Hoofdcategorien
Home » Tokio Hotel » Oude(re) SA's » Je kunt ervan genieten, je kunt eraan ten onder gaan
Oude(re) SA's
Je kunt ervan genieten, je kunt eraan ten onder gaan
In de namiddag wil ik nog naar de stad. Ik kijk Tom, Gustav en Georg heel lief aan of ze mee willen. Vooruit dan maar. Zegt Georg. Yeee! Eindelijk gaan jullie weer mee! Zeg ik vrolijk. Vind je het gek, bij jou duurt het altijd een eeuwigheid. Zegt Tom. Ik negeer het.
Even later zitten we in de bus. Georg en Tom zitten aan de andere kant van het gangpad over lekkere meiden te praten. Ik zit naast Gustav. Ik zucht. Wat duurt het lang, ik verveel me.
We rijden langs de rand van het water.
Ik hoor een hoop getoeter en we slingeren heen en weer. Voor ik het weet vallen we met bus en al in het water.
Wat moeten we doen? Zeg ik paniekerig tegen Tom. We kunnen proberen om een zijkant open te maken en dan wegvluchten. Zegt Tom.
We proberen het, we trekken aan alle deuren maar het gaat niet. Hier hebben we meer mensen voor nodig. Zegt Tom. Niet meer mensen, meer vampiers. Die zijn sterker. Zeg ik. Leuk bedacht, maar wie willen er nou weer vrijwillig gebeten worden? Zegt Tom. We kijken naar Gustav en Georg. Zij snappen de hint ook al. Oké, omdat we anders sowieso geen overlevingskans hebben. Zegt Gustav. Inderdaad. Kom maar op. Zegt Georg. Hij is wel een beetje bang voor wat er komen gaat.
Daar gaan we. Niet schrikken. Zeg ik tegen Gustav. Ik bijt in zijn nek. Het bloed loopt mijn mond in, heerlijk. Langzaam voel ik Gustav onder me wegzakken. Wel blijven staan joh. Zeg ik lachend.
Ik kijk naar Georg die een beetje met afschuw naar het tafereel stond te kijken. Komt er nog wat van of moet ik het doen. Zeg ik lachend. Laat Tom het maar doen, jij drinkt me vast helemaal leeg. Zegt Georg. Tom bijt Georg, ik zie hem genieten, het kan ook niet anders in ons geval.
Kom op jongens, we moeten die deur eruit krijgen. Zeg ik. Met zijn vieren duwen we tegen de deur aan. En na een tijdje is er resultaat, de deur gaat open. We klimmen naar buiten. We moeten verder vliegen. Zeg ik. Hoe? Zegt Gustav in paniek.
Shit, even vergeten dat hij dat soort dingen moet leren beheersen. Hetzelfde geldt voor Georg. Ik pak Gustav onder zijn armen langs vast en til hem de lucht in. Tom volgt mijn voorbeeld. Zullen we nog naar de stad gaan? Zeg ik sarcastisch. Geen van allen hebben we daar nog zin in. We vliegen gelijk door naar huis.
Als ik naar Gustav kijk merk ik op dat hij nu een makkelijke prooi is. Langzaam open ik mijn mond. Afblijven Bill. Hoor ik Tom zeggen. Shit, gesnapt. Bill! Wilde je me wéér bijten! Een keer vind ik al meer dan genoeg. Zegt Gustav. We vliegen weer verder.
Eenmaal thuis gaan we gelijk voor de tv zitten, ik ga wat zappen.
Dan komt onze bus van vanmiddag langs. Ik laat de zender staan. Vanmiddag is er een bus door de vangrail het water in gereden. De chauffeur verloor de macht over het stuur. Vertelt de vrouw. Twee jongens zochten naar een uitgang. Ze probeerden om de deuren open te krijgen, maar dat was tevergeefs. In plaats daarvan bedachten ze dit. Zegt de vrouw. Ze laten een filmpje zien waarop je Tom en mij aan de deuren zag trekken en duwen. We overlegden even met elkaar. Vervolgens zie je uitgebreid hoe ik Gustav bijt. Ik hoef het niet nog een keer te beleven. Zegt Gustav. Ik vond het anders heel erg lekker. Zeg ik. Smeerlap! Zegt Gustav weer. Dan worden we onderbroken door de vrouwenstem. Let u vooral op de lange hoektanden en de rode oogkleur. We vermoeden dat het vampiers zijn. Als u deze jongens ziet, neem dan gelijk contact met ons op. Zegt ze. Shit, nu kunnen we niet meer over straat. Zegt Georg. Het beeld was wazig. Met een beetje geluk worden jullie niet herkend, zo lang waren jullie niet in beeld. En het is gefilmd met een mobieltje, de camera is veel bewogen, dus het is slechte kwaliteit. Zeg ik. Maar jij bent lang en dichtbij gefilmd. Dus ze kunnen je herkennen. Zegt Tom.
