Hoofdcategorieën
Home » Overige » De Elementen - De aardleerling - » Hoofdstuk 2: Maria's lot
De Elementen - De aardleerling -
Hoofdstuk 2: Maria's lot
Het is eindelijk ochtend! Voor Maria is het een helse nacht geweest. Er is een baby op komst. Maar Maria wilt niet dat het kind nu al komt. Haar ouders hebben haarimmers aan een geforceerd huwelijk gelinkt. Ze is getrouwd met Dan Kent. Maria wordt vandaag achtien jaar, het is vandaag een feestdag. Maar ze weet al dat het voor haar niet veel feesten geblazen zal zijn. Ze hoopt dat ze vandaag bevalt, het is momenteel negen maanden en twee weken geleden dat ze bevrucht werd. Maar niet door die vuile snobs waarmee ze getrouwd is! Maar van Leo… ‘
was hij nu maar mij me.’ Denk ze.
Leo is de bediende van de familie Kent, zij spelen een belangrijke rol in Bah’Kar. Leo is een gewone kerel. Hij heeft bruin haar, groene ogen en een blik om van te smelten! Ze denkt even terug aan het moment dat ze hem voor het eerst zag, wat een zalig moment was dat,. Maar die gedachte wordt al snel omgezet in weeën. Het is net alsof het kind weet dat hij vandaag geboren moet worden. Maria kan het niet meer aan, ze schreeuwt het uit:
‘Nanny, nanny!’
De bedienster van de familie kent komt aangelopen.
‘Och mijn vrouwe , is het eindelijk zover!? Komt de baby!?’ Zegt de bedienster luidkeels.
‘Ja!! Ja!! alstublieft help me, ik kan het niet houden , die helse pijnen! Haal de vroedvrouwen!’ De bedienster stormt de deur uit even later keert ze terug met 2 oudere vrouwen die beiden een blauw gewaad aan hebben. Ze komen uit het Zuidland. De watermeesters (meestal de vrouwen) beschikken over helende krachten via water, zo kunnen ze het kindje in de buik in het vruchtwater laten wiegen zodat het in slaap valt. Even later is Maria gekalmeerd. Haar hoofd is nat. Ze zweet. De deur gaat weer open, nu komt er een nog oudere dame binnen samen met Dan Kent. Hij denkt natuurlijk dat het zijn kind is dat ze baart. Samen kijken ze allemaal hoe Maria weer in slaap valt. Maria hoort nog zacht maar net verstaanbaar:
‘Rust maar even vrouwe, ik heb het gevoel dat hij vandaag zal geboren worden!’
het is Dan Kent. Hij kijkt glimlachend en gelukkig.
Maria droomt, ze droomt over de voorbije maanden. Even ziet ze weer het beeld van Leo en Dan samen. Dat is het moment dat ze haar echte liefde vond. Maar dit beeld is al snel weg en wordt gevolgd door het beeld van haar trouw. Ze had een prachtig kleed aan op haar trouw. Het was namelijk gemaakt door de beste naaisters van Bah’kar. Ze ziet zichzelf het altaar betreden. Ze toonde een glimlach. Maar die stond er niet vanwege blijschap. Het is een geforceerde lach. Maria’s beeld van de trouw vervaagt… Nu ziet ze hoe ze voor het eerste keer wordt vertelt dat ze zwanger is. Ze is zeer gelukkig tot het moment de vroedvrouw haar apart neemt. Ze zegt haar dat het kind niet van haar man (Dan Kent) is maar van iemand anders. En dit heeft ze negen maanden kunnen verzwijgen, zelfs Leo, waarmee ze het kind heeft tot leven gebracht is niet op de hoogte. Ook deze gedachte verdwijnt ze komt weer tot de echte wereld. Ze opent haar ogen en komt tot het besef dat ze verplaatst is naar een andere kamer… Is het dan zo ver? Ze kijkt op maar besefte toen dat ze lag te kreunen van de pijn. Naast haar zegt een stem: ‘wees niet bang vrouwe we zijn er om je te helpen!’ De bediende staat daar met Dan Kent en de Vroedvrouw.
Het duurt twee volle uren voordat het kind geboren is. Maria heeft al haar kracht gebruikt. Ze is uitgeput en weet dat ze het niet meer gaat halen.Ze roept Dan Kent bij haar. Hij heeft haar kind in zijn armen. Ze kan niet langer zwijgen en moet het hem vertellen. Ze fluistert.
‘Dan, luister…goed. Dit kind is niet het jouwe. Jij hebt het niet tot deze wereld gebracht…’
Met deze woorden vervliegt de laatste adem van Maria. Ze is niet meer. Dan Kent staat woedend naast haar lichaam, hij geeft het kind aan de bedienster en zegt dat hij niet met het kind te maken moet hebben. De bedienster is zo geschokt door zijn reactie dat ze onmiddelijk ontslag neemt en besluit om het kind zelf groot te brengen. Ze grijpt het in haar arme stevig bij haar borst, zodat het haar liefde kan omarmen. Met een zoete stem begint ze tegen het kind te praten.
‘Beste...,euh je hebt nog geen naam. Ik noem je Kuro, kleine jongen. Ik heet je welkom in deze wereld vol gevaren en onrecht. Ik zal ervoor zorgen dat jij een goede opvoeding krijgt, zo heeft je moeder het aan mij gevraagd en ik zal haar laatste wens vervullen.’
Het kind kijkt met een glimlach naar haar. Het weet dat het veilig is en valt in slaap. Kuro en de bedienster, die Mira noemt, staan nog een tijdje naast het lichaam van Maria. Maria is niet meer. Maar ze heeft iets gedaan wat grote gevolgen zal hebben voor de wereld. Maria leeft voort in Kuro, ze heeft haar leven gelaten voor haar zoontje.
ik ga verder