Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Het verhaal van Bree » Hoofdstuk 5
Het verhaal van Bree
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 5:
In mijn kamer plofde ik op mijn bed neer en bleef daar bewegingsloos liggen. De hele reis naar huis had ik niets tegen mijn ouders gezegt ookal hadden ze vele pogingen gedaan om met me te praten. Bij thuiskomst had ik geschreeuwd dat ze me met rust moesten laten en was naar mijn kamer gestormd. Ik voelde me doodmoe alsof ik net een marathon had gelopen.
Er gingen honderden gedachten door me heen. De meeste hadden te maken met Maureen. Leeft ze nog? Waar is ze nu? Wat is er allemaal gebeurd?! Mijn brein maakte overuren en produceerde allerlei gruwelscenes.
Maureen, halfdood op de grond in een steegje, snakkend naar adem en hevig bloedend uit een wond op haar hoofd waaraan ze binnen een uur zou sterven.
Maureen’s lijk dat werd onderzocht door een lijkschouwer. Op haar lichaam duidelijk de sporen van wurging.
Een doorschijnende parelwitte gedaante, de geest van Maureen die verontwaardig riep:“Waarom ben je me niet komen zoeken! Dat ik dood ben is nu jouw schuld!”ť
Ik wist later niet precies waarneer de gedachten over waren gegaan in dromen maar een paar uur later schrok ik koud en klam van het zweet wakker. Mijn been sliep en mijn zilveren kettinkje sneed pijnlijk in mijn nek doordat ik in zo’n vreemde hoek en met mijn kleren aan in slaap was gevallen.
Mijn eerste gedachte was dat het allemaal een nare droom was geweest, een nachtmerrie waaruit ik wakker was geschrokken en die ik ook gauw weer zou vergeten.
Maar toen ik in het donker naar mijn plafond staarde drong het besef tot me door dat dit geen nachtmerrie was. Dat alles echt gebeurd was. Maureen was verdwenen en misschien wel dood!
Mijn bed kraakte toen ik er plotseling vanaf sprong. Ik kon het niet verdragen om nog langer in mijn bed te liggen. Haastig liep ik naar bureau en zette mijn computer aan. Het was een lomp apparaat dat uit de middeleeuwen leek te zijn gestamd. Ik had hem van mijn vader gekregen omdat hij zich ergerde aan de traagheid van het ding en er volgends eigenzeggen gewoon niet mee om kon gaan. Een beetje gelijk had hij wel, voor hele opstarten had hij al tien minuten nodig en als je internet wilde kon je er helemaal een boek bij pakken. Normaal had ik daar niet zoveel last van, mijn moeder zei altijd dat ik het geduld van een olifant had. Maar die nacht had ik nog minder geduld dan een hamster.
Ongeduldig tikte ik met mijn vingers op het bureau terwijl mijn computer steunend en kreunend als een oud opaatje zijn best deed om op te starten. Het was een geluk dat mijn ouders op zolder sliepen en mijn vader zo hard snurkte dat mijn moeder met oordopjes in sliep want de computer maakte genoeg herrie om de hele buurt wakker te schudden.
Terwijl ik wachtte viel mijn bik op de foto’s van mij en Maureen die op het prikbord hingen. Ik trok een van de foto’s los en bekeek hem nog eens goed. Het was een foto die een maand geleden genomen was. Mijn ouders hadden Maureen en mij mee genomen naar het strand voor ‘een flinke wandeling’. Na een half uur lopen waren Maureen en ik het al zat en waren we foto’s van elkaar gaan maken. Uiteindelijk hadden we er wel een stuk of honderd die steeds meliger werden. Toen we weer thuis waren en het zand uit onze oren hadden gepeuterd hadden we deze foto twee keer uitgeprint.
Maureen keek met haar groengrijze ogen brutaal in de lens. Haar dikke chocolade bruine haar waaide op in de wind. Naast haar stond ikzelf. Mijn felblauwe ogen keken een beetje verbaasd naar de camara maar ik lachte net als Maureen breed om een of andere grap. Achter ons spoelden grote golven over het strand en grijze wolken pakten samen boven de zee. Later zou het heel hard gaan plenzen we en zouden net niet snel genoeg bij de auto zijn om droog te blijven.
Even glimlachte ik bij de herinnering maar die verdween alweer snel. Toen ik van de foto opkeek zag ik dat mijn computer klaar was. Ik starte paint op en zocht in mijn bestanden naar een bepaalde naam. In de map Sunrise and Sunset vond ik hem.
Een grafiti ontwerp dat Maureen en ik een paar dagen geleden hadden gemaakt. Onze grafiti namen, Sunrise en Sunset met als achtergrond een halve zon, die zowel opkomend als ondergaand zou kunnen zijn. Het was een van de mooiste grafiti ontwerpen die we ooit hadden gemaakt en we waren van plan geweest hem van het weekend te gaan spuiten.
Mijn printer snorde toen het ontwerp eruit rolde. Ik pakte het uit het bakje en stopte het in een hoesje om het netjes te houden.
Daarna haastte ik me naar mijn boeken kast en haalde daar een paar boeken weg zodat ik het vak kon zien dat daarachter verborgen was. Daar haalde ik een oude verslete rugtas vol verfvlekken uit die ik over mijn schouder hing. Het vakje hadden ik en Maureen speciaal voor onze grafiti spuitbussen gemaakt. Maureen had er ook een in haar kledingkast. Onze ouders wisten niet dat wij grafiti spoten en dat wilde we graag zo houden.
Zachtjes sloop ik op mijn tenen de trap af, ook al wist ik dat mijn ouders me toch niet zouden horen al zou ik een hele fanfare naast hun bed zetten. Ik maakte de voordeur open en liet hem met een zachte klik dicht vallen. Ik sprong op mijn fiets en racede de nacht in.
super verhaal!
je moet snel verder doen!
x