Hoofdcategorien
Home » Tokio Hotel » Oude(re) SA's » En hoe verder?
Oude(re) SA's
En hoe verder?
Het is ochtend, gapend word ik wakker. In de kamer naast me hoor ik Bill praten in zijn slaap. Onze ouders zijn beneden druk bezig met van alles en nog wat. Ik snap het niet, het is wekend, en toch hebben ze haast.
Gisteren hebben Bill en ik besloten om vandaag ons geheim aan onze ouders te vertellen. We vinden dat zij het recht hebben om het te weten.
Ik ga me alvast omkleden. Als ik de badkamer weer uitkom is Bill ook wakker. Ik wacht even totdat hij zich ook heeft ongekleed. Gaan we het nu vertellen? Vraag ik. Hij knikt. Beide zijn we zenuwachtig voor hun reactie.
Samen lopen we naar beneden. Mam, Gordon, we willen jullie iets vertellen. Begin ik. Vertel maar lieverd. Zegt mijn moeder, terwijl ze nog druk heen en weer loopt. Het is belangrijk, en we willen dat jullie even goed luisteren. Zegt Bill.
Ze gaan op de bank zitten, en wij zitten tegenover ze. Willen jullie ons asjeblieft beloven dat je ons hierna niet anders gaat behandelen? Vraag ik van tevoren. Beide knikken ze. Oké. Het zit zo. Tom en ik zijn erachter gekomen dat we vampier zijn. Begint Bill. Het is al een tijdje zo, maar we vonden dat jullie het ook moesten weten. Maak ik het verhaal af. Gordon weet even niets te zeggen. Hoe kan dat? Zegt mijn moeder verslagen. Geen idee. Zeggen Bill en ik tegelijk. Zeg eens eerlijk. Drinken jullie ook bloed van andere mensen? Vraagt Gordon. Even is het stil. We knikken. Mijn moeder slaat haar hand voor haar mond. Maar het is alleen van elkaar, niet van andere mensen. Probeer ik. Het is duidelijk dat ze allebei geschrokken zijn.
Bill en ik gaan weg. Ik denk dat het beter is om ze alleen te laten. Ik loop met mijn handen in mijn broekzakken. Het ging niet zo goed als ik gehoopt had. Zegt Bill. Hij haalt me de woorden uit mijn mond. Misschien was het toch niet zo handig. Zeg ik.
Na een tijdje zijn we het blokje rond gelopen. Als ik de deur open doe staan er vier koffers in de gang. Wat heeft dit te betekenen? Zeg ik. Dan komt onze moeder eraan. Sorry jongens, maar het is beter als jullie op jezelf gaan wonen. Gordon en ik hebben jullie koffers ingepakt. Zegt ze. Met open mond staar ik haar aan. Ik weet dat het niet zo soepel ging en dat ze waren geschrokken. Maar ik wist niet dat het zo erg is. Wat! Je zet ons gewoon het huis uit! Als oud vuil? Roept Bill boos. Mijn moeder knikt, een traan glijdt over haar wang. Maar mam, we doen toch niets. Zeg ik zacht en veeg haar traan weg. Ga. Nu. Zegt ze, en keert ons haar rug toe. Verslagen pak ik mijn twee koffers op en ga weg, Bill volgt mijn voorbeeld. In het parkje gaan we even zitten. Hoe moet het verder? Vraagt Bill. We zullen een huis moeten kopen, dan hebben we in ieder geval onderdak. Zeg ik. Maar dan zijn we gelijk blut. Zegt Bill. Wat wil je dan doen? Vraag ik. Hij haalt zijn schouders op.
Een paar weken later wonen Bill en ik in een huis. We konden tot die tijd bij Gustav en Georg logeren. Ook zij vonden het niet kunnen wat mam en Gordon geflikt hebben. We hebben een hele tijd moeten bezuinigen op van alles en nog wat, maar nu gaat het weer goed.
