Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Gone. » [6]
Gone.
[6]
Zelfs het enthousiasme van BigBen kan me niet aansteken. Ik ben niet in de mood om vrolijk te doen, maar haal toch mijn mooiste lach boven. Onze fans verdienen dit. Voor hen zal ik blijven faken. Maar ik weet dat ik het niet meer lang kan houden, het doet steeds meer pijn. Ik moet weg. Maar niet nu, nu nog niet. Maar op een dag, op een dag ga ik op zoek naar het echte het geluk. Op een dag voltooi ik mijn levensdoel. Ik beloof het mezelf, maar het is moeilijk om erin te geloven. ‘En Bill, wat vind jij van jouw broer zijn stelling?’ Even was ik vergeten dat we in een live-uitzending zitten, en dat we op dit eigenste ogenblik midden in een interview zijn. Gelukkig merkt Ben mijn verwarring en vervolgt: ‘Dat het leven dat jullie leiden hetgeen is waar jullie al jaren van dromen Dat jullie nog nooit zo gelukkig zijn geweest.’ Typisch, mijn broer ziet natuurlijk alleen maar de goede dingen. Hij voelt geen verstikking, doet wat hij wilt en voelt zich op de top van zijn glorie. ‘We zijn allemaal dankbaar voor de dingen dat we allemaal mogen meemaken. We hadden nooit kunnen hopen op al de luxe, op al de steun van de miljoenen fans, op alle reizen die we mogen maken om onze grootste hobby en passie uit te voeren. We kunnen niet uitdrukken hoeveel we onze fans verschuldigd zijn. Nogmaals, dank u allemaal. Jullie zijn echt geweldig.’ Perfect antwoord, zo te horen aan het gejuich dat uit het publiek opstijgt. Allemaal leugens, de pijn en wroeging in mijn stem horen de fans niet. Dat dit gehele dankbetuig niet gemeend is, bemerkt niemand. Ze willen het niet weten. Tot ieders verrassing, al kijkt BigBen heel comfortabel, staat mijn tweelingbroer op en verkondigt: ‘Maar vandaag willen we één fan in het speciaal bedanken.’
It’s showtime. Al de bandleden en ons publiek staart me ademloos aan, terwijl ik vervolg. ‘Het meisje in kwestie heeft mij enkele dagen geleden een mail gestuurd en haar verhaal heeft mij echt aangegrepen. Zij maakt mee wat vele andere kinderen meemaken, maar vaak wordt er geen aandacht aan geschonken. Wij willen haar, en de zovele andere, laten weten dat ze wél belangrijk zijn, dat ze nog steeds meetellen. Mirte, wij zijn je ongelofelijk dankbaar voor het eeuwige vertrouwen en de steun.’ Terwijl ik aan het woord was, was het publiek muisstil. Maar toen ik de laatste zin zei, klonk er van vanachter in de zaal een schriele, hese gil. Ik had al gehoopt dat haar ouders zouden instemmen met mijn voorstel, maar ik heb geen bevestiging gehad. ‘Mirte, wil jij even tot bij ons komen.’ Het rumoer stijgt op en enkele momenten later zie ik een rolstoel bij het gangpad verschijnen. Een vrouw van in de veertig, haar moeder neem ik aan, rijdt haar naar het podium toe. Ik staar recht in de ogen van een meisje van amper dertien jaar. Ze heeft kort, dof, pluizig haar, vage ogen, die toch een enorme schittering bevatten en is véél te mager. Je ziet wat de kanker haar al heeft aangedaan, haar aanhoudende gevecht ertegen heeft zijn sporen achtergelaten. Ik kan me haar al voorstellen in haar ziekenbed, met geen geluk meer in haar ogen, geen moed, geen kracht meer. Maar op dit moment zou je warempel kunnen zeggen dat ze even echt gelukkig is. Haar moeder blijft naast het podium staan en Mirte rijdt zichzelf naar ons toe. Ik kom naar voor en omarm haar hartig. Als ik terug rechtkom, zie ik de tranen in haar ogen staan. Van geluk of niet, maar de helft van ons publiek is blijkbaar ontroerd. Ze barsten in een gigantisch applaus los en ook nu komen de andere bandleden in bewegen. Onzeker geven ook zij haar een knuffel, camera’s leggen deze intieme momenten vast. Hierna nodig ik Mirte uit om tussen ons te komen zitten. Ik vraag een beetje bang iets meer over haar ziekte uit te leggen, maar ze is de vragen blijkbaar al gewoon. Na enkele minuten voelen we dat het praten Mirte uitput, en we eindigen het gesprek af. Na een laatste knuffel en foto verdwijnt Mirte van het podium en ook wij begeven ons naar de backstage. Een warmte blijft in me doorbroeden. Vandaag ben ik eens de goede geweest, vandaag was ik eens niet de klootzak.
Mooi!! Zomooi! Echt verdergaan, bitte.
xx