Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Naamloos. » Opdracht 1

Naamloos.

21 juli 2009 - 12:15

1157

1

377



Opdracht 1

Naam: Amélie Valente
Geboortedatum: 09-07-’94 (15)
Uiterlijk: Schouderlang zwart haar, goudbruine ogen en een lelieblanke huid. Tenger van postuur, en met een lengte van 1,58 erg klein voor haar leeftijd. Het liefst draagt ze een zomerjurkje tot haar knieën met daaronder rode vans, gekocht voor een prikkie in een outlet. Iets wat ze altijd bij zich heeft is een zwart Ciao Bella-tasje. Op iedere hoek van de straat stond wel een verkoper die een toerist zo’n tasje aan probeerde te smeren, de een nog goedkoper dan de ander.
Karakter: Erg rustig, maar kan soms fel uit de hoek komen. Ze is altijd vrolijk en zweeft haast door het leven. Toch maakt ze zich geen illusies.
Levensverhaaltje: Amélie’s moeder (Estelle) kwam uit het Franse deel van Zwitserland. Amélie was tweetalig opgevoed; Estelle had Amélies vader - hij kwam uit het Italiaanse gedeelte en heette Gaetano - ontmoet bij een congres in 1990. Het klikte meteen en na een jaartje was Estelle ingetrokken in zijn huis. Toen Amélie geboren werd, woonden ze vlak bij de Italiaanse grens, in het plaatsje Lugano, waar Estelle Italiaaans leerde spreken. Toen Amélie vier jaar was, had haar vader een baan aangeboden gekregen in het centrum van Milaan, en hij verhuisde met zijn gezin naar een luxe appartement drie straten verderop. Daar woonde ze nu nog.

Hoofdstuk
Precies drie weken voor haar vijftiende verjaardag liep Amélie naar school. Ze floot een vrolijk deuntje. De twee sterke armen die haar een steegje in sleurden kwamen dan ook volkomen onverwachts. Vervolgens werd er een naar mottenballen ruikende doek tegen haar gezicht gedrukt. Voordat ze zich kon realiseren dat ze gekidnapt werd, was ze al bewusteloos.

Verward keek Amélie om zich heen. Ze lag op een harde brits in een piepkleine cel, ze schatte hem drie bij vier meter. Tegenover de brits stond een koperen waskom met een blok zeep ernaast. De muren waren van baksteen en erg hoog. Ze schatte ze vijf meter. In een hoek droop een straaltje water naar beneden. Haar tasje was ze kwijt en haar Vans lagen naast de brits.
Waar was ze? Wat deed ze hier? Wie had hier naar deze plek gebracht? Hoe was ze hier gekomen? Geen van deze vragen kon ze beantwoorden.
Ze speurde de cel af, op zoek naar een uitgang. Die vond ze niet. Op ongeveer vier meter hoogte zat een gat in de muur waar daglicht doorheen viel. Met geen mogelijkheid kon ze erbij.
‘O jee, hoe moet ik hier nu weer uit komen?’ mompelde ze, terwijl ze de deur inspecteerde. Ze had net iets ontdekt wat op een groot kattenluik leek, toen het ineens openging. Er werd een bord naar binnen geschoven.
‘Hé! Hé! Help! Haal me hier uit! Nu! Kom op!’ Ze stak haar arm door het luikje, maar iemand trapte op haar vingers. Sissend van de pijn trok ze ze terug. Het luikje werd met een klap dichtgeschoven en op slot gedraaid. Ze zoog op haar wijsvinger, die het het zwaarst te verduren had gekregen. Wanhopig ging ze op de brits zitten. Hoe kwam ze hier ooit uit?
Na een tijdje begon ze honger te krijgen, dus keek ze wat er op het bord lag. Een glas water en wittebrood, naast een schaaltje olijfolie en zout. Eerst zou ze dat maar eens eten. Ze strooide wat zout in de olie, scheurde een stukje brood af en doopte het erin. Het smaakte best goed, en ze at het helemaal op. Met het glas water spoelde ze de laatste restjes brood weg.
Amélie probeerde nog wat te slapen, maar dat ging vrij lastig. Na een paar uur lukte het haar eindelijk om in slaap te komen.

