Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Goochelaars en Geesten [TH] » Zo langzamerhand, toch wel
Goochelaars en Geesten [TH]
Zo langzamerhand, toch wel
De jongen gebaarde mijn mee te komen. Het lijk liet hij liggen. Iemand anders zou dat vast voor hem komen opruimen. Hij was echt duidelijk de baas. ‘Kan je me echt met alles helpen?’ vroeg ik. Hij knikte en vroeg waarmee hij me kon helpen. ‘Ik zoek iemand.’ ‘Ga naar de staat?’ opperde hij. ‘Ze komt uit Nederland en daar kom ik net vandaan. Ik wil eigenlijk niet terug,’ zei ik. Hij keek me begrijpend aan. ‘Hoe kom je dan in Bern? Moet je niet eerst heel Holland doorzoeken?’ vroeg hij. Ik knikte en zei dat ik een brief van haar hand gevonden en dat ik later sms’jes had gekregen die verwezen naar Bern. ‘En jij geloofde dat?’ vroeg the Ghost. Hij keek verbaasd. Ik werd rood en knikte. Ik was eigenlijk ook knettergek, afgaan op een paar anonieme sms’jes. ‘Als je me nodig hebt, dan weet je me wel te vinden,’ zei hij en hij verdween in de menigte. Ik moest Gustav en Isa maar eens gaan zoeken. Ze waren vast ongerust of hadden een ontzettende kater. Ik was in ieder geval heel blij dat ik gister niks gedronken had. Ik dwaalde een beetje door de wijk heen. Hij deed me denken aan die Amerikaanse achterbuurten. Alleen werd er hier keihard Duits door de straten geschreeuwd in plaats van Engels. Hier leefden de mensen echt, moesten ze vechten voor hun bestaan. Niemand gaf hen hier alles aan, niemand regelde alles voor hen. Ze hadden vrijheid. Ze hadden het zwaar. Ik sloeg een hoek om en stuitte op twee rokende jongens. Heroïne. De gekken, ze verwoestten hun leven met drugs en helaas voor hen deed niemand er wat tegen. Ze vroegen me of ik ook wat wilde. Ik schudde mijn hoofd en versnelde mijn pas. Ik moest nuchter blijven, anders zou ik mijn vrienden echt niet meer kunnen vinden. Zo langzamerhand had ik wel geleerd dat als je uit de problemen wilde blijven, je zo min mogelijk moest gebruiken en zo min mogelijk moest zuipen. Zo hadden Amber en haar opa me ook mee kunnen nemen uit Berlijn. Ik was ontzettend dronken. Sindsdien probeerde ik zo veel mogelijk van de alcohol af te blijven en dat lukte wel aardig. Waar ik meer mee zat was dat ik weer in de criminele scene zat. The Ghost leek me niet echt een lieverdje en in deze wijk stonden op elke straat hoek pooiers, huurmoordenaars en dealers. Heel gezellig. Hoog in de lucht klonk de donder. Het ging regenen. Over een tijdje zou de bliksem fel aftekenen tegen een dreigende lucht. Net zoals op de dag dat ik Isa ontmoette. Ik vond haar nog steeds raar. Ik wist niks over haar en het enige wat ze leek te doen was slapen. Ze verborg dingen, heel veel dingen. Zo was ze bijvoorbeeld totaal gehavend. In een stad wonen was niet zo gevaarlijk dat je overal en altijd wondjes opliep. Boven alles uit vertrouwde ik haar niet. Maar ze had me niet, zoals Bill en Tom, in de steek gelaten. Ze was hier en ze ging me helpen Amber te zoeken. Volgens mij had ze een keer gezegd dat ze haar leven wilde geven, maar dat ging me wat te ver. Voor persoonlijk gewin zou ik nooit iemand de dood in jagen. De vond ik meer iets voor the Ghost. Over hem gesproken. Stond hij daar niet met iemand te praten. Ik tuurde naar de overkant van de straat en probeerde het stel goed te bekijken zonder op te vallen. The Ghost stond te praten met een of ander vaag type, gehuld in een lange mantel. Hij leek precies op… Ik geloofde het bijna niet. The Ghost had me al gezien en wenkte me. Ik stak de straat over en ging een beetje schichtig naast hem staan. ‘Dit is Valmond. Hij gaat je helpen. Hij wil voor je inbreken bij de Nederlandse Staat. Je kan zo alle informatie krijgen die je wilt,’ zei the Ghost. Ik keek hem verbaasd aan. ‘Het hacken van landen was toch onmogelijk?’ Valmond grijnsde en haalde een laptop onder zijn mantel vandaan. ‘Aan de slag,’ fluisterde hij met een akelig bekende stem.
super !!!
sr dk zo laat reageer op u verhaaltjes maar raar maar waar wouw me leptop nooit startten -_-
xx. maar i love youre story !!
snel vrdr