Hoofdcategorieën
Home » Overige » De Elementen - De aardleerling - » Hoofdstuk 3: School voor aardsturen
De Elementen - De aardleerling -
Hoofdstuk 3: School voor aardsturen
Het is vandaag maandag, tijd voor school. Kuro zit in de G.S.V.A.L.,Grote School Voor Aardstuur Leerlingen. Hij is namelijk een tweede graad leerling. Hij zit al twee jaar in deze school en beschikt al over een flinke basis aardsturing. Kuro wordt wakker.
‘Hmm.’ Zegt hij wat humeurig.
Hij strekt zich uit en staat dan op. Zo lui als hij is vertikt Kuro het om ’s ochtends te lopen. Met een vlugge draai van zijn handen beweegt hij een stuk aarde onder hem en verplaats die met hijzelf erop naar de wastafel.
‘Heh.’ zegt hij.
‘Ik kan het nog altijd.’
De aardsturing truc is namelijk alleen voor leerlingen van de derde graad. Maar Kuro kan hem nu al. Hij heeft hem aangeleerd van een oudere student. Iedereen bewondert Kuro omdat hij zo goed de sturing beheerst. Het is bovennatuurlijk! Kuro neemt haastig zijn tandenborstel, smijt er een mengsel van geplette mintbladeren en water op en begint hevig zijn tanden te poetsen.
‘Kon ik nu maar een techniek verzinnen om de tandenborstel te laten zweven.’ Denkt hij.
Maar dat kann hij niet, dat denkt hij toch. Zijn moeder zegt dat alleen luchtmeesters dat kunnen. En Kuro is namelijk een aardemeester net als alle andere leerlingen van de GSVAL.
‘Kuro!’, roept zijn moeder, ‘ Je komt nog te laat op school zorg dat je binnen enkele minuten klaar zit aan de tafel beneden.’
Met dit in zijn hoofd vliegt Kuro van het tandenpoetsen naar het kammen van het haar en dan naar het wassen van zichzelf.
Eenmaal beneden schuift Kuro aan tafel. De tafel is gedekt met het lekkerste eten van Bah’Kar. Van olijven tot Braambessensap en varkensoortjes tot américan. Zijn moeder kan dit immers betalen want ze werkt nu voor de koning van Bah’Kar. Kuro heeft zoveel keuze van wat hij kan eten maar toch houd hij het vandaag sober. Hij neemt haastig een boterkoek en smeert er wat braamjam op, in die tijd is braambes een zeer gebruikt voedingsstuk. Hij eet de koek haastig op zodat hij zich bijna verslikt. Vlug neemt hij een slok van zijn water en snelt naar de gang om zijn gewaad te nemen.
‘Krijg ik geen zoen?’ Roept zijn moeder hem na.
Kuro haat het als ze dat zegt. Hij strompelt naar zijn moeder heeft ze een wangkusje en een gedag, daarna loopt hij naar buiten.
Buiten op het grote plein van Bah’Kar zijn er al heel wat handelaren op pad naar het grote plein aan het kasteel om hun waren te verkopen. Kuro moet over het grote plein naar de Haviksweg en daarna nog vier kleine straatjes verder lopen om uiteindelijk aan de school te komen. Het is door de koning verboden in Bah’kar om te aardsturen, buiten de vechtzones of in een school. Daarom neemt Kuro zijn sandalen mee. Hij moet nog een eind lopen. Zeker nog vijftien minuten voordat hij in school aankomt. En dan mag hij zich nog niet laten tegen houden door de marktkramers op het plein.
Na enkele moeilijke omwegen tussen de gezellige kraampjes bereikt hij de overkant van het plein. Hij is het plein zonder moeilijkheden overgestoken. Hij is gerust en kan nu rustig verder lopen naar school. Maar na enkele passen beseft Kuro dat hij niet alleen is. Zijn vermoeden wordt bevestigd wanneer hij twee jongens die in de schaduw van een gebouw staan voor hem ziet. Jericho en Khan. De twee pestkoppen van school. Ze nemen altijd de zwakste als doel. Kuro zet zijn zintuigen op scherp en roept luidkeels:
‘Mag ik erdoor?’
De jongens gniffelen als giechelende meisjes, dan zegt Jericho:
‘Jij gaat nergens naartoe! Khan toon onze kleuter eens wat we voor hem in petto hebben.’
Khan zwaait met zijn armen en maakt een draaibeweging. Plots beweegt de grond onder Kuro, vier grote blokken aarde schieten uit de grond en sluiten hem in. Kuro wordt kwaad. Met al zijn kracht smijt hij de brokken verharde aarde van zich af. Hij neemt een brok aarde via zijn sturing uit de grond en verbruizeld die. De verbruizelde brok laat hij in de pot water die naast hem staat vallen en haalt de natte kleverige brei er uit. Met al zijn kennis en kracht duwt Kuro de grote brei modder naar de twee pestkoppen. Meteen worden Jericho en Ken verzwolgen door de modderpoel. Kuro loopt al lachend langs hen waarbij hij Jericho hem achterna hoor roepen:
‘Ik zal je krijgen, jij vuile…’
Eenmaal aan de grote schoolpoort aangekomen wacht Kuro op zijn beste vriend.