De deur ging met veel gekraak open. Met een ruk schoot ze overeind. Een jongen van haar leeftijd stapte binnen. Hij was vrij zwaargebouwd en hij droeg een wit overhemd en een zwarte broek. Zijn haar was zwart, evenals zijn ogen. Hij zag er Spaans uit. In zijn handen hield hij een dienblad
‘Jij! Haal me hier weg! Nu!’ riep ze in het Italiaans. Geen reactie. Toen in het Engels. Weer niks. In het Frans kreeg ze ook geen reactie terug. Hij ging gewoon door met wat hij deed; het vuile bord weghalen.
Dit tafereel herhaalde zich twee dagen achter elkaar. De derde dag had ze wat nieuws bedacht. Ze zou de jongen overmeesteren en hem als gijzelaar gebruiken om uit het gebouw te komen.
De volgende dag kwam hij weer, deze keer met een nieuwe waskom vol water. Ze deed alsof ze sliep, en hij verwisselde stilletjes de kommen. Toen hij met zijn rug naar haar toe stond, stortte ze zich boven op hem en bewerkte zijn hoofd met vuistslagen. Het leek wel alsof de jongen van ijzer was. Hij negeerde haar. Hij liep weer terug naar de deur. Daar aangekomen schudde hij haar zo van zich af. In een hoopje viel Amélie op de grond. En ze bleef daar liggen. Totaal uitgeput. In kleding die ze al een week aanhad, haar haar vol klitten, met stinkende adem.
De volgende ochtend werd ze wakker op de plaats waar ze ineen was gezakt. Ze sleepte zichzelf naar de brits en ging liggen. De deur ging weer open. Ze kon het niet eens opbrengen om op te kijken, totdat ze een stem hoorde. Er stond een andere jongen. Hij was heel knap, en keek haar nieuwsgierig aan. Opeens klonken er voetstappen op de gang. Hij smeet de deur dicht en begon gejaagd in het Spaans te praten. Met wat moeite kon ze het verstaan. Het kwam erop neer dat hij Juan heette en hier gedwongen werkte. Hij wist hoe ze weg moest komen uit de cel. Over een week zou hij, wanneer het donker was, drie keer het etensluikje op en neer schuiven. Dan kon zij door het raam van de cel klimmen en naar beneden springen, waar een paar vrienden van hem met een vangnet klaarstonden. Het was maar vijf meter naar beneden, beweerde hij.
Hij draaide zich om en gooide een vijl op de grond. Daarmee zou ze handgrepen vijlen. Ze ging meteen aan de slag. Ze kon niet veel kracht zetten, omdat ze was verzwakt door haar dieet van water en brood. Na een week had ze het nog niet af. De bovenste greep miste nog, waardoor ze net niet bij het raam kon komen. In de laatste nacht, toen het al lang donker was, vijlde ze op de tast. Het was bijna af, en… het etensluikje schoof drie keer open. De vrienden van Juan tonden klaar. Het was nu of nooit. Amélie hees zichzelf naar boven en vond het raampje. De nacht was inktzwart en ze zag geen steek. Ze zou Juan blindelings moeten vertrouwen. Ze ging in het raamkozijn zitten en zette zich af. Ze viel en viel en viel. Er kwam geen eind aan. Ze raakte in paniek en gilde. Toen werd alles zwart.





De volgende dag stond op de voorpagina van de regionale krant:
Meisje stort zich naar beneden vanaf dak twintig meter hoge toren


Reacties:


Emerald
Emerald zei op 21 juli 2009 - 11:01:
O-m-g dit echt fucking goed :3 Way to go !