Hoofdcategorien
Home » Tokio Hotel » Oude(re) SA's » Een beginnende vriendschap? Of een beëindigde vriendschap?
Oude(re) SA's
Een beginnende vriendschap? Of een beëindigde vriendschap?
Bills pov:
Ik ben even een rondje gaan lopen. Tom zit nog thuis. Er is hier geen voetpad dus ik loop over het fietspad heen. Ik hoor een brommer achter me en ga een beetje meer de kant in lopen. Keihard rijdt hij langs. De jongen achterop geeft me snel een duw. Kun je niet uitkijken sukkel. Roept hij hard. Ik kijk hem boos aan, maar hij geniet ervan. Ach, wat maakt het uit, hij moet waarschijnlijk weer eens iemand hebben. Ik krabbel overeind en veeg mijn kleren af. Dan zie ik dat ik mijn onderarm heb opengehaald. Fijn, net nu hier even geen schoon kraanwater in de buurt is. Dat doe ik straks wel. Ik hoor geschreeuw uit de verte. Blijf met je klere poten van me af! Roept een meisjesstem. Dan klinkt er gelach van de jongens van daarnet. Waag het nog een keer en je ligt naast die klote brommer van je! Roept ze hen na. Aai, die is echt woedend. Ze loopt mijn richting op, met haar handen in haar zakken. Hoi. Zeg ik. Ze kijkt op. Gaat het. Ik zag dat ze je daarnet omver duwde. Zegt ze. Ja, het gaat wel. En met jou? Vraag ik. Oh, met mij best hoor. Hee, je arm ligt open, die kunnen we beter even schoon gaan maken. Zegt ze. Oh, dat maakt mij niet zoveel uit. Zeg ik. Jawel, straks zitten er allemaal bacteriën in, of steentjes. Dat heb ik wel eens gehad, en die krijg je er moeilijk uit. Zegt ze. Ik glimlach. Woon je dichtbij? Of we kunnen anders ook naar mijn huis, dat is hier om de hoek. Trouwens, ik ben Sanne, sorry dat ik zo van stapel loop, maar ik wil gewoon helpen. Niet verkeert opvatten dus. Zegt ze. Ik moet lachen. Ik ben Bill. En ik vind het wel leuk dat je zo spontaan bent. Zeg ik. Oké, maar nu heb je nog geen antwoord gegeven op mijn vraag; Woon je dichtbij, of zullen we even naar mijn huis om die snee schoon te maken? Vraagt ze. Maakt mij niet uit, ik woon een kwartiertje hier vandaan. Zeg ik. We gaan naar haar huis toe. Er is niemand thuis. Ze verteld dat haar ouders aan het werken zijn, en ze heeft geen broer of zus. Voorzichtig maakt ze de snee schoon, het prikt wel een beetje, maar dat maakt niet uit. Ondertussen praten we wat, en dat lijdt af. Al klaar. Dat viel toch best mee. Zegt ze na een tijdje. Ik knik. En nu? Vraag ik. Heb je zin om wat te doen? Stelt ze voor. Oké, maar dan moet ik wel even naar Tom bellen. Die gaat zich anders veel te veel zorgen maken. Zeg ik lachend. Hij kan ook mee. Mij maakt het niets uit, ik trek wel meer met jongens op. Zegt ze. Nou, hij is een geval apart. Zeg ik lachend. Alsof dat mij wat uitmaakt, zolang jullie maar met elkaar kunnen opschieten. Zegt ze lachend. We gaan weer terug naar Tom. Hij zit op de bank tv te kijken. Hoi Bill. Zegt Tom. Hoi. Zegt Sanne. Ik lach om haar spontane actie. Tom kijkt op. Wauw, Bill. Wat doe jij met zon mooi meisje. Zegt hij. Hee, handjes thuis hè. Zegt Sanne. Het wordt steeds beter. Zegt Tom. Heb je zin om voor de tv vandaan te komen en wat te gaan doen? Vraag ik. Wat dan? Vraagt hij. Weet ik veel, verzinnen we wel. Zwemmen ofzo? Zeg ik. Tom zegt dat het oké is. Heb jij ook zin om te zwemmen? Vraag ik. Sanne knikt. We spreken een half uur later af bij het zwembad.