Die nacht gaan we stil naar buiten. Bij een boom blijft Tom staan. Bill, we kunnen beter naar huis gaan. Zegt hij. Hoezo? Vraag ik nieuwsgierig en ga naar hem toe. Daar is een brief met een foto opgehangen. Met grote letters staat er boven: Gezocht. De foto die eronder staat is wel scherp, maar alleen van mij. Tom, we gaan. Zeg ik.
Als we thuis zijn zit ik op de bank. Wat moet ik nou? Ik kan niet meer naar buiten.Moet ik nu voor altijd binnen zitten. Zeg ik tegen Tom. Die zoektocht zal toch wel ooit stoppen? Zegt hij. Nu zit ik echt in de prut. Ik doe niemand kwaad, en toch word ik gestraft.
Dan wordt er aan de deur gebeld. Tom trekt zijn pet wat lager en doet open. Goede avond. Sorry dat ik u stoor, maar heeft u deze jongen gezien? Vraagt een agent. Tom schudt van nee. Oké, bedankt. Zegt de agent en gaat weg. Tom sluit de deur. Wat zei je toch weer lekker veel. Zeg ik voor de grap. Doe jij de volgende keer dan maar open, eens kijken wat er dan gebeurt. Zegt Tom. Hij is duidelijk geïrriteerd.
Ik ga naar mijn kamer. Daar ben ik tenminste alleen. Ik zak op mijn bed neer.
Ik hoor Tom praten met Gustav en Georg. Ze gaan naar huis. Niet veel later komt Tom naar boven. Sorry dat ik zo uitviel Bill.Zegt hij. Ik antwoord niet. Ik was ook gestresst. Ineens komt er zon agent die vraagt of ik mijn broertje heb gezien. Zegt Tom. Maar jij kunt nog over straat. Zeg ik bijna huilend. Ja, maar als ik mijn mond open doe om iets te zeggen ben ik al verraden. Zelfs als mensen goed kijken hebben ze me door. Alleen die agent van daarnet lette daar niet op. Zegt hij. Hij heeft gelijk, door één zon actie krijgen ze ons allemaal snel door.
Ik zucht diep. Het enige wat ik kan dien is hopen dat het morgen over is. Zeg ik. Allebei gaan we slapen.
De volgende ochtend word ik door Tom wakker gemaakt. Bill, wakker worden. We moeten weg hier. Zegt hij. Langzaam krijg ik door dat hij haast heeft. Als ik naar buiten kijk zie ik wat hij bdoelt. Ik kan hem nog niets vragen of we zijn al weg. Tom geeft een heel korte uitleg. Die agent van gisteren heeft beter opgelet dan ik dacht. Zegt hij. Ik ren achter hem aan het huis uit. We moeten door de menigte. Allemaal handen pakken me vast. Tom! Help! Roep ik. Fotografen willen een foto maken, maar ze krijgen me er niet op. Ik ben niet te zien op fotos, videos en ik heb ook geen spiegelbeeld. Maar hoe de persoon van het mobieltje ons erop kreeg is mij een raadsel.
Veel mensen trekken aan mijn armen. Laat me los! Schreeuw ik. Ik probeer me los te trekken maar het gaat niet. Ze binden mijn polsen op mijn rug. Ik stribbel tegen en doe alsof ik ze ga bijten. Maar dat doe ik niet, dat zijn ze niet waard. Maar dat weten zij niet.
Toms pov:
Ze hebben Bill te pakken! Ik hoor hem schreeuwen.
Maar als ik nu in actie kom dan heeft hij daar niets aan, want ze zouden mij waarschijnlijk ook pakken.
Ik zie een soort busje staan met dezelfde naam erop als de naam op de jasjes van de mannen die hem meenemen.
