Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Drawn <-- afgerond » 31
Drawn <-- afgerond
31
Debio:
Eigenlijk was ik weer verdrietig geworden. Ik wist nog steeds niet of ik me nu thuis voelde. De jongens leken enorm blij dat ze naar huis konden. Maar kon ik ook zo blij zijn? Ik wist dat mijn echte thuis nergens was. Althans dat gevoel had ik. Zo op tour is enorm leuk en je doet er een heleboel ervaring mee op maar echt thuis? Nee, het voelde zoals ik voorspeld had als een lange vakantie. En mijn voormalige thuis? Nee, dat voelde niet meer als thuis. Dat voelde meer als de periode waar ik was opgegroeid. Dat lag nu achter me… zou ik me ooit ergens thuis voelen? Ja, ik zou me thuis voelen waar Bill was. Of eerder veilig en blij voelen. Weer niet thuis. Maar wat voel je bij een thuis? Wat versta ik onder thuis?zoek ik wel een thuis? Misschien zoek ik wel iets heel anders!
‘ik ga slapen.’ Zei ik half mompelend en ik strompelde naar het bed van Bill. Mijn hele hoofd tolde. Wat zocht ik nu eigenlijk? Zocht ik wel iets? Waarom zou ik het zoeken? Hoe kon dit ooit gebeuren?
Ik zocht naar het antwoord door mijn gedachtes af te gaan. De herinneringen van toen ik klein was borrelde naar boven en ik viel weg in een rare beleving. Je droomt niet, maar je beleefd een gebeurtenis uit je verleden opnieuw. Althans je ziet hem weer voor je. Maar dan heel duidelijk.
ik voer in mijn gedachtedroom langs mijn kleutertijd, kindertijd tot aan mijn veertiende. Daar hield ik even halt bij een heel bijzondere gebeurtenis. Ik ontmoette Bill en Tom voor het eerst.
het gekke is, is dat je jezelf wel kunt zien, nou ja, je weet dat jij het bent die daar zit. Maar je kan niet zien hoe je eruit ziet terwijl je toch meekijkt. Lastig uit te leggen.
Ik zie weer voor me hoe Tom aan me vraagt wat ik doe terwijl Bill een beetje verlegen mee knikt.
vanaf dat moment wist ik al dat ik mijn oude thuis zou verlaten…
Ik voer weer verder. Mijn zestiende verjaardag. Papa was ziek geworden maar liet het niet merken. Hij kon dingen als minder goed. Hij raakte sneller uitgeput en was soms erg afwezig. Hij was mijn zestiende verjaardag vergeten en ikzelf ook. Totdat we die avond samen op de kalender keken. Ik weet nog hoe hard we toen hebben gelachen. Ik had de rest van de avond buikpijn ervan. Ik zie hoe mijn vader de volgende dag een enorme taart heeft gebakken die we samen gingen versieren. En hoe hij een rozenkransje op mijn hoofd zet. Hij had die op de avond laat nog zitten maken en ik moest hem de hele dag ophouden… dat was een hele mooie dag.
dan zie ik een gebeurtenis die ik liever niet meer wil zien. Ik zie mezelf op mijn knieën naast het bed van mijn vader. Ik huil en houd zijn hand vast. Hij is dood… ik zie ook weer vaag mezelf als vijfjarig meisje. Naast het bed van mijn vader. Alleen ligt er nu een vrouw. Ze streelt door mijn haar met trillende, smalle en tengere vingers. Dan trekt de hand terug en valt neer naast de vrouw haar lichaam. Ik spring op en ren naar beneden. Waar mijn vader de ergste dag van zijn leven zal opwachten…
Ik schrik met een gil wakker. De vier jongens proberen tegelijk naar binnen te stormen op mijn gegil af en komen klem te zitten in de deuropening. Uiteindelijk weten ze er doorheen te komen en vliegen ze naar mij toe. Normaal zou ik gelachen hebben om hun actie maar nu liep het zweet van mijn rug af en klopte mijn hart in mijn keel. De meiden staan nu ook langs het bed waar ik nu overeind zit. ‘wat is er Debio? Waarom gilde je? Gaat het wel?’ ik kijk hun bang aan. ‘GA WEG!!!’ roep ik knetter hard en ze schrikken van mijn uitval. Bill doet een stapje naar voren. ‘Debio, wat is er? Ik heb je nog nooit zo gezien.’ Hij wilt zijn hand op mijn schouder leggen maar ik ben te bang. Ik sla de hand weg en roep; NEE!!! GA WEG NU!!!’ Bill kijkt me geschrokken aan en trekt snel zijn hand terug. Hij zet weer een onzekere stap naar achter en hij kijkt verdrietig. Gustav pakt hem bij zijn schouder vast en loodst hem het slaapgedeelte uit. Chidi, Georg, Henna en Mayi volgen. Ik knijp bang mijn ogen stijf dicht. Ik trek mijn knieën op en sla mijn armen eromheen. Mijn hoofd rust nu op mijn knieën en ik blijf doodstil zitten. Vlagen met angst overspoelen me. Leegte, angst, pijn, verdriet, paniek… ik weet niet wat me bezielt.
