Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijden » Let's play!
Schrijfwedstrijden
Let's play!
Ik adem diep in en uit. Probeer zo een beetje mijn hart onder controle te krijgen en het gekriebel in mijn buik te bestrijden. Het getril van mijn benen is mij ook niet ontkomen en onbewust frummel ik wat aan mijn zwarte bandana. Ik ben zo nerveus als wat!
Gekakel gaat de kleedkamer door. De andere meiden beginnen het ook te voelen en doen nog hun laatste ding. Veters strikken, benen insmeren, tactieken overleggen en roddelen over de tegenstander. Hier en daar hoor ik wie de gevaarlijkste spelers zijn en welke er niks van bakken.
“Yas?”ť Ik kijk op naar mijn aanvoerster. “Jouw tegenspeler, de links voor, zij is de snelste.”ť Natuurlijk. Waarom krijg ik altijd de moeilijkste? “Ze is volgens Carlijn ook de beste speelser.”ť Carlijn is onze keeper. Een of andere manier weet zij altijd wie wie is.
“Ik zal mijn best doen om haar uit te schakelen.”ť Ik grijns. Ze glimlacht terug en loopt naar een andere speelster om wat te informeren.
Mijn sokken trek ik nog eens goed aan en vouw de gele rand helemaal om. Onze kleuren zijn zwart en geel. In de dierenwereld betekend dat ‘gevaar’. Net zoals wespen. We zijn ook wel een gevaar voor de competitie. Als we verliezen, dan betekend dat de tegenstander hard moest doorvechten. Laat ik het zo zeggen, we zijn echt een pain in the ass. Vooral ik. Grijnzend denk ik aan de ruzies elke wedstrijd. Ze kunnen mij gewoon niet uitstaan! Kan ik niets aandoen. Misschien een beetje, maar ik gun ze het geluk niet om mij makkelijk te passeren.
“Okay. Dit wordt een zware wedstrijd.”ť Onze trainer en coach komen de kleedkamer in. “Ze staan twee punten onder ons. Ze zullen dus alles eruit halen wat ze hebben. Ik verwacht dus ook van jullie dat er alles uit wordt gehaald. We spelen op het kunstgras.”ť Veel meiden zuchten luid. Ik ook. “-Ja, meiden, dat kan ik ook niet veranderen. Het hoofdveld waar we normaal op spelen is nog nat van al dat regen gister. Aan een kapot veld hebben we ook niets. Maar goed. Ik vraag niet veel aan jullie, alleen 100% inzet. Het kan niet lekker gaan, maar dat betekend niet dat we gaan opgeven. Gewoon goed doorzetten en dan ben ik al dik tevreden. Nou, zet hem op! Hak ze in de pan! En maak me trots!”ť De laatste zinnen schreeuwt hij om ons op te fokken. Goed gelukt. Mijn adrenaline giert door mijn aderen. Geef mij de bal, ik ben er klaar voor!
Het geluid van allemaal klakkende noppen gaat door de gang. Als een leger stappen we het kleedkamergebouw uit en gaan met zijn alle naar rechts om het kunstgras op te gaan. De tegenpartij staan al aan de andere kant van het veld op hun eigen helft. Warming-up. Wijzelf gooien onze trainingsjackjes langs de kant en verzamelen ons op de middenlijn.
“Lopen!”ť Onze aanvoerster geeft het teken om de warming-up te beginnen. Met looppas bereiken we de zestienmeterlijn en draaien ons weer om. “Hakken en terugweg knieën!”ť Met snelle passen schop ik mijn hakken tegen mijn billen. De terugweg hef ik mijn knieën zo hoog mogelijk op. “Zijwaarts!”ť
Vertrouwd sta ik rechts achterin het veld. Spring een beetje op en neer om de spanning te doen oplossen. De scheids is op het midden van de middenlijn gaan staan om de aanvoersters een hand te schudden. Ze schudden ook elkaar de hand en zeggen dan kop of munt. De gekozen kop van onze aanvoerster kijkt onze kant op. De scheids haalt de munt van de hand van zijn rug en vraagt wat ze wilt. Ze kiest er voor om te blijven staan. De wind ligt gunstig. Van de zon hebben we geen last, het is behoorlijk bewolkt.
