‘Ik ben niet goed wijs,’ mompel ik, maar ren toch maar achter hen aan. Een grijze wolf rent huilend op me af, ik knijp mijn ogen dicht en haal uit met mijn zwaard. Ik voel dat ik iets raak, en als ik mijn ogen open ligt het beest met een opengereten buik aan mijn voeten. Ik voel me misselijk, ik ben dol op dieren. Maar nu is het ik of zij.
De laatste drie wolven cirkelen rug aan rug in het rond, grauwend en blaffend naar ons.
‘Verrader,’ gromt de leider naar Taika, die haalt als antwoord uit naar zijn kop en laat een diepe, bloedende jaap achter op zijn snuit.
‘Ik heb mijn kant gekozen, Farwiz. En daar kan jij niks tegen doen.’
‘Je hebt je tegen je eigen ras gekeerd!’
‘Mijn ras, dat zich voor de kar van de Heks laat spannen.’
‘Gaan jullie de hele dag beledigingen staan uitwisselen, of doen jullie nog wat?’ schreeuwt Clover. Ze gooit haar dolk naar de kleinere wolf met de donkere streep op zijn rug. Het wapen treft, maar niet diep genoeg. De wolf jankt als het lemmet zijn flank raakt, en vliegt dan dol van woede op de nimf af. Die krijgt haar boog niet snel genoeg omhoog en het massieve beest werpt haar omver, brengt zijn kaken omlaag naar haar keel.
Ik kan haar nooit op tijd bereiken, maar door goed geluk struikel ik in mijn spurt, schiet vooruit met mijn zwaard nog in mijn hand en stoot de punt tegen het zachte stuk van de keel van de wolf. Meteen sluit Clover haar hand over de mijne om het gevest en samen duwen we het wapen door de kop van de wolf. Het bloed spat over mijn gezicht en de geleende kleren, en ook Clover krijgt de volle laag.
Achter ons, een hard gejank. Farwiz heeft Taika bij haar nekvel gegrepen en zijn tanden scheuren aan haar vlees. Clover staat echter weer overeind en schiet bijna geroutineerd een pijl door zijn hals. Als het beest huilend neervalt, buigt Taika zich over hem heen en maakt met een korte knauw een einde aan zijn doodsstrijd.
Hijgend, gewond en onder het bloed zakken we met z’n drieën in elkaar bij het riviertje en vallen prompt in slaap. Ik ben me nog vaag bewust van poes die op mijn borst gaat liggen.
‘Word wakker, Mary Buckland.’ Een diepe, aangename stem zegt mijn naam en ik open mijn ogen. Meteen ben ik klaarwakker als ik in de roestbruine ogen van een enorme leeuw kijk. ‘Ik ben Aslan. Ik ben jou en je gezellen dankbaar voor wat jullie gisteren gedaan hebben. De profetie is uitgekomen, toen het nieuws bekend werd dat de patrouille verslagen was, zijn de Narniërs van over het hele land naar het kamp gekomen, om deel te nemen aan de oorlog. Dankzij jullie heeft het leger van de vrije Narniërs weer hoop gekregen.’
‘Euh... Graag gedaan?’ piep ik.
‘Wat is er... Oh! Hallo, Aslan,’ geeuwt een slaperige Clover.
‘Ik hoop dat je uitgeslapen bent, Clover. Een boogschutter als jij zullen we kunnen gebruiken. En Taika, dat geldt ook voor jou.’
‘Je weet dat je op ons kunt rekenen, Aslan,’ glimlacht de wolf.
‘En ook op ons,’ klinkt een stem achter ons. Melia stapt uit de struiken, gevolgd door tientallen nimfen, allemaal tot de tanden gewapend.
‘De terugkeer van Clover naar deze gebieden en haar contact met haar zus heeft onze clan aan het denken gezet,’ zegt een jongeman met lang, goudkleurig haar en een groene mantel om zijn schouders. Nu pas valt het me op dat alle nimfen kleren dragen zoals die van mij. De kapiteinsgarde. Dus dan is die man de leider van Clovers’ clan? ‘De neutraliteit van de woudgeesten draagt niet langer bij tot een beter Narnia. De tijd van diplomatie is voorbij. Het is tijd om te vechten voor onze vrijheid.’ Alle nimfen buigen glimlachend het hoofd en heffen hun bogen boven hun hoofd. Melia stapt tot bij haar zus, trekt haar dolk en houdt die voor zich uit.
‘Voor Narnia,’ glimlacht ze. Clover lacht terug, trekt haar dolk en houdt het lemmet tegen dat van Melia.
‘Voor Narnia.’
Aslan laat een paard voor me halen, en Clover en Taika brengen me terug naar de lantaarn. Clover zit achter me op het paard, Taika rent naast ons mee. Poes ligt alweer te slapen, dat beest is echt niet te geloven.
Aan dit tempo gaat de reis veel sneller, en voor ik het weet sta ik weer op de bekende plek. Ik zie het gat tussen de struiken waar ik doorheen ben gekomen en poes springt meteen uit mijn armen, trippelt met zijn staart omhoog naar binnen.
‘Wel, Mary Buckland, bedankt.’ Clover glimlacht en steekt haar hand naar me uit. Ik schud die en maak een buiging naar Taika.
‘Zie ik jullie ooit terug?’
‘Wie weet. Als je ooit weer een deur naar Narnia vindt, zullen we je opwachten,’ zegt Taika met een glinstering in haar gele ogen. Ik zwaai een laatste keer naar hen, kruip dan op mijn knieën de duiker in.
Ik rol bijna languit in de beek als ik eindelijk weer licht zie. Poes klimt voor me uit het talud op en wrijft langs mijn enkels tot ik hem weer optil. Verbaasd kijk ik om me heen. De zon staat op hetzelfde punt als toen ik in de duiker verdween, en die wolk in de vorm van een ananas hangt nog steeds boven mijn hoofd. Het lijkt wel of er geen tijd verstreken is.
‘Een beetje vreemd, hé poes?’ zeg ik. Hij antwoordt met een bevestigende miauw. ‘Maar wij weten wel dat het echt was.’
De volgende dag. Mama vond het goed dat poes blijft, hij ligt nu waarschijnlijk op mijn voeteneinde te maffen. Ik loop het schoolplein op en zie Bobby Parker in de hoek staan praten met een paar jongens, en Ariel Sullivan hangt ook om hem heen. Ik slik een paar keer, adem diep in en uit. Kom nou, Mary! Wie met wolven durft vechten, durft dit ook.
‘Hé, Bobby?’ Ik ga tussen hem en Ariel staan. ‘Wil jij met me naar het bal?’
Hij staat ook op Q. met foto's van Clover en Mary, voor wie het interesseert...
http://www.quizlet.nl/stories/599/lost-in-neverland/
Reacties:
Dat einde!! Ik lag PLAT en dat is moeilijk, want ik ben een klopgeest
Maar ooohh, ik wil meeeeer, en ik weet dat Hero For A Day is afgelopen, maar er zijn nog meer LiN-verhaaltjes, niet?
(O_o ik heb nog zoveel te lezen en nu wil ik al meer.... No, I'm not addicted )
<3
WOOOH!
It's great ;D
En eh... Meer weet ik niet te zeggen?
Ik moet in mijn reacties echt meer woorden gaan gebruiken. *sigh*
xoxo
WOOEHOEEEÉ !!
Dat van stukje van die bloedende wolven was echt ransig ><
Voor de rest weer super koel!
Love it <3
Snel verder plz