Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » MINE » 01 - deel 1
MINE
01 - deel 1
Het stoplicht op het kruispunt is nog niet eens officieel op groen gesprongen of een hele meute overmoedige dure auto’s, vol met gestreste zakenmannetjes die op tijd op hun werk moeten aankomen, razen langs mijn oude, vertrouwde maar vooral gammele fiets die ik door de stad probeer te loodsen. Haal adem, verstand op nul, adem uit herhaal ik keer op keer in mijn gedachten, maar het biedt weinig geestelijke steun en al helemaal geen hulp in het luidruchtige ochtendverkeer. Het eigenwijze plukje haar schuift voor mijn ogen waardoor mijn zicht wordt belemmerd voordat ik het kruispunt over fiets. Mijn hart maakt een sprongetje door mijn borstkas. Luid getoeter en gebrom laat ik achterwege terwijl ik snelheid begin te maken. Vlug haal ik een hand door mijn warrige blonde krullen.
Pas drie straten verderop fiets ik weer wat soepeler en ga ik wat meer van de rechterstoep af fietsen terwijl ik een oortje in mijn oor duw, aangezien hij door alle heisa er was uitgevallen. Luidkeels zing ik mee met Mika, waardoor het net lijkt alsof ik de muppets nadoe, maar het kan me niets schelen.
Mijn dag is vrolijk begonnen, ik stond op zonder een kater (hoera!), mijn schooluren waren Dan-loos, en tenslotte schijnt het zonnetje!
Mijn bestemming komt in zicht en ik verminder vaart, terwijl ik de heerlijke geur van vers gemaaid gras opsnuif. Verrukkelijk!
Ik rijd mijn fiets over de stoep en zet hem netjes op slot aan een paal.  Het vertrouwde belletje aan de deur van de wasserette rinkelt als ik naar binnenstap met mijn grote, jutte zak vol wasgoed. Ja, het leven van een student op een klein appartementje is lang niet zo goed als ik had gedacht, het heeft zo zijn voor- en nadelen. Gelukkig wegen de voordelen veel zwaarder dan de nadelen, en trouwens... zo erg is het niet om een aantal keer per week naar de wasserette te moeten. Ik krijg mijn wekelijkse behoefte aan beweging en ik vang hier en daar de smakelijkste roddels op, altijd leuk toch?
Ik zie mijn schat al staan. Hij staat links tegen de muur, de derde van achteren: mijn vertrouwde wasmachine, stiekem heb ik een verhouding met hem. Voordat ik naar mijn schat ga, pak ik eerst een wasmand om mijn vuile kleren in te doen. Terwijl ik naar de wasmachine loop, knik ik vriendelijk naar de vrouw die ik wel vaker hier zie. Ik zie haar alleen op dinsdag, ze zit dan stilletjes te wachten tot haar was klaar is. Het bestaat altijd uit alleen maar wit wasgoed. Ja, ik moet toch wat te bekijken hebben terwijl mijn gekleurde kleren rondjes draaien in de wastrommel. Draaien, draaien, draaien en draaien.
Een beetje onbehouwen doe ik wat waspoeder in het bakje en schakel ik de wasmachine aan.
Zo, en nu… relaxt. Ik ga zitten in een van de oranje kuipstoeltjes, die met rugleuningen tegen elkaar aan, en zich in het midden van de wasserette begeven. Aan beide zijwanden staan wasmachines, waarvan enkele wasmachines hun taak vervullen. Het belletje bij de deur rinkelt en ik kijk wie er naar binnenkomt. Het is een jonge man, ook student, dat kan ik zien aan zijn sjofele kleding. Ik denk dat hij ongeveer even oud als mij is, rond de tweeëntwintig. Niet mijn type. Wat is mijn type eigenlijk?
Na minuten lang druk bezig te zijn met die vraag, is mijn was klaar. Nadat ik mijn natte, schone en lekker ruikende kleding in de droger heb gedaan en vervolgens weer netjes in mijn jutte zak, stap ik op mijn fiets op weg naar mijn appartementje. Ik ben klaar voor vandaag, tijd voor een ontspannen avond op de bank met een heerlijk dvd’tje. Titanic, Serendipity, the Holiday, Love Actually…
Voordat ik een keus heb kunnen maken, begint mijn mobiel rinkelen. Ik kijk op mijn display en zie dat Blair belt. Blair heb ik leren kennen bij mijn eerste jaar van de opleiding fotografie, samen met haar en Ann, mijn beste vriendin van de middelbare school, zijn we onafscheidelijk.
“Halleuw!”¯ roep ik enthousiast in mijn mobieltje.
“Hoi! Waar ben je?”¯
“Ik ben onderweg naar huis -”¯ begin ik, maar word meteen onderbroken door Ann die de telefoon blijkbaar heeft overgenomen.
“Schiet eens op, we staan hier al dertig minuten op de trap te wachten!”¯
“Huh, maar waarom!?”¯ vraag ik verward. Ben ik iets vergeten?
“JIJ GAAT MET ONS MEE!”¯ En met luid gelach en gegiechel wordt de verbinding verbroken. Oh god, wat zijn ze nu weer van plan? Hoofdschuddend fiets ik de weg van mijn appartementje in. Als het hoge gebouw voor mijn neus opdoemt, krijg ik toch last van nerveuze vlindertjes in mijn maag. Ik zet mijn fiets in de houder die ervoor bestemd is en met een zwaar gevoel in mijn lichaam begin ik aan de zes trappen die naar mijn appartement leiden. Er bevinden zich wel liften in dit gebouw, maar die werken om de halve minuut niet meer omdat de kinderen het zo leuk vinden om er springend in te gaan staan als de lift omhoog gaat. Ja, de brandweer moet zeker elke week een groepje koters uit een vast hangende lift verwijderen en daardoor zijn de dingen weer een paar dagen uit gebruik.