Ik zit in twijfel, zal ik naar huis bellen om te vragen hoe het gaat? Of zal ik niets van me laten horen? Ik vraag het aan Bill. We hebben de huissleutel nog, dus we kunnen zo langs gaan. Zegt hij. Die middag gaan we dus naar ons oude huis. Als ik de deur van het slot draai komt onze moeder de gang in gelopen. Wat willen jullie. Zegt ze overstuur. Niets, we komen gewoon even langs. Zegt Bill. Ze probeert de deur dicht te doen, maar ik ben haar voor en zet mijn voet er tussen. Waarom doe je dit? Vraag ik aan haar. Ze geeft geen antwoord. Langzaam duw ik de deur weer open en kijk in haar ogen. Mam, we blijven je kinderen. Je kunt er niet van uitgaan dat we je niet meer willen zien. Zeg ik. Maar jullie zijn - Begint ze. Ja, al heel lang. Al voordat we het jullie vertelden. Toe n hebben we toch ook niets uitgespookt. Zegt Bill. Ik hoop dat je begrijpt dat wij het niet eens zijn met jullie keuze. Zeg ik. Ondertussen ben ik het zat aan het worden om enkel mijn excuses te moeten aanbieden voor iets wat ik niet heb gedaan. Ik ga weg, nu heb ik er totaal geen zin meer in. Nog even kijk ik om, maar ik besef dat het zo toch niet gaat werken.
Eenmaal thuis ga ik boos op de bank zitten. Bill blijft staan, ik heb geen idee waarom. Het heeft allemaal geen zin meer. Zeg ik zacht. Om alles opnieuw te beginnen niet nee. Gelukkig snappen Gustav en Georg het. Zegt Bill. Hij ploft naast me op de bank. Ik ga tegen hem aan zitten en leg mijn hoofd op zijn schouder. Wij kunnen er ook niets aan doen. Zegt hij zacht. Ik ga iets dichter bij zitten. Zacht bijt ik in zijn nek. Hij krijgt een glimlachje en kijkt me aan. Onschuldig kijk ik naar boven. Stiekemerd. Zegt hij. Ik bijt zacht in zijn oor, die is nu makkelijker te bereiken. Daarnet vond ik het toch lekkerder. Zegt hij. Ik ook. Zeg ik lachend. Ik ga weer over op zijn nek. Ik bijt eerst zacht, en daarna bijt ik door. Het bloed sijpelt mijn mond in. Ik lik het af. Als ik nog eens wil bijten duwt Bill me zacht van zich af. Niet voor je beurt gaan Toms. Zegt hij. Hij duwt me op de bank en bijt in mijn nek. Hij drinkt. Ik knijp mijn T-shirt fijn, niet omdat het pijn doet, maar ook voor mij is het een heerlijk gevoel waar ik van kan genieten. Zijn tanden stoten zacht in mijn nek, en zijn haar kriebelt in mijn gezicht. Uitdagend likt hij het overige bloed weg. Als hij weer rechtop gaat zitten, blijf ik nog even nagenieten. Je bent toch niet in slaap gevallen Tommie. Zegt hij. Expres geef ik geen reactie, eens kijken wat hij doet.