Snel glip ik erin, en niet veel later is Bill er ook. De deuren worden gesloten en de mannen staan buiten te praten. Bill, ik ben hier. Fluister ik. Hij kijkt mijn kant op. Tom! Wat ben ik blij om je te zien. Zegt hij. De deuren worden weer open gedaan, snel ga ik weer in het donkere hoekje zitten. Eens kijken wat we hier hebben. Zegt een man. Hij doet allerlei testjes, en kijkt ook naar Bills hartslag. Wat raar. Jouw hartslag gaat trager dan die van de meeste mensen. Zegt hij. Dat kon ik je ook wel vertellen. Zegt Bill droog. Ik moet moeite doen om mijn lach in te houden. En waarom zei je het dan niet? Vraagt de man. Je vroeg er toch niet naar?En trouwens, zou je mij geloven? Zegt Bill. Ik lig plat. Bill met zijn rare opmerkingen. Nou moet jij niet gaan lachen. Zegt Bill verontwaardigd. Sorry, ik kon het echt niet meer inhouden. Zeg ik. De man staat verbijstert te kijken. Mag ik u even wat uitleggen. Zeg ik tegen de man, terwijl ik Bill losmaak. Wij doen echt helemaal niets. We willen gewoon leven, net zoals alle andere mensen. Leg ik uit. Nu is Bill los. Maar Op dat filmpje, in de bus - Zegt hij. Als we niets hadden gedaan, dan waren we sowieso verzopen. Zegt Bill. En diegenen die wij beten, dat waren onze vrienden. Zo konden we uit de bus ontsnappen. Vertel ik. Dus jullie wilden niemand kwaad doen. Zegt hij. Bingo. Je hebt het door. Zeg ik.
Bills pov:
Tom speelt nu een heel slim spelletje. Hij maakt de man ook duidelijk dat we normaal niemand bijten, en dat we er ook niet van genoten hebben. Hij moest eens weten, het was heerlijk!
De man gelooft alles en zet ons thuis af, en hij biedt ook nog zijn excuses aan. We zeggen hem vriendelijk gedag.
Als de deur dicht is, en we weten zeker dat er niemand luistert zeg ik: Tom, ik heb trek. En waarin dan wel? Cola, chips, pizza? Vraagt hij. Ach Hij houdt zich weer dom. In jou. Zeg ik. Oeh, goed idee, als ik wat van jou mag. Zegt hij wenkbrouwwiebelend. Maar je vond het toch helemaal niet lekker, of heb je die arme man de waarheid niet verteld? Zeg ik. Terwijl ik praat drijf ik hem steeds meer in een hoekje van de kamer. Nu staat hij met zijn rug tegen de muur aan. Slim spelletje Bill. Zegt hij. Ik bijt een snee in Toms pols en begin te drinken. Tom doet hetzelfde met mijn pols. We genieten ervan. We zouden wel eeuwig door kunnen gaan.
Er wordt aan de deur gerommeld. De enige die dat kunnen zijn, zijn Gustav en Georg. Zij hebben ook een sleutel van het huis. En inderdaad, zij zijn het. Tom en ik gaan ongestoord verder.
Gaat het lekker jongens? Zegt Georg lachend. We houden op. Ik lik de laatste restjes van Toms pols af. Hij krijgt er kippenvel van. Lachend kijk ik naar hem. Daar kan je niet tegen hè. Zeg ik lachend. Ik laat zijn pols los. Ondertussen heb ik die van mij ook al terug. En om maar even antwoord te geven op je vraag: Ja, het was hartstikke lekker. Zeg ik tegen Georg. Ik zag dat ze allebei een beetje verlekkert hadden staan kijken. Als jullie ook zo graag willen, waarom doen jullie het dan niet? Vraagt Tom. Daar moeten ze even over nadenken. Geen idee. Geeft Gustav uiteindelijk toe. Eens moet de eerste keer zijn. Zeg ik. Je hebt gelijk. Zegt Georg. Doe dan. Moedig ik aan. Mar hoe? Vraagt Gustav. Ga gewoon op je instinct af. Dan komt het goed. Zegt Tom. Gustav en Georg kijken elkaar even aan, maar na een minuutje zijn ze niet ;meer van elkaar af te houden..
Ik sta naar ze te staren. Kom op kwijlebal, ik heb geen zin om enkel toe te kijken. Zegt Tom. Ik krijg een grijns op mijn gezicht, en ook wij genieten weer met volle teugen. Ik sluit mijn ogen om er helemaal van te genieten.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.