Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » The world is my runway » How we met
The world is my runway
How we met
“Mademoiselle, u ziet er weer fan-tas-tisch uit!”¯
Verbaasd draai ik weg van een schap vol leren tassen om naar de nette vrouw achter de toonbank te kijken die opeens zo vies blij reageert op iemand. Ik inspecteer haar rug die van link naar rechts buigt. Aan de smakken te horen worden twee luchtzoenen gegeven. Gatver. Nog nooit heb ik gesnapt dat er zulke mensen op deze aardbol konden leven. Dat hielenlikkende gedoe. Gelukkig heb ik daar niet al te veel last van.
Ik draai me terug om naar de tassen die stuk voor stuk meesterwerken zijn. Mijn ogen hebben zich vooral gericht op een witte, middel grote tas met teksten er in gegraveerd. Maar aan de andere kant is die zwarte, grote tas waar een grote bos dure bedeltjes aan de lus van de rits hangen ook wel iets. Dilemma. Het is onmogelijk om ze beide te nemen, ze zijn best prijzig.
Peinzend bijt ik op mijn onderlip en laat mijn ogen continu van de witte naar de zwarte tas flitsen. Ik kan er niet te lang over nadenken, om half vier heb ik met de jongens bij de Starbucks afgesproken. En laat het nu half drie zijn en wil ik nog meerdere winkels bezoeken.
“J’adore le sac blanc,”¯ zegt er iemand zacht in mijn oor.
“Excuse me?”¯ Mijn stem vervalt een beetje wanneer ik de vrouw naast me bekijk. Haar knalrode lippen zijn gevormd tot een vriendelijke glimlach. Haar oogleden zijn voorzien van een delicate zwarte lijn en haar wimpers van wat mascara. Haar rode lippen trekken veel aandacht, maar niets vergeleken haar haar. Verwonderd blijf ik staren naar haar wilde lokken in de kleur felblauw. Dit was het laatste wat ik hier naast me had verwacht.
“Sorry, you’re not English, I assume?”¯
Mijn aandacht wordt terug getrokken naar haar grijze ogen en glimlach dan ook kort. “No, I’m German.”¯
“Aa, Sie sprechen Deutch!”¯
Verbaasd staar ik haar aan. “Jij ook?”¯ Ik wist niet dat mijn verbazing zo’n hoog gehalte kon bereiken.
“Ja, gelukkig wel, anders was het wat moeilijk praten met je,”¯ grinnikt ze zachtjes. “Maar wat ik zei, ik hou van die witte tas.”¯ Ze pakt de witte tas met de gegraveerde tekst erbij en streelt over de goede leer kwaliteit. “Een van de eerste designs, gelijk een lopertje. Mensen waren verrukt van de elegantie die deze tas uitstraalt. En de tekst bleek de mensen ook wat te doen.”¯ Haar vingertoppen glijden over de letters.
“Wat staat er dan?”¯ Beetje beschamend stel ik de vraag. Ik ben helemaal weg van de tas, maar ik heb geen idee wat er op staat, het is namelijk Frans. Maar zoals zij al zei: het straalt elegantie uit.
“Het zijn allemaal citaten. Zoals die van William Shakespear: ‘Alle dingen worden met meer hartstocht nagejaagd dan genoten’ en deze: ‘De hele wereld is een schouwtoneel en alle mensen zijn maar acteurs’. En dit is mijn favoriet: ‘Beter een geestige dwaas dan een dwaze geest’. Maar het zijn niet alleen maar citaten van hem.”¯ Met opgekrulde lippen scant ze de tas nog eens rond.
“Wauw, ik snap nu helemaal waarom de tas geliefd is,”¯ fluister ik en wil nu meer dan graag die tas hebben.
Ze kijkt naar me om. Haar ogen geven mij een beetje de kriebels. Ze bestuderen me van top tot teen alsof ik een goed gefokt paard ben die bekritiseerd moet worden. En omdat beeld nog eens wat te versterken loopt ze een rondje om mij heen. Het gepluk aan mijn kleding geeft de doorslag en stap gepikeerd van haar vandaan.
“Wat moet dit voorstellen?”¯ zeg ik wat vijandig en blijf haar met mijn ogen volgen.
Ze zegt niets en klapt opgewonden twee keer in haar handen en bekijkt me dan nog eens goed.
“Geweldig,”¯ mompelt ze. Ze gaat op haar tenen staan en laat haar vingers door mijn haar gaan. Oké, genoeg.
“Hé, wie denk je welniet dat je bent?”¯
Geprikkeld tik ik haar hand uit mijn haren.
“Sorry, sorry! Maar nu ik je zo bekijk. Je kleding, je make-up, die zwarte lokken, geweldig,”¯ brabbelt ze achter elkaar.
Ik weet even niet wat te zeggen.
“Hoe kwam je op deze look?”¯ Terwijl ze het zegt kijkt ze op een horloge die haar hele pols doet verdwijnen. “Merde, ik moet gaat, es tut mir leid!”¯ Met een hoge draf loopt ze van mij weg, maar staak dat alweer snel. “Wacht, komkom!”¯ Vluchtig wenkt ze haar hand naar mij dat ik moet komen. Ze leunt aan de toonbank van de opgedirkte vrouw, pakt een verfrommeld papiertje uit haar broekzak en grist een balpen uit het borstzakje van de vrouw en kriebelt er wat op. “Hier, geef please een belletje, of kom gerust even langs!”¯ Haastig stopt ze het papiertje in mijn hand en sluit die eigenhandig. “Tot weer ziens!”¯ En zo verdwijnt ze de zaak uit.
“Tuttuttut, altijd haast.”¯ De vrouw schudt met een kleine grijns haar hoofd en kijkt mij dan weer terug aan. “Kan ik u ergens mee helpen?”¯ Waar komt die plotse beleefdheid vandaan, toen ik binnenkwam kon je me bijna van de vloer afrapen, zo dodelijk waren haar blikken.
“Ik wil graag die witte tas kopen,”¯ commandeer ik een beetje, klant blijft koning.
“Natuurlijk.”¯
Ik vind m heerlijk x)
Resi is zo lekker anders
En het is best grappig hoe ze Bill als een 'pbject' behandelt.
Nu gaat ze een tas ontwerpen naar zijn hoofd,
of hem als model gebruiken,
of...
Nja, kweetniet, we zien wel vlug wat er gebeurt
*HINT!*
<3