Bills pov:
Ik weet zeker dat Tom doet alsof hij slaapt. Ik speel het spelletje mee. Ik hijs hem op mijn rug. Zijn armen hangen slap over mijn schouders, zijn hoofd steunt op mijn schouder tegen mijn hoofd aan. Zijn benend bungelen slap naar beneden, en stoten bijna de glazen om die nog op tafel staan. Ik neem hem mee naar boven en leg hem op zijn bed. Nog steeds geeft hij geen reactie. Dan stop ik hem maar in. Eerst zijn pet af. De hoofdband volgt, hoewel ik wel even loop te klooien met zijn dreads. Geen reactie. Dus zo wil hij het gaan spelen? Langzaam trek ik zijn T-shirt uit. Weer die irritante dreads. Hup, broek weg, sokken uit. Shit, nu krijgen we die irritante muts. Zeg ik zacht. Ik vis hem uit zijn la. Hoe deed hij dat ding ook alweer op? Ik houd al zijn dreads een beetje omhoog en doe de muts erover heen. Ik trek hem een beetje naar beneden zodat hij wat meer over Toms hoofd zit. Het zit nog best goed. Charmant hoor, in je boxer, met je muts op. Zeg ik lachend. Ik stop hem onder de dekens. Ik plof bovenop hem. Tijd om wakker te worden. Zeg ik. Pff Bill, kon je dat niet wat zachter doen. Vraagt Tom. Oeh, het leeft. Zeg ik. Hij moet ook lachen, hoewel dat moeilijk gaat nu ik bovenop hem zit. Bill, wil je van me af gaan? Vraagt hij. Waarom? Zeg ik uitdagend. Omdat ik anders zorg dat jij van me af gaat, en geloof me, dat wil je niet. Zegt hij. En waarom wil ik dat niet? Vraag ik. Omdat ik weet waar jij niet tegen kunt. Zegt hij. Dan begint hij me vreselijk te kietelen. Ik kronkel van het bed af, en Tom achtervolgt me. In zijn boxer wel te verstaan. Al snel heeft hij me klem gezet in een hoekje van zijn kamer. Hij zit bovenop me. Zijn benen klemmen zich om de mijne, hij houdt mijn polsen stevig tegen de grond gedrukt. Ojee, zit Bill nu in de val? Zegt hij lachend. Ja, maar je kunt me niet kietelen, want je hebt geen 3 armen. Zeg ik lachend. Dat is mijn plannetje ook helemaal niet. Zegt hij zacht. Ik doe nog een poging om me te bewegen, maar dat gaat echt niet. Hij buigt zich over me heen. Zacht bijt hij. Dan iets harder. Maar hij bijt nog niet helemaal door. Ik verpest zijn feestje door mijn gezicht naar hem toe te draaien. Waarom doe je dat nou? Zegt hij. Om jou te plagen. Ik lach. Tom is even afgeleid en ik duw hem van me af. Daar gaat mijn lekkere hapje. Zegt hij met een pruillip. Jij hebt al genoeg gehad. Zorg eerst maar dat je weer bent aangekleed. Plaag ik. Tom was even rechtop gaan zitten, maar laat zich weer naar achteren vallen. Wat heb ik een gemeen broertje. Zegt hij. Goed hè. Zeg ik.
Hij let niet op en ik neem zijn pet mee. Dit is zijn favoriet, dus hij zal me niet snel laten gaan. Ik ga naar beneden. Na een tijdje hoor ik dat het plannetje heeft gewerkt. BILL KAULITZ! WAAR HEB JE MIJN PET GELATEN! Hoor ik van boven komen. Ik zet mijn ipod op en zet zijn pet op. Wat een groot ding! Hij zakt gelijk over mijn neus heen. Dan komt Tom binnenstormen. Daar heb je hem dus gelaten. Zegt hij. Ik doe alsof ik van niets weet en trek de oordopjes uit mijn oren. Wat is er? Vraag ik. Niets, mijn petje is terug. Zegt Tom, en pikt hem van mijn hoofd. Miste je hem al? Vraag ik. Ja. Zegt hij met een engelengezichtje. Ik ook. Nu kan ik dit weer doen. En ik sla op zijn pet. Snel ren ik naar buiten. Op naar Georgs huis.
De hele weg lang zit Tom me op de hielen. Ik bel snel aan bij Georg. Als hij open doet schiet ik snel naar binnen en doe de deur dicht. We horen een bonk en vervolgens Auw, Bill. Ik doe de deur open. Je kunt ook gewoon aanbellen. Dat is veel handiger. Zeg ik. Tom wrijft over zijn neus. Georg schiet in de lach van Toms domme actie. Met zijn drieën gaan we naar binnen. Dus, wat brengt jullie hier. Vraagt Georg. Nou, dat Tom achter me aanzat. Zeg ik. Aha. Handig. Zegt hij. Hij pakt 3 glazen en vult ze met cola. En hoe gaat het bij jullie thuis? Vraagt hij terwijl hij de glazen neerzet. Goed hoor. Bill heeft de rare gewoonte gekregen dat hij niet meer van me af kan blijven. Zegt Tom. Ik geef hem een por. Georg moet lachen. Dus het gaat wel goed met jullie. Zegt hij. Ja hoor, het is alleen wel jammer dat Tom in slaap valt als ik net bezig ben met genieten. Zeg ik. Kan ik er wat aan doen dat jij zo slaapverwekkend bent. Ik stopte je ten minste wel in. Das toch aardig? Ja, maar wel eerst zorgen dat ik in mijn boxer lig. Zo slaap je toch altijd. Plaag ik terug. Ja, nou. Tom weet niets meer te zeggen.