Na de tweede trap begint mijn ademhaling al te haperen en als ik de laatste trap beklim, denk ik dat ik een halve hartaanval voel opkomen. Ik moet serieus iets aan mijn conditie doen - nee, ik moet serieus een conditie krijgen, want ik heb er nog geen...
Eindelijk zet mijn linkervoet de eerste stap op mijn verdieping. Ik rommel snel door mijn tas en tussen al mijn snoeppapiertjes en onbetaalde rekeningen, vind ik de sleutelbos.
“Ik moet echt eens kijken voor een sleutelhanger, dan vind ik het misschien sneller in mijn rommelige tas,”¯ fluister ik tegen mezelf. Mijn harde voetstappen weerkaatsen door de lege gang en als ik bij mijn deur aankom, zie ik twee hoopjes zitten. “Wat doen jullie hier?”¯
“Je bent er eindelijk, we zitten hier al een eeuwigheid te wachten,”¯ zegt een van de hoopjes met een harde stem.
“Ik moest zes trappen oplopen,”¯ mompel ik als ik de hopen zie opspringen met een grote lading energie. “En nu ben ik gesloopt - ik bel jullie morgen wel.”¯ Mijn sleutel steek ik in het sleutelgat, maar als ik de deur wil opendraaien, klemt een magere hand zich rond mijn pols.
“Nee, we gaan je meenemen,”¯ zegt Ann, die met haar rug naar Blair gaat staan en vraagt: “Zit er iets op mijn kont?”¯ Een luide zucht stroomt tussen mijn lippen door.
“Maar ik wil slapen - horen jullie mijn bed niet schreeuwen voor aandacht?”¯
“Jouw bed krijgt inderdaad te weinig aandacht door een tweede persoon, en juist díe gaan we vanavond voor je zoeken, Ash. Nu kom op, draai die sleutel om en ga je klaarmaken,”¯ zegt Blair met een enthousiaste stem. Haar warrig rood haar valt met plukken voor haar ogen en met een woest gebaar duwt ze het weer aan de kant zodat ze kan zien waar ze is. Met een snelle beweging draait ze de sleutel om en met een harde klap gaat de deur open. “Welkom thuis, Ashley.”¯
“Ik wil niet mee naar waar jullie ook naartoe gaan,”¯ kreun ik als ik op mijn oude band ga liggen.
“Dan ontvoeren we je,”¯ zegt Ann als ze richting mijn slaapvertrek loopt. Ongeïnteresseerd rol ik met mijn ogen.
“Ik ga dood van angst,”¯ breng ik sarcastisch uit.
“Goed zo,”¯ klinkt het zacht. Een hoop gegniffel en gelach weerklinkt er vanuit mijn slaapkamer en een paar tellen later voel ik hoe de gesp van mijn riem wordt losgemaakt.
“Wat krijgen we nu?”¯ vraag ik beduusd als ik van de bank afspring, waardoor mijn spijkerbroek van mijn heupen glijdt. “Ik ben oud genoeg om zelf mijn broek uit te doen.”¯
“Nou, het lijkt erop dat we je moeten gaan dwingen, anders ga je toch niet mee,”¯ zegt Blair met een ondeugende blik in haar ogen. “Dus... wij kleden je om en wij slepen je dadelijk mee naar ons eindpunt.”¯ Voor de zoveelste keer vandaag rol ik met mijn ogen. Ik til mijn handen de lucht in als teken dat ze maar doen waar ze gelukkig van worden - ik ga toch niet mee.
“Waar gaan jullie überhaupt naartoe?”¯ vraag ik met een bitse ondertoon. Mijn twee vriendinnen wisselen een veelbetekenende blik uit en ineens weet ik niet meer waarom ik bevriend met hen ben. Ze spannen zich toch telkens tegen mij en daardoor weten ze me ook altijd over te halen.
“Ann heeft door haar broer te horen gekregen dat de voetbalclub kampioen is geworden en dat kunnen wij natuurlijk niet missen,”¯ zegt Blair.
“Je bedoelt dat jíºllie dat niet kunnen missen,”¯ mompel ik gesmoord als het shirt over mijn hoofd wordt uitgetrokken.
“Ja, tien punten. En omdat wij willen gaan, moet jij ook mee. Je hoort bij ons - de drie musketiers, snap je?”¯ Een hoop gemompel verlaat mijn lippen en Ann lijkt dat op te vatten als een teken dat ik meega.
“Mooi zo - nu wissel even van bh, want je kunt echt geen bh met bandjes onder een strapless jurkje. Daar knappen die mooie vrijgezellen mannen grandioos op af en omdat je net zeurde over je bed dat aandacht tekort heeft, moet je dat niet hebben,”¯ zegt ze met een glimlach op haar gezicht. Ze weet gewoon dat dit de doorslag is waardoor ik wél meega.
“Vrijgezellen mannen? Hallelujah, I'm in!”¯
“Goed, want je staat al tien jaar droog...”¯
Reacties:
haha OMG die laatste zin
njh ik eig niet veel te zeggen srr drvoor, normaal gezien heb ik altijd wel iets leuk te schrijven en nu niet, niet omdat het verhaal niet leuk is maar gwn omdat het bijne 6;00h is dus
njh snel verder laat je dan wten?
-xxx-
Dan zet ik hier een eerste reactie. Ik heb hem nog niet gelezen, maar dat ga ik nu doen
*Stopt met reactie geven, begint met lezen*
*pokes* Kom op, waar blijft de rest? ._. Ik heb per ongeluk hier nog niet gereageerd, maar ik wil zo graag alles lezen - ook al heb ik veel ervan al gezien. Ik kan niet wachten om het weer te lezen. <3