‘Hey Kuro! Fijn dat je eens op tijd bent.’ Roept zijnr vriendJako.
‘En veel op je weg gehad?’
Kuro vertelt zijn verhaal over Jericho en Khan. Ondertussen gaan ze het schoolgebouw en lopen ze de gangen door, die bijna verlaten zijn omdat de bel al is geklonken.
‘Haha, net goed’, zegt Jako, ‘Die pesters verdienen het!’
‘Meneer Jako & Meneer Kuro , en jullie reden voor het laat komen is?’
De beste aardstuurleraar van Bah’Kar staat aan de klasdeur van het lokaal te wachten.
‘Sorry heer, vergeef ons dat we te laat zijn.’
De klas van de aardmeester Kukani is mysterieus groot. de ramen worden bedekt door lakeistof. Dit is een stof voor rijke mensen. Links van de deur staat het bureau van de aardmeester. In het midden van de klas ligt een grote put vol met aarde, geharde aarde en zand door elkaar.
‘Deze put gebruiken ze om onze sturing te oefenen. als we weer eens een nieuwe truck leren… maar de laatste tijd is het alleen maar theorie. Ik hoop dat het vandaag anders is, ik wil iets nieuws leren!’ Denkt Kuro opgewekt in zijn hoofd.
De leerkracht begint aan zijn les.
‘Beste kinderen, vandaag leer ik jullie om je te verdedigen tegen vijanden zoals dieven of gevaarlijke dieren met gewoon een hoopje zand. Je kan het zand altijd bij je dragen en het in geval van nood onmiddellijk gebruiken.Oke, kom allemaal rond de put staan!’
De leerlingen volgen het bevel van de leraar en verzamelen zich rond de put gevuld met aarde en zand.
‘Ik heb nu een vrijwilliger nodig! Is er iemand die zich kandidaat stelt?’
Het is alsof er een meteoriet de klas is ingeslagen en iedereen dood is. Je hoort alleen het zachte gezucht van enkele leerlingen. Angstig kijken ze elkaar aan.
‘Is er niemand die het aandurft om het tegen mij op te nemen!?’
De toon van de meester is nu zeer kil en hard.
‘…Euh, ik meneer.’ ‘ik ben Geronimo Stin. ik wil het wel tegen je proberen!’
Geronimo neemt plaats in de put samen met de meester. Iedereen staat vastgenageld aan de grond. De meester brult tegen Geronimo.
‘Gebruik je sturing om mij te raken!’
Met enkele grote draaibewegingen tilt Geronimo een grote brok aarde uit de put, Door zijn handen samen te brengen plet hij de aarde tot een vast stukje steen. Hij zwaait zijn armen achteruit en met een volle kracht slaat hij ze voorruit. De steen vliegt met een hoge snelheid op de meester af. Niemand durft te kijken wat er zal gebeurden. De klas wacht af in spanning. Plotseling is er een grote stofwolk… Langzaam verdwijnt ze. Wanneer iedereen weer goed de put kan zien staan ze verbaast naar het ongeschonden lichaam van Kukani te kijken. Niemand verstaat wat er precies is gebeurd.
‘Kijk nu allemaal goed naar wat ik heb gedaan om deze steen tot stof te laten keren!’ Zegt Kukani zacht.
Met een vierkante beweging haalt de meester het zand uit het potje , het zand zweef in de lucht De meester knijpt zijn handen toe tot een vuist, als je nu naar het zand kijkt kan je zien dat het zand zich verzamelt en een vlijmscherp glasstuk maakt. Met een kleine zwiep laat de meester het stuk glas zeer snel bewegen. De snelheid van het glas en de scherptheid ervan zorgen er samen voor dat ze bijna door elk voorwerp kunnen breken, zelfs een steen. Wat zeer onlogisch klinkt. De meester laat zijn hand zakken en het stuk glas verbruizelt weer tot zand en valt op de grond.
‘Nu jullie allemaal hebben kunnen zien hoe dit werkt wil ik dat jullie dit oefenen in jullie huis, Ik herhaal alleen in jullie huis!’
Dit zegt de meester tweemaal omdat het namelijk verboden is om aarde te sturen in het rijk. De bel ringelt, de les is afgelopen. Kuro haast zich vlug naar huis. Hij wil namelijk ook de nieuwe sturingstechniek proberen. Maar voor Kuro er vandoor gaat staat Jako voor hem en zegt het volgende: ‘Heb je zin om vanavond met me mee te gaan naar de het ondergronds Colosseum? Het is vandaag de KokosNoot tegen Eliria!’ Kuro zin in een potje knokken en zegt overtuigend ja.
‘We spreken af bij de waterfontein van Bah’Kar.’ Zegt Jako.
Nu moet Kuro zich echt haasten wil hij nog wat trainen voor hij met Jako naar de arena gaat om die Eliria in actie te zien. Hij neem vluchtig zijn rol mee waarop de informatie staat over hoe je de zandbeweging moet doen en zijn potje zand en haast zich naar huis.
Reacties:
Weetje, ik heb tot nu toe alleen nog maar kritiek gedingesd.
cool ö
Niceeee