Toms pov:
Ik houd mijn mond maar. Toen ik deed alsof ik sliep had ik stiekem gehoopt dat Bill zou bijten. De eerstvolgende keer dat dat kan, hap ik toe. Ik heb echt vreselijke trek, niet normaal. Normaal gesproken is het niet zo erg. Ik wil mijn glas cola leegdrinken. Ik zeg het glas tegen mijn mond. Auw. Zeg ik ineens. Wat doe je? Vraagt Bill. Ik stoot dat glas tegen mijn tanden. Zeg ik met een hand voor mijn mond. Achossie, moet ik je troosten. Zegt Bill gemeen. Ik steek mijn tong uit en drink mijn cola op. Bill en Georg drinken hun glas ook leeg. Dan wordt Georg gebeld. Even de telefoon opnemen. Breken jullie de tent niet af hier? Zegt hij. Nee hoor. Doen wij nooit. Zeg ik overdrijvend. Georg loopt de kamer uit. Even kijk ik naar Bill. Aanvallen! Roep ik. Hij schrikt op uit zijn gedachten, en voor hij het weet zit ik bovenop hem. Nu heb ik je te pakken. Zeg ik. Hij glimlacht. Ik bijt in zijn nek. Het bloed sijpelt langzaam uit de wond. Ik drink het op. Ik voel dat Bill onder me vandaan wilt kruipen maar ik pak zijn armen vast. Even lik ik de wond schoon. Wil mijn prooitje ontsnappen? Zeg ik. Nee, jouw prooitje wil ook genieten. Zegt Bill. We draaien de rollen om. Nu ligt Bill bovenop, en kan ik niet onder hem vandaan. Hij bijt in mijn nek en geniet weer. Ik laat me helemaal slap worden. Hij likt het bloed weg. Dan komt Georg binnen. Jullie kunnen echt niet van elkaar afblijven hè. Zegt hij. Sorry, dat hoort er nou eenmaal bij. Zegt Bill. Jammer dat hij nu bovenop me zit, want ik had best Georgs reactie willen zien. Gustav was daarnet diegene die jullie de mogelijkheid gaf om toe te happen, hij zei dat hij zo hierheen komt. Zegt Georg. Nou Bill, dan moeten we hem zo maar gaan bedanken. Zeg ik. Dan wordt er aan de deur gebeld, en Georg doet open. Ojee, zijn we nou weer alleen. Zeg ik. Bill weet wat ik bedoel. Hij bijt in mijn pols en drinkt weer. Ook al is het nu niet mijn beurt, ik geniet er echt van. Houd je nog wat voor me over, ik moet nog even blijven leven. Zeg ik. Bill likt de laatste resten weg. Natuurlijk Tom, ik drink Toch geen 6 liter in ene keer? Zegt hij. Dat zou je wel willen. Zeg ik. Ik keer hem op zijn rug en begin aan zijn pols. Ik drink zijn bloed, en aan zijn gezicht te zien heeft hij er ook nog steeds plezier in. Dan komen Gustav en Georg binnen. Niet weer hè. Zegt Georg lachend. Mij maakt het niets uit wat hij zegt, ik ga nog door. We willen geen pottekijkers. Zegt Bill. Hee! Het is wel mijn huis. Zegt Georg. Weet ik. Maar het is hier mijn arm die leeggezogen wordt. Zegt Bill. Er kruipt een grijns over mijn gezicht. Nog even lik ik de laatste restjes weg. Hier heb je je arm terug. Zeg ik. Je genoot er wel van hè. Zegt Gustav. Jazeker, totdat jullie onze pret kwamen verstoren. Zeg ik lachend. Bill moet lachen. Niet doen! Je hobbelt zo veel! Zeg ik als een klein kind. Daardoor moet Bill nog meer lachen. Pff Ben blij dat je het naar je zin hebt. Zeg ik. Zullen we even weggaan? Vraagt Georg. Is goed. Zeg ik, en laat me van Bill af glijden.