Het fluitsignaal. De tegenpartij trapt af. Mijn benen komen in beweging om mijn kant van het veld af te sluiten, samen met de rechts midden. Het getik van de bal komt steeds meer mijn kant op. Twee meiden proberen gecombineerd door onze verdediging te komen. Mijn mannetje zie ik zonder bal meters maken langs de zijlijn. Gelijk ga ik mee. Alsof je met klittenband aan elkaar vast zit, zo willen onze trainers het hebben. Ik geef haar geen enkele centimeter. Als een schaduw volg ik elke centimeter. Maar wanneer ze toch een klein gaatje weet te vinden draai ik me resoluut om en sprint achter haar aan, ze heeft de bal ontvangen. Onze aanvoerster, die laatste man staat, wacht geduldig af wat ik ga doen.
Hoe meer ik ren, hoe sneller ik word. Ik ben een speler die op moet starten qua sprinten. Maar wanneer ik eenmaal op gang ben, dan ben ik moeilijk bij te houden.
Nog een paar meters en ze bereikt een gevaarlijke zone, de zestienmeterlijn. Ik versnel mijn pas en laat mijn voeten grotere stappen nemen. Nu is mijn kans! De toestand heb ik ingeschat en laat mijn linkerknie buigen zodat mijn been naar de grond zakt. Mijn rechter been strek ik uit om vervolgens een maai te geven naar links. Een harde knal is het enige wat ik nog hoor en heb mij via de sliding weer omhoog gekregen en tik de bal veilig naar voren. Gevloek komt vanachter. Mijn tegenspeelster is gefrustreerd en gevallen.
“Diep!”ť Gelijk na mijn gil hang ik over mijn bal en plant mijn wreef stevig onder de bal. Met een vaart gaat de bal richting de rechtercornervlag. Onze rechtsbuiten had gelijk haar meters gemaakt en ontvangt de bal netjes op haar borst om hem vervolgens aan te nemen met haar rechtervoet. Vloeiend dribbelt ze langs haar tegenspeelster. Rechtervoet op de bal. Draaien. rug gekeerd naar haar speler. Haar naar achter drijven en ruimte creëren. Een plotse draai maken en het gat in schieten. Ze gebruikt de ruimte om een nopje te geven. De bal gaat met een mooie boog richting het doel toe. Onze spits springt en mikt met haar voorhoofd de bal in de kruising. Helaas. De keeper had de actie snel door en heeft weten te duiken.
De middenvelders trekken terug naar de middenlijn, naast de verdedigers die de aanvallers buitenspel proberen te houden. De keeper schiet uit haar handen, dwars door het midden. Onze midmid geeft een duw in de rug en vang de bal op met haar bovenbeen. Overtreding. Geen duwtjes in de rug. Gehoorzamend stappen we naar achteren. Ieder zijn man. Eén van hun neemt de vrije trap. De bal vliegt door de lucht naar de rechtsvoor. Gespannen kijk ik toe, hou ondertussen mijn man in de gaten. Julie, onze linksachter, neemt met gemak de bal terug over en gaat dwars door het midden heen. Eén van de middenvelders neemt haar plek een beetje over zodat er geen groot gat ontstaat voor de tegenstanders.
Julie bereikt de verdediging. Ze paast over naar een aanvaller en gooit zichzelf door de verdediging.
“Kijk uit voor buitenspel!”ť De gene met de bal heeft het blijkbaar gehoord en speelt niet naar Julie, maar terug naar een middenvelder om de rust weder te laten keren. Die speelt weer helemaal rechts waar Jennifer de bal opvangt en gelijk een voorzet geeft. Julie staat er nog, dit keer niet buitenspel en verlengt de bal. Michelle, de snelste van ons al trap de bal met effect onder de duikende keeper door. GOAL!
