Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Oude(re) SA's » 1.000 Meere [songfanfic]
Oude(re) SA's
1.000 Meere [songfanfic]
De straten zijn verlaten. Waarschijnlijk omdat het op het punt staat om te regenen. Ik loop verder. Een koude wind gaat langs me heen en verteld dat ik naar huis zou moeten omdat de wolken zo barsten. Te laat, de regen plenst naar beneden. Hier sta ik dan, ik een doorweekt shirt, zonder paraplu of iets dergelijks. Ik ga naar het plekje bij de zee waar we vroeger altijd waren. Ik denk weer terug aan die tijd.
Die Straßen leer
Ich dreh mich um
Die Nacht hat mich verloren
Ein kalter Wind Die Welt erstarrt
Die Sonne ist erfroren
Dein Bild dist sicher
Ich trägst in mir
Ãœber 1.000 Meere
Zurück zu dir Zurück zu uns
Wir dürfen unseren Glauben nicht verlieren
Verttrau mir…
Wir müssen nur noch 1.000 Meere weit
Durch 1.000 dunkle Jahre ohne Zeit
1.000 Sterne ziehen vorbei
Wir müssen nur noch 1.000 Meere weit
Noch 1.000-mal durch die Unendlichkeit
Dann sind wir endlich frei
We waren een jaar of 6 en hadden een hut gemaakt. En trots dat we toen waren. Ik zie de hut al staan. Hij is dan misschien niet meer zo mooi als vroeger, maar dat maakt voor mij niets uit. Het blijft een prachtding.
Irgendwo ist der Ort,
Den nur wir beide kennen
Lief alles anders als gedacht
Der Puls in den Adern ist viel zu schwach
Doch irgendwie schlagen uns
Die herzen durch die Nacht
Vertrou mir
Wir müssen nur noch 1.000 Meere weit
Durch 1.000 dunkle Jahre ohne Zeit
1.000 Sterne ziehen vorbei
Wir müssen nur noch 1.000 Meere weit
Noch 1.000-mal durch die Unendlichkeit
Dann sind wir endlich frei
Voorzichtig ga ik naar binnen. Ik moet opletten dat ik mijn hoofd niet stoot. Het is gemaakt op de lengte die we toen hadden. En na 12 jaar ben je wel gegroeid.
Ik hoor dat er iemand binnen is.
Al snel zie ik de omtrek van de persoon. Een omtrek die ik uit duizenden ken. Hij heeft iets bij zich, als hij het voor mijn neus legt zie ik pas wat het is. Oude fotoboeken en tekeningen uit dezelfde tijd als deze hut. Samen delen we de herinneringen van vroeger. Hij praat honderduit over allerlei dingen die we toen gedaan hebben. ‘Maar waarom kwam je eigenlijk hierheen?’ Vraagt hij uiteindelijk. ‘Ik was je thuis kwijt, en dit was de eerste plek waar ik aan dacht.’ Zeg ik. ‘Aha. Nou, ik heb hier nu wel lang genoeg gezeten. Ik ga naar huis. En hoe zit het met jou?’ Vraagt hij. ‘Ik kom wel mee.’ Zeg ik. We gaan samen door de plenzende regen terug naar huis.
Niemand und nichts nehm’ wir mit
Und irgendwann schauen’ wir auf jetzt zurück
1.000 Meere weit
1.000 Jahre ohne zeit
1.000 Meere weit
1.000 Sterne ziehen voorbei
vorbei
lass dich zu mir treiben
ich lass mich zu dir treiben
Wir müssen nur noch 1.000 Meere weit
Durch 1.000 dunkle Jahre ohne Zeit
1.000 Sterne ziehen vorbei
Wir müssen nur noch 1.000 Meere weit
Noch 1.000-mal durch die Unendlichkeit
Dann sind wir endlich frei
Lass dich zu mir treiben
Ich lass mich zu dir treiben
1.000 Meere weit
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.