Hoofdcategorieën
Home » Lord of the Rings » From a dream into... » II
From a dream into...
II
Haldir leunde tegen de muur aan en Sidhlairiel lag te slapen op zijn schoot. Hij liet haar handen door haar donkerbruine haren glijden. Ze glimlachte. ‘Ik ben blij dat ik je ontmoet heb,’ mompelde ze zachtjes. Haldir keek naar buiten. Vanachter het watergordijn zag hij een vage regenboog. Beide hadden niet gemerkt dat het geregend had, noch dat de zon er bij geschenen had. ‘Kijk’. ‘Nee, ik lig net fijn’.
Hij glimlachte maar weer en zei niks meer. Daarna keek hij hoe de lucht langzaam donker kleurde en er de eerste sterren verschenen. ‘Doe een wens’. Sidhlairiel deed haar ogen weer dicht en maakte een wens. Daarna opende ze haar ogen weer en in het maanlicht van de net verschenen maan glommen haar donkere ogen mysterieus. ‘Ik denk dat het uit gaat komen’. Daarna keek ze bedenkelijk. ‘Ik had je verteld over Airadan toch en dat ik hier was voor hem? Ik hoorde hem eigenlijk vanmiddag al gesproken te hebben, dus wil je alsjeblieft nu met me meegaan?’ Ze smeekte hem. ‘Ja natuurlijk’. Ze ging rechtop zitten en rekte zich uit. Daarna gaf ze hem een kus. Geschokt van wat ze zelf deed begon ze te blozen. Ze giechelde wat en met een kriebelend gevoel in haar buik stond ze op. Nog wat overdonderd van de kus stond Haldir ook langzaam op. Net toen Sidhlairiel wilde vertrekken wees hij haar op haar tuniek en riem. ‘Hantale,’ zei ze zacht. ‘Graag gedaan’.
Daarna vertrokken ze. Snel sprong ze weer van kei naar kei en rende er vandoor. Haldir volgde haar op de voet.
Halverwege voelde ze dat ene gevoel weer, alsof een schaduw met ze mee liep en hen bekeek.
‘Wat is er?’
‘We worden weer bekeken,’ zei ze resoluut.
‘Het zijn waarschijnlijk alleen de nachtelijke wezens’.
Ze knikte.
Eindelijk waren ze er. Haldir keek zijn ogen uit. Voor hen stond een reusachtige poort. Het ijzer was schoon opgepoetst en de stenen waren lichtgekleurd en op sommige stenen waren delen van een klimop plant te zien. Zo vormde zich een heel patroon op de muur. ‘Het klimop patroon komt overeen met je armbeschermers, laarzen, riem en boog’.
‘Vergeet mijn messen niet, maar dat klopt dit is mijn uitrusting uit Zuid-Aarde, mijn grijze van Lórien ligt nog thuis’.
‘Maar?’
‘Geen verdere vragen, ik leg het nog wel een keer uit’.
De poort ging open en vanuit één van de wachttorens werden ze begroet. Vlak achter hen sloot de poort zich meteen weer. Haldir was nog lang niet uit gekeken. In zijn leven had hij vele paleizen en majestueuze plaatsen gezien. Maar geen zoals deze. Het paleis voor hen was immens. ’Airadan is een koning, dat vergat ik te zeggen’.
‘Het was duidelijk’.
Meteen was hij verloren in al zijn gedachtes, hij merkte zelfs niet dat Sidhlairiel op haar hardst naar Airadan riep. Niet veel later verscheen de jongen. Hij was iets jonger dan Sidhlairiel en zijn haar leek veel op dat van Aragorn. Zijn ogen waren groen en hij keek Haldir aan. ’Wie is dat?’ vroeg hij met een lichte toon van minachting. ’Haldir’.
Haldir gaf geen antwoord, nog steeds in gevecht met zijn gedachtes. ’Geen spraakzaam type?’