Tweede helft. De hele pauze hadden we gegild van spanning en dingen overlegd. Ikzelf was helemaal verwonderd dat ik niet al bonje had met mijn tegenspeler. Eén of andere manier trek ik problemen aan.
Verdomme! Mijn tegenstander geeft me gewoon een dauw, terwijl ik niet eens de bal heb! Die gaat zo neer.
De bal tikt weer mooi in de voeten van ons team rond. Het staat nog steeds 1-0 voor ons. De bal komt mijn kant op. Ik sprint er heen om de bal te onderscheppen. Achter mij hoor ik snelle voetstappen. Een harde beuk komt tegen mijn linkerzij wanneer ik net wil trappen. Door mijn vaart en de beuk kom ik in een schroef terecht. Draai een snelle ronde door de lucht en beland nog net niet letterlijk in de armen van de toeschouwers achter de zijlijn. Kreunend krabbel ik op de witte lijn overeind. Dat kind is dood.
Ik neem de vrije trap en maak vaart naar voren. De bal is alleen gelijk weer overgenomen door de andere partij en moet ik omkeren en met mijn man meelopen. Ze loopt enkele meters voor me. Ik versnel en geef een onzichtbare trap op haar voet en blijf er op staan zodat ze niet kan lopen. Met een draai met mijn voet maak ik het af en stap er vlug af. Niemand die het ziet. Het is te druk bij de verdediging. De scheids heeft alleen oog voor de speler met de bal.
“Bitch!”ť gilt ze nog na. Grijzend kijk ik achterom en knipoog. Ze hinkt nog wat.
“Dat krijg je ervan als je met mij ruzie zoekt.”ť Met die woorden help ik mijn verdediging weer.
We hebben nog dertig minuten en mijn tegenstander begint steeds meer te vechten om de bal. En dan bedoel ik letterlijk ‘vechten’. Ze beukt, slaat en trapt een weg om door de verdediging te komen. Ik raak het een beetje zat en ik had onze aanvoerster beloofd om haar uit te schakelen. Nu maar even waar maken.
Het is druk bij ons doel. Er is net een corner geweest en we proberen de bal weg te krijgen. De bal ligt bij mijn zijlijn. De tegenstander en ik proberen hem allebei te pakken te krijgen. Ik ga weeral op haar voet staan. Blijf er op staan en geef een harde elleboog onder haar ribben. Dit al lijkt alleen op een duwpartijtje tussen ons. Ze valt gillend neer en ik sprint er vandoor met de bal.
Natuurlijk wordt er tegen mij gevloten en wordt gewaarschuwd. Maar dat deert me allemaal niet, dat kind is het veld uit gesleurd door haar trainer.
Ana, onze voorstopper komt naar me toe om een low five te geven. “Mooi gedaan.”ť
“Just doing my duty,”ť grijns ik gemeen.
De tijd is om. We hebben met 2-0 gewonnen. Dat kwam omdat ik veel meer vrijspel had doordat de vervanger van mijn tegenspeler er geen reet van snapte en mij niet volgde. Daar maakte ik gebruik van om naar voren te schieten en een voorzet te geven, waar een goal uitgehaald is.
Nu zitten we vals onder de douche ‘We are the champions’ te zingen om de tegenstanders een deur verder te irriteren.
Wat hou ik toch van voetbal.
Mensen!
Ik ben een echte Bitch in het veld. Laat niet over mij heen lopen. Trap echt mensen op de voeten door daarna een elleboog te geven en weet mensen zelfs op het brancard te schoppen. Dat doe ik natuurlijk niet expres, maar dan weet je dat het echt is wat ik schrijf. En ik heb werkelijk een schroef gemaakt in de lucht en ben tegen de toeschouwers aangeknald.
Ben het met hilfxmir eens. alleen niet tussen de toeschouwers achter jouw.