Hoofdcategorien
Home » Tokio Hotel » Oude(re) SA's » Noem het geen handicap!
Oude(re) SA's
Noem het geen handicap!
Bills pov:
Het is heerlijk weer, en dat is ook de reden dat Tom en ik buiten zijn. En dat zegt echt heel wat. Iets voor ons loopt een meisje. Per ongeluk loopt ze tegen een jongen op. Ben je blind ofzo? Kijk uit je doppen! Zegt hij boos. Het meisje negeert het en loopt stevig door. Verder let ik niet op haar. Ik heb Tom namelijk zo ver gekregen om mee te gaan naar een van mijn favo winkels. De enige reden dat hij enigszins meewilde is omdat er een vest te koop is waar hij helemaal gek van is. Zon kans laat ik dus echt niet schieten. Beetje doorlopen Tom, ik wil er snel naartoe, dan kan ik op mijn gemak rondkijken. Zeg ik. Ja, ja, ik kom al, ik kom al. Zegt hij terwijl hij door de menigte achter me aan loopt. Het is behoorlijk druk hier, en het is maar goed dat we niet met de auto zijn gegaan, anders hadden we alleen maar stilgestaan. Ik zie het bord al van de winkel en sleur Tom mee naar binnen. Was dat nodig? Vraagt hij. Jup. Ga jij op zoek naar je vest, dan ga ik op zoek naar euh De rest. Vult hij me aan. Wat jij wilt. Tot zo. Zeg ik en ga er vandoor. Er hangen allemaal leuke broeken, shirts, riemen, kettingen. Als het aan mij ligt zou ik die hele winkel leegplunderen, maar dat doe ik niet. Ik zoek een paar dingen uit.
Het meisje van daarnet zie ik ook in de winkel staan. Ze tast allerlei spullen af, geen idee waarom. Het lijkt alsof ze met haar vingers erachter probeert te komen wat ze in haar handen houdt. Ik ga maar weer verder, anders moet Tom zo lang wachten.
Uiteindelijk loop ik alsnog met een hele berg spullen naar de kassa en reken af. Tom staat op me te wachten met één tas waar zijn vest in zit. Hoe doe jij dat toch? Vraag ik aan hem. Wat? Eén tas vol krijgen? Gewoon, alleen een vest uitzoeken. Maar hoe jij er vijf gevuld krijgt? Het verbaast me nog dat het er niet meer zijn. Zegt hij. Ik lach flauw naar hem. We gaan nog even op een terrasje zitten om een colatje te drinken. Gaan we weer naar huis, of wil je nog even rondlopen? Vraag ik. Ik weet wel wat Tom gaat antwoorden, maar ik vraag het toch maar. Zu Hause! Ik weet hoe het gaat als ik met jou in de stad ben, ene winkel in, andere uit, volgende please. Zegt Tom. Zo erg is het toch niet? Zeg ik. Dacht het dus wel hè. Lacht hij. Pff Pestkop. Zeg ik lachend. Shopfreak.
We gaan er weer vandoor. Wanneer we bij een druk kruispunt op het stoplicht wachten zie ik het meisje weer.Ze wil het kruispunt oversteken. Wacht! Zeg ik en ik een reflex trek ik haar een beetje achteruit. Een brommer raast voorbij. Dank je. Ik dacht dat die brommer nog ver weg was. Zegt ze. Zag je hem dan niet aankomen? Vraag ik. Ze is even stil. Nee, dat zag ik niet. Zegt ze en gaat er vandoor. Wat heeft die nou? Vraagt Tom. Iemand nodig die haar helpt? Zeg ik op vragende toon. Daar gaan we weer. Oké, we gaan achter haar aan, maar als ze geen hulp wil moet je dat begrijpen. Zegt Tom. Ja, ja, maar ik denk dat ze wel hulp kan gebruiken. Zeg ik terwijl ik haar nakijk. Haar handen lijken te zoeken naar iets in de lucht. We gaan achter haar aan, dat heeft ze kennelijk gehoord want ze loopt stevig door. Laat me met rust. Zegt ze als ik mijn hand op haar schouder leg. We willen je helpen. Zeg ik. Dat kan je toch niet. Zegt ze. Laat ons in ieder geval proberen te helpen. Zegt Tom. Hoe weet ik of ik jullie kan vertrouwen? Vraagt ze. Geen idee Gewoon geloven? Zegt Tom. Haar handen tasten een bankje af, dan gaat ze pas zitten. Wil je nog dat we je helpen? Zeg ik. Ze zucht. Ik kan het best zelf af. Zegt ze en staat op om weg te lopen. Je weet toch wel dat als je doorloopt dat je tegen een boom loopt? Zeg ik. Ze draait zich woest om. Wat maakt jou dat uit. Zegt ze. Ik ga naar haar toe. Natuurlijk maakt mij dat wat uit. Zullen we even opnieuw beginnen? Hoi ik ben Bill, en dit is mijn broer Tom. En jij bent? Zeg ik. Lynn. Zegt ze. Oké. Nou, vertrouw je ons al? Vraag ik. Ze krijgt een glimlachje. Misschien. Zegt ze. Mooi zo. Zegt Tom. Het valt me nog mee dat het niet zo iemand is die meteen gaat gillen als we bij haar in de buurt komen, misschien kent ze ons niet? Dat is moeilijk voor elkaar te krijgen in Duitsland, maar het kan. Zin om iets te doen met zijn drieën? Vraag ik. Oké, ik vind het best. Zegt ze. Kunnen we dan wel eerst even die tassen dumpen thuis? Vraagt Tom. Natuurlijk. Zeggen Lynn en ik in koor. Ze schiet in de lach. Laten