Als Tom en ik daar aankomen zien we haar al staan. Ze zwaait naar ons. We gaan naar binnen. Daar kleden we ons om en gaan het zwembad in. Na een tijdje valt me op dat ze een lidteken heeft op haar arm. Als Tom weg is vraag ik: Hoe kom je daar aan? Ze kijkt even naar haar arm. Daar heb ik het liever niet over. Zegt ze. Ik vind het best, maar als je van mening verandert, kun je het altijd aan me kwijt Zeg ik. Ze zucht even, en besluit het toch te vertellen. Ik had een tweelingzus. Het ging erg slecht met haar. We waren erg close, en ik kwam haar elke dag opzoeken in het ziekenhuis. Ze is 2 jaar geleden overleden. Ik wilde er een eind aan maken, maar zoals je ziet is het mislukt. Zegt ze. Wat erg. Maar goed dat het mislukt is. Heb je nu nog van die zelfmoordneigingen? Vraag ik voorzichtig. Dat is op zich nog best een grappig verhaal. Want zij was fan van jullie. En als ik verdrietig ben om haar, dan zet ik een van haar cds van Tokio Hotel op, en dat herinnert me weer aan haar, en het vrolijkt me op. Zegt ze. Ik glimlach. Nou, dan zullen we snel nog meer cds voor je maken. Zeg ik lachend, zij moet ook lachen. Maar zullen we weer gaan zwemmen, ik voel me niet zo prettig bij dit onderwerp. Zegt ze na een stilte. Oké, we zijn hier nou eenmaal om lol te hebben. Zeg ik, en we gaan weer naar Tom toe. Hij is in het buitenbad. Zo, dat duurde even. Was het gezellig samen. Zegt hij. Grappig hoor Tom. Zegt Sanne. We zwemmen met zijn drieën verder. Een paar minuten voordat het zwembad sluit gaan wij er pas uit. Als we ons hebben omgekleed zwaaien we Sanne nog even uit en gaan we naar huis.
De volgende dag besluit ik om haar te bellen. Wij vervelen ons, en als zij zich ook verveelt, kunnen we misschien weer iets samen doen. De telefoon gaat over Dit nummer is in gesprek. Zegt een automatische stem. Dan bel ik zo wel weer. Ik ga naar Tom. En? Had ze zin om wat te doen? Vraagt hij. Geen idee, ze was in gesprek, maar ik bel haar zo wel weer. Zeg ik. Na een half uurtje probeer ik het nog eens. Dit nummer is - Verder komt de stem niet want ik heb al opgehangen. Wat kan die lang lullen. Zeg ik. Heb je wel eens opgelet hoe lang jij aan de telefoon zit. Zegt Tom. Ik moet lachen. Na een tijdje word ik gebeld door Sanne. Hoi Bill, ik zag dat je gebeld had. Zegt ze. Ja, dat klopt. Heb je het druk vandaag? Vraag ik. Nou, een beetje wel ja. Hoezo? Vraagt ze. Omdat we wilden vragen of je weer wat wilde afspreken. Maar als het niet gaat dan begrijpen we het wel hoor. Zeg ik. Oh, je kunt ook hierheen komen, dan schiet ik wel wat meer op. Zegt ze. Oké, is goed. Als je dat zelf niet erg vind. Wanneer kunnen we komen? Vraag ik. Maakt niet uit of je nu komt of dat het vanavond is. Doe maar wat jullie uitkomt. Zegt ze. Dan komen we er nu aan oké? Zeg ik. Is goed. En ze hangt op. En? En? En? En? Vraagt Tom. Hahaha Rustig aan joh. We kunnen nu langskomen. Zeg ik. Oké. Zegt hij en trekt meteen zijn schoenen aan.
Niet veel later staan we bij Sanne op de stoep. Hoi, kom binnen. Zegt ze vriendelijk. We gaan naar binnen. Ik doe nog even heel snel de afwas, ik kom er zo aan. Zegt ze. Tom en ik gaan naar de woonkamer. Het is gezellig ingericht. Na een paar minuutjes komt Sanne naar ons toe. Ik ben klaar, voorlopig. Zegt ze als ze de kamer in komt. Nu ik haar goed bekijk zie ik dat ze er moe uit ziet. Gaat het Sanne? Je ziet er nogal moe uit. Zeg ik. Ja, het gaat wel. Zegt ze. Ze gaat tussen Tom en mij in zitten. Weet je het zeker, moeten we niet helpen met iets ofzo? Of is er iets aan de hand? Vraag ik zacht. Ze is niet zo vrolijk als normaal, het is gespeelt. Ze zegt even niets. Mijn ouders blijven voor een paar maanden weg. Ik moet zorgen dat alles in orde blijft hier. Je weet wel, afwas doen, stofzuigen, opruimen, dat soort dingen. Dat vind ik niet zo erg. Maar het is voor zo lang dat ik alleen zit. Zegt ze. Ik zie haar ogen glimmen van de tranen die ze achterhoud. Er is meer hè? Zeg ik. Ze knikt. Dit zijn niet mijn echte ouders. Mijn zusje en ik zijn geadopteerd. Bij onze echte ouders werden we mishandeld, dus daarom zijn we daar weggehaald. In het begin waren deze ouders heel lief voor ons, maar nu ben ik gewoon lucht. Ik beteken niets voor hen, alleen maar geldverspilling. Ik zit ook niet op school, ze vinden het te duur en ik ben het niet waard volgens hun. Ofterwijl, ik kan niks. Zegt ze. De tranen druppelen van haar wangen af. Tom en ik kijken haar met open mond aan. Zo ga je toch niet met kinderen om, hoe oud of jong ze ook zijn. Zegt Tom. Sorry dat ik jullie opscheep met mijn problemen, dat wil ik echt niet. Zegt ze. Ze staat op en gaat naar de kamer van haar zusje. Tom en ik volgen haar. Als we binnenstappen worden we van alle kanten aangekeken door posters van onszelf, zelfs het plafond is volgeplakt. Wow Er was hier iemand een beetje fan geloof ik. Zegt Tom. Sanne rommelt wat in een bureaula en haalt er een briefje uit. Ze vouwt het open en geeft het aan mij. Dit is de laatste brief die ik van mijn zusje kreeg. Zegt ze.
