Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Run Away Star » Hoofdstuk 1
Run Away Star
Hoofdstuk 1
“Oma, ik ga naar huis. Huiswerk en al die dingen.”¯ lieg ik snel. “Mag ik Kimberly hier laten?”¯ Oma knikt. Ik loop terug naar binnen om mijn rugzak te pakken. “Kom langs de voordeur naar buiten. Vanaf daar kan je achterop mijn fiets.”¯ Bill knikt en loopt terug de hal in. Ik loop op mijn beurt naar buiten en neem afscheid van oma en Kimberly. “Ik kom je vanavond halen.”¯ druk ik haar nog op het hart. Maar ze heeft enkel aandacht voor de kom snoep en het spelbord op tafel. Ik haal mijn fiets uit de garage en open het hek om naar het fietspad te wandelen. Als ik aan de straatkant sta, komt Bill naar buiten. “Klaar?”¯ vraag ik. Hij knikt en gaat achterop zitten. Hij slaat zijn armen rond mijn middel en ik begin te trappen. Na 5 straten stop ik hijgend voor het stoplicht. “Zal ik rijden?”¯ lacht Bill. “Goed dan.”¯ mompel ik mokkend. Bill neemt mijn fiets over en gaat op het zadel zitten. “Goede fiets heb jij, zeg.”¯ moppert hij. Ik ga op het bagagerek zitten en leg mijn hoofd op zijn rug, mijn armen rond zijn middel. Ik hoor hoe zijn hart tekeer gaat terwijl hij hard op de trappers duwt. “Rechts. Links. Rechtdoor blijven rijden.”¯ navigeer ik hem door mijn dorp. “Stop!”¯ brul ik hard als we aan de bosrand komen. “Zie je dat huis daar?”¯ vraag ik hem en wijs in de verte. Hij trekt zijn muts en bril weer af en volgt mijn vinger. “Ja, ik zie het.”¯ Samen lopen we over het smalle bospad naar mijn huis. Onderweg trekt hij zijn overbodige kleren uit en niet veel later zit hij in skinny jeans en T-shirt. “We zijn alleen thuis.”¯ lach ik en haal mijn huissleutel uit mijn rugzak. Die steek ik in het slot en ik hoor hoe het slot met moeite open springt. “Welkom in Casa Elle.”¯ Ik ga hem voor naar binnen. “Ik slaap op zolder. Wat het dus allemaal veel makkelijker maakt. Niemand durft op zolder te komen.”¯ Ik zie hoe Bill alles zorgvuldig in zich opneemt en alles overdreven lang bekijkt. Ik pak zijn hand, wat me even een raar gevoel van afschuw geeft, en trek hem mee de trap op.
Vol bewondering bekijkt hij mijn kamer. Hij is groot, met veel lichtinval door de ramen in het dak en ook door de lichte kleur van muren. Ik herinner me alles nog goed. Mam en ik liepen naar de speciaalzaak voor verf en tapijt en koos daar lichtroze verf. Ik vond geen tapijt dat perfect paste bij de kleur van verf en dus gingen mam en ik ook nog naar een winkel waar ze parket verkochten. Nu heb ik een houten vloer op mijn kamer. Posters van filmsterren en voetballers sieren mijn muren. Mijn hemelbed staat centraal, met aan beide kanten een vloerkleed in flashi roze. Tegen mijn rechtermuur staan 2 witte ladekasten met een heleboel ingekaderde foto’s er bovenop. Ernaast staat een grote, witte zetel waar zeker 3 mensen op kunnen slapen, dus zeker 10 mensen op kunnen zitten. Tegen de linkermuur staat een grote spiegel en een wasbak. Tegen de muur van mijn deur staat een bureau, een stereo, een computer en mijn schoolspullen. En in de muur die overgebleven is, is een deur. De deur naar mijn inloopkast. Ik laat me op mijn hemelbed vallen en kijk naar Bill. “En?”¯ vraag ik als hij niet vanzelf los brandt. “Niet echt mijn smaak.”¯ is het enige wat hij zegt en loopt ongemakkelijk door de kamer. “Waar mag ik slapen?”¯ Ik lach weer en wijs naar de zetel. Ik loop naar de kast, haal er een kussen en deken uit en loop dan naar de zetel. Met een zucht beland het op de zetel. “Dit is tijdelijk. En trouwens, zo slecht ligt hij niet.”¯ Weer grinnik ik en loop ik naar de spiegel.
“Wat ziet mijn haar eruit!”¯ gil ik en pak mijn borstel. Stukje bij beetje begin ik mijn haar te kammen en goed te leggen. Dan spuit ik een overdosis haarlak op mijn haar en zit het goed. “Waarom doe je dat? Je moet toch niet weg?”¯ Ik kijk hem aan. “Mijn haar moet ten allen tijde goed zitten! En ik ga wel nog weg vandaag. Naar mijn vriendje Joachim.”¯ Bill kijkt me met geamuseerde ogen aan. “Vertel eens wat meer over Joachim.”¯ zegt hij en gaat dan in kleermakerszit op bed zitten. Ik ga languit naast hem liggen en laat mijn hoofd op mijn handen rusten. “Hij is ontzettend lief, ontzettend knap en ontzettend speciaal. Hij begrijpt mij zonder dat ik iets zeg. Hij laat me mezelf zo ontzettend goed voelen.”¯ Bill knikt en luistert zonder me te onderbreken. “Het perfecte vriendje bestaat dus toch.”¯ fluistert hij zacht. Ik knik en draai me op mijn rug. “En jij? Ben je echt single zoals ze in de boekjes vertellen?”¯ Bill knikt en kijkt treurig voor zich uit. “Ik vind maar niemand die de ware zou kunnen zijn.”¯ Ik draai me weer op mijn buik en ga tegen hem aanzitten. “Kijk. Het gaat niet om het vinden van de ware. De ware zal ooit je pad kruisen, die komt zelf naar je toe. Je ware komt nog wel.”¯ fluister ik hem toe. “Dank je. Je bent best wel slim en filosofisch voor een huppel… euhh… tienermeisje.”¯ Boos sta ik recht. “Jij wou huppelkutje zeggen, hé?”¯ Schuldbewust kijkt hij naar de grond. “Sorry. Ik bedoelde het niet zo.”¯ zegt hij en bloost. Ik loop naar mijn inloopkast. “Help je bij het kiezen van mijn outfit voor vanavond?”¯ Ik hoor voetstappen achter me en beschouw dat als een Ja. Hij kiest een jurkje en een jeans, samen met zwarte ballerina’s. “Zeker?”¯ vraag ik hem, hoewel ik het zelf ook heel mooi vindt. Hij knikt en loopt terug. “Goed.”¯ mopper ik en loop achter hem aan. “Zal ik eens voor eten zorgen?”¯ stel ik voor als ik zijn rommelde maag hoor. “Kan jij koken dan?”¯
Reacties:
Dat was een fout. Eerst wou ik het in de zomervakantie laten afspelen maar ik heb me bedacht, om enkele redens ^^
Snel verder <33
Enneh, ja dat stukje over de zomervakantie snap ik ook niet echt...
Tof
Maarre, eerst zegt ze dat zomervakantie al 3 dagen voorbij is, en daarna zegt ze dat het zomervakantie is? Of heb ik verkeerd gelezen?
x
oeeh das echt leuk <3