Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Happily Never After » Hoofdstuk 1
Happily Never After
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
19 nov 2008 - 22:06
Aantal woorden:
1326
Aantal reacties:
1
Aantal keer gelezen:
402
Hoofdstuk 1
TOM
Ik pak haar hand vast en streel zachtjes haar vingertoppen. “Niet wegaan”¯, fluister ik, “alsjeblieft niet weggaan.”¯ Ze antwoordt niet. Misschien heeft ze me zelfs niet gehoord. Ik kan amper geloven dat het meisje dat hier lijkbleek ligt en via duizenden draadjes verbonden is met een machine, dat dat meisje dezelfde is als het altijd vrolijke en opgewekte meisje dat Bills hart sneller doet slaan. En niet alleen dat van Bill...Maar dat wist ze niet, gelukkig. Een traan verlaat mijn ogen. Als het mijn kin bereikt heeft, stort het de diepte in en spat het uiteen op de grond net zoals mijn hart dat deed toen de politie mij 'het verschrikkelijke nieuws' kwam vertellen.
Het was een uur of negen 's ochtends en voor de verandering was ik eens wat vroeger opgestaan. Ik was net mijn ontbijt aan het klaarmaken toen ik plots de deurbel hoorde. Zo vroeg?! Wie kan dat zijn?? Hopelijk geen fan ofzo. Al fluitend liep ik naar de deur, toen nog niet wetend dat als ik de deur zou dichtslaan, ik alles behalve fluitend zou teruggaan. Ik opende de deur. Voor mij stonden twee politieagenten. Ik trok mijn wenkbrauwen op. Wat kwamen die hier doen? Eén van de twee agenten had mij duidelijk herkend. Hij leek plots zenuwachtig. “B-bent u de-de vr-vriend van Yati De Spiegeleer?”¯ Op dat moment voelde ik al dat er iets mis was. “Nee, mijn broer”¯, antwoordde ik.
“Ik vrees dat ik niet zo'n goed nieuws heb.”¯ Yati had een zwaar ongeluk gehad. De trein waar ze inzat (die naar Hamburg dus), was van het spoor geraakt door een in de wegliggende boomstam. Er waren geen doden gevallen en de meeste waren zelfs niet zo zwaar gewond, maar de bestuurder van de trein ,Yati, en nog iemand waren in kritieke toestand naar het ziekenhuis gebracht. Op dat moment besefte ik niet wat er gebeurde. Het drong niet tot mij door. Zo'n dingen zijn allemaal zo... hoe zeg je dat? Het leek allemaal de ver-van-mijn-bed-show. Dat zijn dingen voor op het nieuws, voor in de krant., maar het overkomt je niet écht. Voor mij was Yati nog gewoon op weg naar Hamburg.Pas toen ik de deur achter mij dichtsloeg, stroomden de tranen over mij wangen. “Wie was dat?”¯, hoorde ik plots achter mij. Shit, Bill!!! Hoe moest ik hem dat ooit vertellen? Ik draaide mij naar hem om. Toen hij mijn betraande gezicht zag, keek hij mij angstig aan. “Tom, wat is er?”¯ Plots zag ik zijn gezicht vertrekken. “Yati? Wat is er met Yati? Tom, zeg wat er is!!”¯ Ik wist niet hoe het kwam dat hij plots doorhad dat het om Yati ging. Misschien zag hij het aan mijn gelaatsuitdrukking. Of misschien kwam het door onze 'tweeling-telepathie'. In ieder geval: hij wist het. Ik nam een grote hap lucht en begon te vertellen. “Welleuhm... Er stonden twee politieagenten aan de deur en volgens mij herkende één van de twee mij, want die-”¯ “Tom, niet rond de pot draaien! Zeg wat er is!!”¯ “Yati is euhm...De trein naar Hamburg is van het spoor geraakt. Ze is naar het ziekenhuis gebracht, maar ik weet niet of...”¯ De laatste woorden slikte ik in. “Of dat nog iets uithaalt”¯, vulde Bill mij aan. Zwarte tranen stroomden over zijn wangen. Zijn gezicht was lijkbleek, om niet te zeggen wit. Daardoor was het contrast tussen zijn geschminkte ogen en zijn bleke huid nóg groter en leek hij plots op een spook. Een gebroken spook. Ik pakte hem stevig vast. Hij liet zijn hoofd op mijn schouder rusten en begon plots hartsverscheurend te huilen. Ik aaide zachtjes over zijn hoofd en fluisterde hem sussende woorden toe. “Ik wil haar niet kwijt, Tom. Ik zie haar graag. Ze moet terugkomen. Dat MOET!!”¯ Hij moest eens weten wat ik voor haar voel... “Ssst. Het komt allemaal wel goed”¯, probeerde ik hem te kalmeren. Achteraf kreeg ik spijt van die woorden. Ik was er helemaal niet zo zeker van of alles wel goed zou komen. Ik weet niet hoelang we elkaar daar huilend hebben staan omhelzen-en dat doet er ook niet toe-,maar plots zei Bill: “Ik wil naar Yati.”¯ En dus zijn we naar het ziekenhuis gegaan, waar de dokter zei dat ze in een coma lag.