Lieve Sanne,
Het spijt me dat het zo moet. Maar ik kan er niet meer tegen dat wij als vuil behandeld worden. Ik hoop dat jij er wel tegen kunt.
Het is te laat om me te helpen, en je hoeft het ook niet meer te proberen.
Ik hou van je.
-XxX- Clara.
Heeft ze Sanne knikt. Ik wilde haar toch nog stoppen, maar het was te laat. Zegt ze. Mein Gott. Zegt Tom. Dit is echt erg. Hoe kon ze. Zeg ik tegen mezelf. Ik zie dat Sanne het er zelf ook moeilijk mee heeft, maar het lucht wel op voor haar om erover te praten. Heb je het kunnen verwerken? Of met iemand erover kunnen praten? Vraag ik. Ze schudt nee. Jullie zijn de eerste aan wie ik het vertel. Zegt ze zacht. Ik knik.
We gaan weg uit de kamer van haar zusje, anders word Sanne alleen maar nog verdrietiger. Ik wil haar even afleiden van de vervelende wereld om haar heen. We gaan met zijn drieën naar de stad. Het was wel moeilijk om Tom over te halen, maar het is gelukt.
In de etalage van een winkel zie ik een zilveren kettinkje liggen, er zit een hangertje aan met geloof hoop en liefde. We gaan naar binnen en ik laat Sanne het kettinkje zien. Wat vind je ervan als je die van mij krijgt. Zeg ik. Wauw. Dat heeft nog nooit iemand gedaan. Zegt ze. Ze straalt helemaal als ik de ketting omdoe bij haar. In haar ogen kan ik lezen dat ze er heel erg blij mee is. We lopen weer verder. Een paar jongens fluiten naar haar. Bel je me als je weer vrij bent. Zegt een van de jongens. Droom maar verder, heb je wel eens in de spiegel gekeken? De kans dat jij een meisje krijgt is kleiner dan de kans dat ik de lotto win. Zegt Sanne lachend. Zo ken ik haar weer, het meisje dat altijd wel een woordje klaar heeft voor dit soort gasten.
*Na een paar weken*
Het gaat steeds minder goed met Sanne, ze slaapt bijna niet en eet amper wat. Tom en ik komen vaak bij haar langs. Behalve vandaag, ze zou naar het meertje gaan waar haar zusje is uitgestrooid, en wilde dat alleen doen. Daar heb ik wel begrip voor.
Ik zit een beetje achter de laptop met Gustav en Georg te msnnen. Die zitten nu natuurlijk ook thuis. Ineens krijg ik een mailtje van Sanne.
Bill en Tom,
Het spijt me, maar ik zit nu echt te diep in de put. Te diep om er nog uit te komen.
Jullie waren echt heel goede vrienden, en ik kon alles bij jullie kwijt. Daar ben ik echt blij mee. Bedankt daarvoor.
Maar ik heb toch geen toekomst. Ik heb niet eens school af kunnen maken, hoe kan ik dan later ooit werk vinden?
Ik zie jullie nog wel eens, maar zorg dat dat nog heel lang gaat duren.
Sanne
Dit kan niet! Ik roep Tom. Wat is er? Vraagt hij als hij mijn kamer binnenkomt. Je moet dit lezen. Zeg ik. Hij leest het berichtje. Wat! Ze wilt proberen er een einde aan te maken! Dat kan niet! Roept hij. Tom, we moeten haar tegenhouden voordat ze springt. Zeg ik. Hoe weet je waar ze is? Vraagt hij. Het dichtstbijzijnde gebouw bij haar in de buurt. Zeg ik. Snel gaan we er naartoe, en inderdaad, daar is ze. Ze heeft de ketting om die ze een paar weken geleden van mij gekregen had. Sorry jongens. Maar voor mij is er geen hoop meer, niemand gelooft in me, en niemand wilt me liefde geven. Zegt ze terwijl ze het kettinkje aan mij geeft. Jawel, wij zijn er voor je. Zeg ik. Ze zegt niets en laat zich naar achteren vallen.
*Een week later*
Het is laat in de avond. Iedereen is naar huis, behalve Tom en ik. Boven ons hangt een dreigende lucht die me verteld dat het elk moment kan gaan regenen. Er waait een koude wind. Ik trek mijn jas nog wat meer omhoog.
In de verte zie ik de plaats waar Tom en ik heen willen. Na een tijdje staan we voor het meertje. Hier is Sanne uitgestrooid, net zoals haar zusje. Het is ons niet gelukt om haar tegen te houden. Het kettinkje heb ik nog bewaard.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.