Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » If fear is what make us decide » Deel 13
If fear is what make us decide
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
8 aug 2009 - 14:59
Aantal woorden:
479
Aantal reacties:
0
Aantal keer gelezen:
165
Deel 13
Eindelijk nieuw deeltje
LARA
Het deuntje van Friends galmt door mijn kamer. “I'll be there for you”¯ zing ik mee.Man, ik kan hier echt niks anders doen dan tv kijken. Echt zielig. Ik zal blij zijn als ik morgen eindelijk uit dit ziekenhuis weg mag. Lang kan ik het hiet in ieder geval niet meer uithouden. Ik zucht. Ik heb al die afleveringen van Friends al honderd miljoen keer gezien. Maar voor de rest is er ook niet veel op tv. En een boek lezen of slapen, daar heb ik ook al totaal geen zin in.Wat zijn ziekenhuizen toch saai. Ik hoop dat ik nooit meer in mijn leven in een ziekenhuis moet komen.Of misschien wel als ik ga bevallen. Maar voor de rest NOOIT.
Er klopt iemand op de deur, waarna er een hoofd verschijnt, en niet veel later de rest van het lichaam. Mijn hart slaat een tel over. Het is Tom. “Hey”¯ zegt hij. Ik kijk hem aan. “Hey”¯ zeg ik. “Stoor ik?”¯ vraagt hij. “Nee hoor. Helemaal niet. Ik ben blij je te zien.”¯ Oei, hopelijk klonk dat niet te verliefd. Hij glimlacht; ik smelt. Hij komt dichter en blijft even stilstaan. Het lijkt wel of hij twijfelt. Maar daarna geeft hij een kus op mijn wang en gaat zitten. Ik voel de plek op mijn wang nog steeds tintelen. “Je mag morgen uit het ziekenhuis zeker?”¯ Ik knik. “Ik zal waarschijnlijk veel moeten bijwerken voor school, maar ja: daar valt niet veel aan te doen.”¯ “Nee, niet echt”¯ zegt hij. “Als ik kon, zou ik helpen, maar volgens mij begrijp ik er niet veel van.”¯ Ik lach. “Volgens mij ook niet.”¯ Even is het stil en weten we allebei niet goed wat zeggen. “Heb je nog veel pijn?”¯ vraagt hij dan. “Nee hoor. Dat valt best wel mee. Alleen mijn arm nog. Maar gelukkig is het mijn linkerarm, dan kan iik tenminste nog schrijven.”¯ Hij knikt zachtjes. “Ik... Nee laat maar”¯ zegt hij. “Wat wou je zeggen?”¯ “Niks. Ik wou een stomme opmerking maken over je arm als grap, maar het zou niet echt gepast zijn om dat te zeggen. Het is tenslotte nog altijd mijn schuld dat je hier ligt.”¯ “Zeg maar hoor. Ik kan daar wel tegen.”¯ Hij kijkt mij raar aan. Best wel schattig eigenlijk. “Nee, echt niet.”¯ houdt hij vol. Niet dan... “Was het grappig op zich? Ik bedoel: als je het niet ongepast enzo zou vinden?”¯ “Ja, natuurlijk. Mijn humor is altijd goed.”¯ Ik lach zachtjes. “Niet waarschijnlijk. Je bent lang niet zo grappig als je denkt.”¯ “Oh ja? Vind jij dat? Vind jij mijn humor niet goed? Sorry, maar met zo'n mensen kan ik onmogelijk nog omgaan.”¯ Ik lach. “Zie je: je vindt mijn humor wel goed”¯ zegt hij met een smile van hier tot in de Bahama's. “Nee, hoor. Zelfs de humor van de paashaas is nog beter dan jouw hu...”¯
Het deuntje van Friends galmt door mijn kamer. “I'll be there for you”¯ zing ik mee.Man, ik kan hier echt niks anders doen dan tv kijken. Echt zielig. Ik zal blij zijn als ik morgen eindelijk uit dit ziekenhuis weg mag. Lang kan ik het hiet in ieder geval niet meer uithouden. Ik zucht. Ik heb al die afleveringen van Friends al honderd miljoen keer gezien. Maar voor de rest is er ook niet veel op tv. En een boek lezen of slapen, daar heb ik ook al totaal geen zin in.Wat zijn ziekenhuizen toch saai. Ik hoop dat ik nooit meer in mijn leven in een ziekenhuis moet komen.Of misschien wel als ik ga bevallen. Maar voor de rest NOOIT.
Er klopt iemand op de deur, waarna er een hoofd verschijnt, en niet veel later de rest van het lichaam. Mijn hart slaat een tel over. Het is Tom. “Hey”¯ zegt hij. Ik kijk hem aan. “Hey”¯ zeg ik. “Stoor ik?”¯ vraagt hij. “Nee hoor. Helemaal niet. Ik ben blij je te zien.”¯ Oei, hopelijk klonk dat niet te verliefd. Hij glimlacht; ik smelt. Hij komt dichter en blijft even stilstaan. Het lijkt wel of hij twijfelt. Maar daarna geeft hij een kus op mijn wang en gaat zitten. Ik voel de plek op mijn wang nog steeds tintelen. “Je mag morgen uit het ziekenhuis zeker?”¯ Ik knik. “Ik zal waarschijnlijk veel moeten bijwerken voor school, maar ja: daar valt niet veel aan te doen.”¯ “Nee, niet echt”¯ zegt hij. “Als ik kon, zou ik helpen, maar volgens mij begrijp ik er niet veel van.”¯ Ik lach. “Volgens mij ook niet.”¯ Even is het stil en weten we allebei niet goed wat zeggen. “Heb je nog veel pijn?”¯ vraagt hij dan. “Nee hoor. Dat valt best wel mee. Alleen mijn arm nog. Maar gelukkig is het mijn linkerarm, dan kan iik tenminste nog schrijven.”¯ Hij knikt zachtjes. “Ik... Nee laat maar”¯ zegt hij. “Wat wou je zeggen?”¯ “Niks. Ik wou een stomme opmerking maken over je arm als grap, maar het zou niet echt gepast zijn om dat te zeggen. Het is tenslotte nog altijd mijn schuld dat je hier ligt.”¯ “Zeg maar hoor. Ik kan daar wel tegen.”¯ Hij kijkt mij raar aan. Best wel schattig eigenlijk. “Nee, echt niet.”¯ houdt hij vol. Niet dan... “Was het grappig op zich? Ik bedoel: als je het niet ongepast enzo zou vinden?”¯ “Ja, natuurlijk. Mijn humor is altijd goed.”¯ Ik lach zachtjes. “Niet waarschijnlijk. Je bent lang niet zo grappig als je denkt.”¯ “Oh ja? Vind jij dat? Vind jij mijn humor niet goed? Sorry, maar met zo'n mensen kan ik onmogelijk nog omgaan.”¯ Ik lach. “Zie je: je vindt mijn humor wel goed”¯ zegt hij met een smile van hier tot in de Bahama's. “Nee, hoor. Zelfs de humor van de paashaas is nog beter dan jouw hu...”¯
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.