Plots bemerk ik dat Bill naast mij staat. Snel laat ik haar hand los. Zou hij het nog gezien hebben? “Het is niet erg dat je haar hand vastneemt. Ik weet wel dat het niets betekent”¯, hoor ik Bills stem zeggen. Het betekent niets. Hij komt naast mij zitten. Even valt er een stilte en kijken we allebei gewoon naar Yati. Ik hoor dat Bill zachtjes begint te snikken. Ik sla mijn arm rond zijn schouder en begin ook stilletjes te huilen. “Het is zo oneerlijk, Tom. Ze is veel te jong.Ik wil niet verder gaan zonder haar.”¯ “Er is een kans dat ze het haalt”¯, zeg ik om hem te sussen. “Ja, maar de kans dat ze het niet haalt is veel groter”¯, antwoordt hij. “Je mag niet zo pessimistisch denken, Bill. Je moet sterk zijn. Doe het voor haar.”¯ Hij knikt alleen maar, waarna hij opstaat en zich voorover buigt om Yati te kussen. Ik zie hoe hij zijn lippen op de hare drukt. Het liefst van al zou ik mijn ogen willen dichtknijpen om het niet te hoeven zien. Maar dat zou nogal opvallend zijn, vrees ik. Waarom? Waarom moet ik nu net verliefd zijn op hí¡í¡r? Van alle meisjes die er op deze aardbol rondlopen, moet ik nu net op haar vallen. Het gaat niet. Het mag niet. Het kan niet. Ze is van Bill. Híj is degene waarvan ze zielsveel houdt. Ik wou dat het verliefde gevoel gewoon weg ging, maar het is er. Ik kan het niet verdringen. Het is onmogelijk te doen alsof het er niet is. Nochtans heb ik het al wel heel die tijd verborgen voor Yati en Bill. Ze moesten eens weten hoe hard ze mij telkens kwetsen. Alles kan ik aan Bill vertellen, alles. Maar niet dit. Dat kan ik ècht niet.
Georg, Gustav en ik zaten met z'n drieën te ontbijten. Bill en Yati sliepen nog. Ik was nogal in gedachten verzonken. Misschien moets ik Yati maar eens vertellen wat ik voor haar voelde. Ik wist niet of zij ook iets voor mij voelde, maar dan wist ik dat meteen. “Hey, joehoe!!”¯ Georg wuifde met zijn hand voor mijn gezicht. “Sorry, ik was aan het dromen.”¯ “Ja, dat had ik door”¯, antwoordde Georg. “Zeg, waar blijven die twee slaapkoppen?”¯, vroeg Gustav plots. Ik stond op. “Ik zal wel eens gaan kijken .”¯ Het was een goed excuus. Als ik alleen was met Yati, kon ik het haar vertellen. Of misschien moest ik het eerst eens aan Bill vragen... Ik liep naar Yati d'r kamer. Toen ik aanklopte, kwam er geen antwoord. Misschien sliep ze nog. Ik ging haar kamer binnen, maar tot mijn grote verbazing was er geen kat te bespeuren. En nog minder een Yati. Waar was ze dan? Ik liep terug de gang op. Plots hoorde ik gegiechel vanuit Bill zijn kamer komen. Dat was duidelijk Yati haar lach. Op mijn tenen sloop ik naar Bill zijn kamer. Dat had ik beter nooit gedaan. Geruisloos opende ik de deur. Wat ik toen zag, deed mij helemaal verstenen. Mijn hart viel op de grond en brak in duizenden stukken, onmogelijk om ze nog aan elkaar te lijmen. Yati en Bill lagen hevig tongzoenend op Bills bed. Ik zag hoe Bill...Nee, stop. Dit wilde ik echt niet zien. Ze merkten mij niet eens op... gelukkig. Verward deed ik de deur dicht. Yati en Bil?? Dat kan toch niet?! IK hou van Yati! IK!! Er liep een traan over mijn wang. De twee mensen waarvan ik het meest hield, hadden mij het hardst gekwetst. Was dat wat ik verdiende? Deed God dit om mij te pesten? Niet dat ik ooit in hem geloofd heb, maar je moet de schuld toch op IEMAND kunnen steken.
