Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Goochelaars en Geesten [TH] » En vraagt er iemand naar
Goochelaars en Geesten [TH]
En vraagt er iemand naar
Tom scheurde met ruim 150 kilometer per uur over de snelweg. Blijkbaar wilde hij opschieten. Ik gaf hem wel gelijk. De klok tikte door en we moesten voor de nacht in ons hotel zijn, wilden we nog binnen slapen. Ondertussen naderden we ook de politie waarvoor Isa ons gewaarschuwd had. Tom remde af en stuurde op de afzetting af. De agenten stonden druk te gebaren en keken niet eens naar ons. Blijkbaar zagen we eruit als gewone vakantiegangers. Ik keek naar buiten en dacht iets tussen de bomen te zien bewegen. Het leek net een mens, maar ik wist dat dat niet kon. Pijen werden allang niet meer gedragen en zeker niet langs de snelweg. De gedaante sprong weg. Blijkbaar gewoon een hert. De agenten hadden ons doorgelaten en Tom spurtte weg. Ik vroeg hem naar het hert langs de kant. Maar hij leek zeker te weten dat het wel een mens was geweest. Een eenzame monnik op weg naar een heiligdom. De arme man, hij was vast verdwaald. Maar ik kon hem nu niet helpen. Ik moest zelf ergens heen.
De monnik keek de zilvergrijze auto na, die net was weggescheurd. De twee jongens op de voorbank hadden akelig lang naar hem gekeken. Soms waren mensen veel te nieuwsgierig. Het was duidelijk geweest dat de jongen met de zwarte vlechtjes hem gelijk herkend had als mens. De jongen met de bruine haar had hem nog aangezien als hert, zoals de meeste mensen deden. De monnik had ze wel herkend, ze waren van die band. Tokio Hotel. Die band met hun vermoorde bassist. Een lachje speelde om zijn lippen. Ze hadden geen idee wat ze te wachten stond en hij wist zeker meer dan zij. Niet dat hij hen zou helpen. Amber had hem verboden ook maar iets te zeggen, ook al zaten de jongens nog zo erg in de problemen. Ze moesten zelf zoeken. Ze had wel meegekregen dat Tokio Hotel opzoek ging naar haar. Ze had genoeg connecties in Amsterdam. De monnik moest hen alleen in de gaten houden en zich af en toe laten zien. Amber zelf zou ver weg vluchten en niks meer van zich laten horen. De monnik stopte bij een kruisbeeld en knielde neer. Hij bad.
Tom draaide de auto de parkeerplaats voor hun hotel op. Tom bekeek het gebouw argwanend. Het was duidelijk veel minder luxe dan hij gewend was. Ik moest stiekem lachen. Ik dacht even terug aan mijn kelder en bedacht dat miste Kaulitz het daar nog geen 5 minuten uit zou houden. Langzaam begonnen we de rest wakker te maken. ‘We zijn er,’ bromde Tom. Gustav rekte zich uitgebreid uit, maar Bill wilde maar niet wakker worden. Onze divo sliep altijd uit, maakte niet uit waar en welk tijdstip. Tom schudde Bill voor de tweede keer wakker en beval hem niet meer in slaap te vallen. Langzaam strompelden we de hal van het hotel in. Een sierlijke houten trap krulde omhoog en een klein hondje trippelde vrolijk heen en weer. Isa knielde bij hem neer en begon hem rustig te aaien. Vrouwen en dieren…
Een mollige vrouw kwam haastig aanlopen. Blijkbaar had ze ons eindelijk opgemerkt. Ze sloeg een groot boek open en begon te bladeren. Misschien was een bladwijzer handig, maar dat durfde ik haar niet te zeggen. ‘Uw naam?’ vroeg ze vriendelijk. ‘Listing,’ zei ik. Ze keek op en knipoogde. We waren gelijk herkend. Ze begon te zoeken in een lange lijst met namen en leek me na een tijdje gevonden te hebben. ‘3 kamers voor 1 nacht?’ Ik knikte en kreeg de sleutels in mijn hand gedrukt. We moesten zelf de kamers gaan zoeken. ‘Het ontbijt is van 7 uur tot 10. Ik wens u een prettig verblijf.’ En weg was ze. Dit was absoluut niet wat we gewend waren, maar wel gezellig.
super !!
snel verder doen !!
xx.