Voorzichtig gaf ze hem een elleboog stoot tussen zijn ribben. Hij knikte even kort naar Airadan en wendde zijn blik weer af. ’Eigenlijk wilde ik je alleen spreken,’zei Airadan. ’Geeft niet ik blijf wel hier op de binnenplaats’.
De twee verdwenen uit het zicht en Haldir bleef staan. Na lange tijd keek hij omhoog. In de inktzwarte lucht verschenen nu donkergrijze wolken die de maan lieten verdwijnen. Eerste regendruppels vielen naar beneden. Hij bleef kijken. Daarna was er een oorverdovende klap die de aarde liet schudden en een lichtflits die hem verblindde. Een schaduw kroop achter hem en plots werd hij verstikt door een doek met vergif. Buiten bewustzijn viel hij neer op de harde tegels.
Haldir’s hoofd bonkte van de pijn en hij probeerde te voelen of hij bloedde. Maar al snel voelde hij dat hij vastgebonden was, strak, de touwen sneden in zijn polsen. Moeizaam deed hij zijn ogen open. Hij zag een vaag soort schaduw. Hij probeerde de plaats en de persoon te herkennen, beide mislukte.
‘Nu heb je haar, hoe voelt dat?’
‘Legolas?’ vroeg hij.
‘Ja, wie anders? Want jij hebt degene die ik wil!’
‘Maar wie was het ook al weer die mij aan haar voorstelde?’
‘Ik dacht dat het weer hetzelfde zou gaan, zoals bij al die andere meiden… en jongens’.
Daarna stopte Legolas met praten. ‘Maar hoe dan ook, ik zat fout, en ik geef jou daaraan de schuld, dus jij moet er voor boeten’.
Hij lachte, hard en het zorgde voor kippenvel op Haldir’s lichaam. Nu voelde hij ook dat zijn bovenlichaam ontbloot was. Legolas verscheen vanuit de schaduwen. Er was haat in zijn ogen en een glimlach sierde zijn mooie blanke gezicht. Een harde knal van leer galmde door de ruimte en stekende pijn schoot naar elk uiteinde van Haldir’s lichaam. Nog een keer liet Legolas het dikke zwarte leer van de zweep knallen. Nog meer pijn voor Haldir. ‘Voelt allicht wat oncomfortabel nietwaar?’ siste hij. Haldir zei niks, hij wist dat Legolas het ook gevoeld had, in zijn jeugd. Hij had hem willen helpen, hij had zijn wonden verzorgd en hem op zijn gemak willen laten voelen. Nog eens met alle haat die hij voelde sloeg hij. ‘Het doet gewoon pijn!’
‘Nee, echt?’ zei Haldir met zijn tanden op elkaar geklemd. Daarna liet Legolas het leer door zijn vingers rollen. ‘Ik kan er natuurlijk een eind aan maken, als je wilt?’
Legolas borg de zweep op en ging voor Haldir staan. Hij plaatste zijn slanke vingers onder Haldir’s kin en bracht zijn hoofd omhoog. Glimlachend om wat hij in Haldir’s ogen zag drukte hij zijn lippen tegen die van Haldir. Haldir probeerde het gevoel weg te duwen, maar verloor toen hij Legolas tong tegen zijn lippen voelde. Hij probeerde te weigeren maar kon het niet.
Uiteindelijk opende hij zijn ogen weer en keek naar Legolas, diens pupillen waren groot en zijn felle blauwe ogen waren donker. ‘Zo jammer, dat dit je allerlaatste kus ooit was, waarschijnlijk had je geen tijd om er zo een met Sidhlairiel te delen,’ fluisterde Legolas. Legolas vingers die nog steeds onder Haldir’s kin waren zakte nu naar het heft van een van zijn messen. Met een snerpend geluid haalde hij het mes de schede en hij voelde het koude staal onder zijn vingers. ‘Het voelt perfect’.
Daarna zette hij het mes tegen de keel van Haldir en drukte hard genoeg totdat er een streep donkerrood bloed kwam. ‘Zo spijtig,’ lachte hij.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.