Ik pak haar hand vast en streel zachtjes haar vingertoppen. “Niet wegaan”¯, fluister ik, “alsjeblieft niet weggaan.”¯ Ze antwoordt niet. Misschien heeft ze me zelfs niet gehoord. Ik kan amper geloven dat het meisje dat hier lijkbleek ligt en via duizenden draadjes verbonden is met een machine, dat dat meisje dezelfde is als het altijd vrolijke en opgewekte meisje dat Bills hart sneller doet slaan. En niet alleen dat van Bill...Maar dat wist ze niet, gelukkig. Een traan verlaat mijn ogen. Als het mijn kin bereikt heeft, stort het de diepte in en spat het uiteen op de grond net zoals mijn hart dat deed toen de politie mij 'het verschrikkelijke nieuws' kwam vertellen.
Het was een uur of negen 's ochtends en voor de verandering was ik eens wat vroeger opgestaan. Ik was net mijn ontbijt aan het klaarmaken toen ik plots de deurbel hoorde. Zo vroeg?! Wie kan dat zijn?? Hopelijk geen fan ofzo. Al fluitend liep ik naar de deur, toen nog niet wetend dat als ik de deur zou dichtslaan, ik alles behalve fluitend zou teruggaan. Ik opende de deur. Voor mij stonden twee politieagenten. Ik trok mijn wenkbrauwen op. Wat kwamen die hier doen? Eén van de twee agenten had mij duidelijk herkend. Hij leek plots zenuwachtig. “B-bent u de-de vr-vriend van Yati De Spiegeleer?”¯ Op dat moment voelde ik al dat er iets mis was. “Nee, mijn broer”¯, antwoordde ik.
“Ik vrees dat ik niet zo'n goed nieuws heb.”¯ Yati had een zwaar ongeluk gehad. De trein waar ze inzat (die naar Hamburg dus), was van het spoor geraakt door een in de wegliggende boomstam. Er waren geen doden gevallen en de meeste waren zelfs niet zo zwaar gewond, maar de bestuurder van de trein ,Yati, en nog iemand waren in kritieke toestand naar het ziekenhuis gebracht. Op dat moment besefte ik niet wat er gebeurde. Het drong niet tot mij door. Zo'n dingen zijn allemaal zo... hoe zeg je dat? Het leek allemaal de ver-van-mijn-bed-show. Dat zijn dingen voor op het nieuws, voor in de krant., maar het overkomt je niet écht. Voor mij was Yati nog gewoon op weg naar Hamburg.Pas toen ik de deur achter mij dichtsloeg, stroomden de tranen over mij wangen. “Wie was dat?”¯, hoorde ik plots achter mij. Shit, Bill!!! Hoe moest ik hem dat ooit vertellen? Ik draaide mij naar hem om. Toen hij mijn betraande gezicht zag, keek hij mij angstig aan. “Tom, wat is er?”¯ Plots zag ik zijn gezicht vertrekken. “Yati? Wat is er met Yati? Tom, zeg wat er is!!”¯ Ik wist niet hoe het kwam dat hij plots doorhad dat het om Yati ging. Misschien zag hij het aan mijn gelaatsuitdrukking. Of misschien kwam het door onze 'tweeling-telepathie'. In ieder geval: hij wist het. Ik nam een grote hap lucht en begon te vertellen. “Welleuhm... Er stonden twee politieagenten aan de deur en volgens mij herkende één van de twee mij, want die-”¯ “Tom, niet rond de pot draaien! Zeg wat er is!!”¯ “Yati is euhm...De trein naar Hamburg is van het spoor geraakt. Ze is naar het ziekenhuis gebracht, maar ik weet niet of...”¯ De laatste woorden slikte ik in. “Of dat nog iets uithaalt”¯, vulde Bill mij aan. Zwarte tranen stroomden over zijn wangen. Zijn gezicht was lijkbleek, om niet te zeggen wit. Daardoor was het contrast tussen zijn geschminkte ogen en zijn bleke huid nóg groter en leek hij plots op een spook. Een gebroken spook. Ik pakte hem stevig vast. Hij liet zijn hoofd op mijn schouder rusten en begon plots hartsverscheurend te huilen. Ik aaide zachtjes over zijn hoofd en fluisterde hem sussende woorden toe. “Ik wil haar niet kwijt, Tom. Ik zie haar graag. Ze moet terugkomen. Dat MOET!!”¯ Hij moest eens weten wat ik voor haar voel... “Ssst. Het komt allemaal wel goed”¯, probeerde ik hem te kalmeren. Achteraf kreeg ik spijt van die woorden. Ik was er helemaal niet zo zeker van of alles wel goed zou komen. Ik weet niet hoelang we elkaar daar huilend hebben staan omhelzen-en dat doet er ook niet toe-,maar plots zei Bill: “Ik wil naar Yati.”¯ En dus zijn we naar het ziekenhuis gegaan, waar de dokter zei dat ze in een coma lag.