Als we buiten lopen moeten Bill en ik af en toe moeite doen om niet in de zon te lopen. Sommige mensen kijken ons raar aan als ze 2 jongens van 18 zo moeilijk ziet doen. Maar we negeren het.
Na een tijdje komt er een mevrouw op ons af die zegt dat ze een waarzegster is. Ze heeft een ketting om met een groot kruis eraan. Bill en ik schieten een beetje in de stress. Maak je geen zorgen. De Heer is bij u. Zegt ze. Ja, ja. Het zal wel weer. Zeg ik snel. Ik wil van dat mens af. Wil je je toekomst niet weten? Vraagt ze terwijl ze ons achtervolgt. Nee, nee. Dat hoeft echt niet mevrouw. Ik denk dat het beter is als dat een geheim blijft. Zegt Bill. We houden de vrouw achter ons zo erg in de gaten dat we tegen een man opbotsen. Als ik voor me kijk zie ik dat de man ook een groot kruis op zijn borst heeft hangen. We raken een beetje in paniek en rennen een donker zijstraatje in. Na een tijdje horen we de stemmen van Gustav en Georg. Bill! Tom! Waar zitten jullie? Roepen ze. Dan zien we ze voor het steegje staan. Hier in. Roep ik. Ze lopen het steegje in. Ik zie niets. Hoor ik Gustav zeggen. Wij komen wel naar jullie toe. Zegt Bill. Wij zien tenminste iets. Zeg ik lachend. We gaan naar ze toe. Daar komen de rode oogjes. Zegt Georg. Daar kan ik ook niets aan doen. Zeg ik. Ik vind het er wel grappig uit zien, wij zien helemaal niets, en ineens verschijnen er twee paar rode ogen. Zegt Gustav lachend. Bill en ik kijken elkaar aan. Ik haal mijn schouders op. Bill moet lachen. Wat is er nou? Vraagt Gustav. Niets. Zeggen we tegelijk. Zullen we dan weer gaan? Vraagt Georg. Is de kust veilig? Is die man weg? En die vrouw? Vraag ik snel. Ja, die zijn weg. Waar waren jullie nou zo bang voor? Vraagt Georg. Ze hadden zon kruis om. Zeg ik. Dus? Vraagt Georg. Nou, daar zijn vampiers nou een maal bang voor. Legt Bill uit. Nou, toevallig hebben mijn ouders zon ding nog thuis liggen. Begint Georg. Geo! Kappen! Zeggen we. Oké, oké. Als jullie ons helppen om hier weer uit te komen. Zegt hij. Niet veel later zijn we uit het steegje. Dat is beter. Zegt Gustav. Ik vond het steegje prettiger. Daar hoefde ik niet op te letten voor de zon. Zeg ik lachend. Ik vond het steegje ook beter. Zegt Bill.
We lopen weer door. Na een tijdje komt er ene oud vrouwtje naar ons toe met een beeldje van Jezus aan het kruis. Ik verschiet van kleur. Gelukkig schiet Gustav me te hulp. Sorry, mevrouw maar we hebben geen interesse. Zegt hij, en trekt mij en Bill mee. Ik zucht. Dank je. Zeg ik. We lopen verder over het marktje. Veel mensen proberen ons wat aan te smeren, maar we slaan alles af. Zullen we zo wat gaan drinken? Stelt Georg voor. Goed idee, hoeveel zou Bill kosten? Vraag ik. Ik krijg een por in mijn zij. Meer dan jij je kunt voorstellen. Zegt Bill. Ik lach.
Als Bill en ik laat in de middag weer thuis zijn kunnen we het niet laten om een verwenbeurtje af te slaan. Maar dan natuurlijk op onze manier.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.