we dat eerst maar eens doen. Zegt ze. We gaan eerst onze spullen dumpen thuis, en daarna naar het huis van Lynn. Waarom heb je liever dat we hier afspreken? Vraag ik na een tijdje. Omdat dat makkelijker is voor mij. Zegt ze. En waarom houd je je zonnebril binnen op? Vraagt Tom. Omdat het geen zonnebril is? Zegt ze. Ze zoekt in een van de kastjes naar glazen. Zouden jullie misschien kunnen helpen? Die glazen staan zo hoog. Zegt ze. Ik kom al. Zeg ik. Tom achtervolgt me. Ik zet de glazen voor haar neer. Ze pakt een fles uit de koelkast. Is dit goed? Vraagt ze en laat het zien. Jup. Zeggen Tom en ik tegelijk. Ze schenkt wat in, dan gaan we weer naar de woonkamer. Willen jullie nog weten waarom ik een zonnebril draag? Of is er al wat gaan dagen? Vraagt ze. Er is al wat gaan dagen, maar vertel het toch maar voor het geval dat Tom het niet snapt. Zeg ik lachend. Wat is er nou weer? Zegt hij. Oké, wat jij wilt. Het is heel simpel: Ik ben blind. Ik kan er niets aan doen, en het gaat ook nooit over. Zo, verhaaltje uit. Zegt ze. Wat? Hoe kan dat? Zegt Tom. Geen idee, zo ben ik eenmaal geboren. Zegt ze. Daarom zag je die brommer daarnet niet aankomen. Zeg ik. Bingo. Ik moet helemaal vertrouwen op mijn gehoor en op hetgeen wat ik voel. Zegt ze. Vind je dat niet vervelend? Vraag ik. Dit is geen interview zoals jullie altijd doen. Maar ja, het is af en toe behoorlijk vervelend, maar het gaat niet anders hè. Dus ze kent de band wel. Ik vind het wel knap dat je niet overal tegenaan loopt. Ik bedoel, als ik mijn ogen dicht doe en begin te lopen dan bots ik overal tegenop. Zeg ik. Waarom denk je dat ik bijna nooit met mijn handen in mijn broekzakken loop? Ik moet toch weten of er niets is waar ik tegenaan kan lopen. Zegt ze. En toch vind ik het knap. Zeg ik. Maar jou gehoor is dus ook beter. Geldt dat ook voor muzikaal gehoor? Vraagt Tom uit nieuwsgierigheid. Eerlijk gezegd; geen idee. Maar ik kan wel veel melodieën naspelen op de piano als ik de nummers heb gehoord. Zegt ze. Echt? Dat is zo gaaf! Zegt Tom. Wil je het horen? Vraagt ze. Natuurlijk stemmen wij gelijk in. Welk nummer wil je dat ik speel? Vraagt ze. Welke jij leuk vindt, doe maar wat. Zegt Tom. Oké, deze zullen jullie wel kennen. Ik hoor hem namelijk héél vaak bij mijn vriendin, dat is echt grappig. Zegt ze. Lynn zoekt de toetsen op en begint met spelen. 1.000 Meere? Zeg ik lachend. Bingo. Mijn vriendin is namelijk fan van jullie. Het is alleen jammer dat ze naar Amerika moest verhuizen, daar woont namelijk familie van haar. Zegt ze droevig. Oh Maar hoe zit het eigenlijk met jouw ouders? Vraag ik. Aan haar uitdrukking te zien had ik dat beter niet kunnen vragen. Als je het niet wilt vertellen vind ik het ook best. Zeg ik snel. Nee, nee, het maakt niet uit, ik zeg het wel. Ze zijn omgekomen, ongeveer 2 jaar geleden. Sinds toen woon ik alleen en kwam mijn vriendin me dus heel vaak opzoeken, maar die is nu dus naar Amerika verhuist. Vertelt ze. Ze veegt een paar tranen weg. Sorry, ik kon het beter niet vragen. Zeg ik. Jij kon het ook niet weten, maar het ligt gewoon nog een beetje hoog. Zegt ze. Wat vind je ervan als wij voortaan langskomen? Anders ben je zo alleen. Wij zijn ook niet altijd vrij, maar we kunnen het toch proberen? Stelt Tom voor. Oké, als jullie het niet vervelend vinden. Zegt ze.
*Een week later*
We zijn op een kleine tour. En dat betekent niet dat we Lynn niet meer zien, ze mag namelijk met ons mee! Als ze dat wilde tenminste, en natuurlijk heeft ze er gelijk mee ingestemd. Ze kan het goed vinden met Gustav en Georg, en dat is maar goed ook. Als ik een nieuwe tekst heb kan zij me prima begeleiden op de piano. Er zijn wel een paar roddels ronde gegaan dat ze een vriendinnetje is van een van ons, maar ze is een vriendin van ons allemaal. Helemaal niet hoe die roddelbladen het bedoelen.
De bus stopt, dat betekend dat we bij de volgende concertzaal zijn. Ik help Lynn naar buiten. Dank je Bill. Zegt ze. Wauw, Bill wordt een echte heer. Zegt Gustav lachend. Ik steek mijn tong naar hem uit. Dat werd eens tijd. Zegt Lynn lachend. Ik kan je voortaan ook zelf laten uitvogelen waar het afstapje zit. Zeg ik plagend. Als je me vaak genoeg laat vallen leer ik vanzelf waar het afstapje zit. Zegt ze.
Zo gaat het meestal. Dat maakt niet uit, het is wel leuk. En natuurlijk laat ik haar niet van een trap of iets dergelijks afdonderen, en dat weet ze maar al te goed.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.