Plots bemerk ik dat Bill naast mij staat. Snel laat ik haar hand los. Zou hij het nog gezien hebben? “Het is niet erg dat je haar hand vastneemt. Ik weet wel dat het niets betekent”¯, hoor ik Bills stem zeggen. Het betekent niets. Hij komt naast mij zitten. Even valt er een stilte en kijken we allebei gewoon naar Yati. Ik hoor dat Bill zachtjes begint te snikken. Ik sla mijn arm rond zijn schouder en begin ook stilletjes te huilen. “Het is zo oneerlijk, Tom. Ze is veel te jong.Ik wil niet verder gaan zonder haar.”¯ “Er is een kans dat ze het haalt”¯, zeg ik om hem te sussen. “Ja, maar de kans dat ze het niet haalt is veel groter”¯, antwoordt hij. “Je mag niet zo pessimistisch denken, Bill. Je moet sterk zijn. Doe het voor haar.”¯ Hij knikt alleen maar, waarna hij opstaat en zich voorover buigt om Yati te kussen. Ik zie hoe hij zijn lippen op de hare drukt. Het liefst van al zou ik mijn ogen willen dichtknijpen om het niet te hoeven zien. Maar dat zou nogal opvallend zijn, vrees ik. Waarom? Waarom moet ik nu net verliefd zijn op hí¡í¡r? Van alle meisjes die er op deze aardbol rondlopen, moet ik nu net op haar vallen. Het gaat niet. Het mag niet. Het kan niet. Ze is van Bill. Híj is degene waarvan ze zielsveel houdt. Ik wou dat het verliefde gevoel gewoon weg ging, maar het is er. Ik kan het niet verdringen. Het is onmogelijk te doen alsof het er niet is. Nochtans heb ik het al wel heel die tijd verborgen voor Yati en Bill. Ze moesten eens weten hoe hard ze mij telkens kwetsen. Alles kan ik aan Bill vertellen, alles. Maar niet dit. Dat kan ik ècht niet.
Georg, Gustav en ik zaten met z'n drieën te ontbijten. Bill en Yati sliepen nog. Ik was nogal in gedachten verzonken. Misschien moets ik Yati maar eens vertellen wat ik voor haar voelde. Ik wist niet of zij ook iets voor mij voelde, maar dan wist ik dat meteen. “Hey, joehoe!!”¯ Georg wuifde met zijn hand voor mijn gezicht. “Sorry, ik was aan het dromen.”¯ “Ja, dat had ik door”¯, antwoordde Georg. “Zeg, waar blijven die twee slaapkoppen?”¯, vroeg Gustav plots. Ik stond op. “Ik zal wel eens gaan kijken .”¯ Het was een goed excuus. Als ik alleen was met Yati, kon ik het haar vertellen. Of misschien moest ik het eerst eens aan Bill vragen... Ik liep naar Yati d'r kamer. Toen ik aanklopte, kwam er geen antwoord. Misschien sliep ze nog. Ik ging haar kamer binnen, maar tot mijn grote verbazing was er geen kat te bespeuren. En nog minder een Yati. Waar was ze dan? Ik liep terug de gang op. Plots hoorde ik gegiechel vanuit Bill zijn kamer komen. Dat was duidelijk Yati haar lach. Op mijn tenen sloop ik naar Bill zijn kamer. Dat had ik beter nooit gedaan. Geruisloos opende ik de deur. Wat ik toen zag, deed mij helemaal verstenen. Mijn hart viel op de grond en brak in duizenden stukken, onmogelijk om ze nog aan elkaar te lijmen. Yati en Bill lagen hevig tongzoenend op Bills bed. Ik zag hoe Bill...Nee, stop. Dit wilde ik echt niet zien. Ze merkten mij niet eens op... gelukkig. Verward deed ik de deur dicht. Yati en Bil?? Dat kan toch niet?! IK hou van Yati! IK!! Er liep een traan over mijn wang. De twee mensen waarvan ik het meest hield, hadden mij het hardst gekwetst. Was dat wat ik verdiende? Deed God dit om mij te pesten? Niet dat ik ooit in hem geloofd heb, maar je moet de schuld toch op IEMAND kunnen steken.
Weetje, eigenlijk vind ik dit best wel een standaart verhaallijn.
Maar je schrijft zó dat het niet meer standaart is.
Je maakt er iets speciaals van.
Je beschrijft alles goed en weet de emoties redelijk goed over te brengen.
Mijn complimentjes x)
En nu, snel verder!