Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijd-stuff » Vakantiedingesgedoereis

Schrijfwedstrijd-stuff

21 aug 2009 - 20:31

925

3

426



Vakantiedingesgedoereis

de derde opdracht van hilfxmir's schrijfwedstrijd. en nu lig ik er uit, sorry. vaarwel, schrijfwedstrijdgenootjes. veel succes allemaal.

Eindelijk, Duitsland. Ik zucht en zet mijn lieve krotte autootje in de vijfde versnelling.
Ik weet ook niet hoe ik het geflikt heb, maar ik ben Nederland uit, weg van mijn zeurouders. De enige school waar ik echt heen wil heeft een wachtlijst en ik ben nog lang niet aan de beurt, dus ik heb een jaartje vrij. Een heel jaar - ik kan doen wat ik wil!
Bovendien heb ik nu een auto. Een echte auto, voor mij alleen. Hij was eerst van mijn vader, maar die heeft zijn droom verwezenlijkt en een Lamborghini met een V8 motor gekocht.
Met mijn blote voet trap ik het gaspedaal diep in en ik kan het niet laten om te glimlachen. Waarom met blote voeten, vraag je? Schoenen vergeten. Ik ben gewoon op mijn pantoffels vertrokken.
Ik draai de buitenspiegel iets naar binnen en besluit bij het volgende tankstation slippers te kopen.
Ik zucht nog eens en kijk naar het schermpje op het dashboard. Kwart voor vijf. Donker is het nog lang niet, maar ik begin wel honger te krijgen. Ik ben nu al bijna twee uur onderweg - een bordje met ‘Bocholt 6 km’ schiet langs me heen.
Het ruikt niet bepaald fris in mijn autootje en ik schuif snel het raampje naar beneden. Het benzineaanwijzertje staat bijna op ‘E’ en bij het volgende tankstation stop ik. Zonder schoenen stap ik de auto uit. Het asfalt gloeit. De geur van benzine dringt mijn neus binnen en vermengt met de geur in mijn auto - broodjes, energiedrank en chips. Dat samen ruikt niet bepaald fris, maar goed, zo voel ik me ook niet.
Ik gooi snel de benzinetank vol en kijk op de meter. Dag veertig euro en zeven cent.
Op het gloeiend hete asfalt huppel ik naar winkeltje bij het tankstation. Verscheidene mensen kijken me raar aan. De koude tegels binnen zijn een verademing.
Tien minuutjes later kom ik met tweeënveertig euro minder en een paar supergoedkope slippertjes weer naar buiten en ga ik weer in mijn auto zitten, waar de geweldige geur me spontaan misselijk maakt.

Negen uur later sta ik aan de grens van Slovenië - de achterbank vol lege blikjes energiedrank, mijn haar een en al klit, mijn ogen bijna te moe om te kijken en een grote thermoskan met koffie in mijn hand - maar goed, ik ben niet in slaap gevallen - nog niet. Ik gaap en laat mijn paspoort zien aan de man van de douane.
Nog geen tien minuten later ben ik weer op weg, op de A8 met een vignette-stickertje op de voorruit. Ik zet de radio aan, en als er leuk nummer komt zet ik het volume op ‘max’ en zing ik keihard mee.
In gedachte lig ik al in het zeewater. De zon die op mijn gezicht schijnt…
Na twee uur rij ik bij de aflag richting de 229 de A5 af, en dan moet ik links - nee, rechts afslaan bij Osojnikova Cesta - of was het bij Ormoška Cesta? Nee, daar moet ik naar links. Toch? Ik zucht en zoek onder mijn stoel naar de routebeschrijving, ik doe mijn best op met een hand mijn stuur recht te houden. Ja, naar rechts. En dan weer links en dan rechts bij Ze-nog iets en daarna - eh - de 690 op?! Zoiets.
Na nog vijftien minuten lacht een bordje met ‘Dobro doÅ¡li u Hrvatska’ me vriendelijk toe en met een brede grijns op mijn gezicht koop ik nog een vignette.
Ik krijg een tintelend gevoel in mijn buik als ik even later, om half zes ’s ochtends langs Zagreb rij. Al die bekende plaatsnamen…
Dat zelfde gevoel krijg ik als ik bij afslag Lučko richting Split rij. Split… Split waar de ferryboten staan.

Nadat ik in totaal zo’n zeventien uur in mijn autootje heb gezeten kan ik de haven van Split al door de bergen zien. Dat heb ik al zo vaak gezien dat ik bijna ga huilen van een raar soort blijheid. Ik sla mezelf op mijn achterhoofd en mompel dat ik niet zo raar moet doen, maar als ik dan op de parkeerplaats bij de ferryboten sta en in kauwgom stap komen er zoveel herinneringen terug dat ik toch weer bijna ga huilen. Wat heb ik hier lang op gewacht. Snel loop ik richting het oude restaurantcafeetje met de smerige toiletten. De bedwelmende hitte die ik gewend ben is er nu al - om acht uur ’s ochtends. Ik ga aan een tafeltje zitten dat naast een groep dikke toeristen in Hawaï-shirts staat en bestel een cola. De eerste ferry naar Supetar gaat volgens mijn foldertje pas over een een uur. Als ik naar het woord Supetar kijk krijg ik weer een dat rare gevoel van herkenning. Ik ga vanzelf glimlachen.
Vijftig minuten later leg ik zeven euro in plaats van vijf euro op de toonbank van het restaurantje neer en de vrouw achter de kassa trekt haar wenkbrauwen op. Na een uitgebreid ge-o-bedankt-dat-had-je-echt-niet-hoeven-doen-hoor - in het Italiaans en Engels door elkaar - ga ik weer in mijn autootje zitten, waar de stank me tegemoet komt. Langzaam rij ik achter een zwarte BMW aan, de boot op. Ik zet de auto op de handrem en laat alle troep liggen. Snel loop ik de stalen trappetjes op waar de rode verf van af bladdert en ik ga helemaal boven op de dek staan. Als ik over de rand hang kan ik Brač al zien. Er klinkt een schel toetergeluid en de ferry komt langzaam maar zeker in beweging. Het is haast nog heter dan eerst en hoewel de schaduw heel aantrekkelijk is blijf ik toch buiten staan - er komt zo meteen toch wel wat wind.


Reacties:


Eef95
Eef95 zei op 15 aug 2009 - 16:09:
mooi


hilfxmir
hilfxmir zei op 20 juli 2009 - 13:02:
goed geschreven^^


Phae
Phae zei op 20 juli 2009 - 10:26:
=D