Opeens voel ik het matras wat inzakken. Ik durf op te kijken en zie dat Tom op dezelfde manier als mij tegenover mij zit. Met opgetrokken knieën waar zijn kin op rust. Zijn armen heeft hij ook om zijn knieën geslagen en hij kijkt me nu aan. Hij wend zijn blik niet af en blijft kijken. Ik zie dat hij zijn armen rond zijn knieën ontspant en ik voel hetzelfde met mijn eigen armen gebeuren. Tom kijkt me nog steeds aan. Ik kijk hem nu recht in de ogen aan en zo blijven we een tijdje kijken. Alleen maar in elkaars ogen kijken. Ik voel langzaam dat ik iets minder bang word. Ik begin nu te trillen en ik voel tranen opwellen. Tom maakt zich los uit zijn positie en kruipt naar me toe. Heel langzaam en voorzichtig. Als hij dichtbij me is slaat hij zacht zijn armen rond mij heen. Ik maak me nu ook los uit mijn positie en omhels hem en begin te snikken. Het enige wat Tom doet is me omhelzen en met zijn hand over mijn rug strelen. Als ik tot bedaren ben gekomen laat Tom me voorzichtig los. ‘ hoe kreeg je het voor elkaar?’ vraag ik nog na snikkend. Op Tom’s gezicht verschijnt een kleine grijns. ‘als Bill boos of van streek was kon niemand hem bedaren. Ik ging dan meestal bij hem zitten en deed hetzelfde als hem. Ik bleef naar hem kijken en na een tijdje werd hij vanzelf weer rustiger. Het hielp lang niet altijd maar de meeste keren wel. Ik weet niet precies hoe het komt maar dit werkt wel.’ Ik knikte. ‘je hoeft nu niet te vertellen wat er was maar als je wilt vertel het dan. Ik zal gewoon luisteren oké?’ Ik wist niet of ik het nu moest vertellen of wat ik moest vertellen. Ik wilde het wel kwijt en ik wist dat ik Tom wel kon vertrouwen. Behalve dan als hij een slokje teveel op had. Ik besloot het maar uit te proberen leggen en begon met hakkelen. Ik vertelde over mijn gedachtes. Dat ik niet precies wist wat ik zocht. Dat ik een thuis miste, mijn gedachtedroom die mij naar mijn kindertijd sleepte, naar mijn eerste ontmoeting met hem en Bill, naar de gelukkige momenten en naar de laatste gruwelijke momenten van mijn ouders hun dood. Tom bleef zitten en luisterde aandachtig.
Toen ik klaar was waren er weer tranen over mijn wangen aan het lopen. Tom veegde ze weg en keek me even aan. ‘ik kan niet zeggen dat ik weet wat je bedoelt want mijn ouders leven nog. Maar ik snap wel wat je bedoelt. Toen wij voor het eerst op tour gingen had Bill enorm veel last van heimwee. Ik ook wel, maar ik wist er beter mee om te gaan. En tja, ik ben nu niet zo een zachtgekookt eitje als Bill dus hield ik me ook gewoon groot. Voor mij was thuis toen gewoon de plek waar je met je dierbaren kunt zijn. Een plek waar je je gelukkig voelt en waar je kunt lachen en huilen. Dat is het nu nog, maar ik denk nu ook dat thuis is waar jij wilt dat het is. Dan accepteer jij het zelf makkelijker en heb je wat je wilde. Een thuis…’ ik liet de woorden even op me inwerken en knikte toen langzaam. ‘misschien moet ik het inderdaad gewoon accepteren. Ik moet niet zoeken…’ in een flits zag ik een gebeurtenis uit mijn verleden.
Ik stond op het strand in Italië. Mijn vader stond naast me en het was vijf uur ’s ochtends. Papa wees op kleine babyschildpadjes die vanuit het zand naar de zee toe kropen. ‘papa? Wat nu als de kleine schildpadjes nooit hun thuis vinden?’ vroeg ik. Mijn vader glimlachte als een echte vader en keek mij aan. ‘hun thuis zullen zij altijd vinden. Hun thuis is waar hun hart en geest leeft…’
Ik keek naar Tom die mij aan keek. Ik glimlachte. Tom liet ook een lachje op zijn mond verschijnen en hij knuffelde me nog een laatste keer. ‘dank je klein broertje.’ Zei ik en gaf hem een kus op zijn wang. Tom kleurde iets rood en knikte toen naar de opening die naar het zitgedeelte leidde. ‘ik zou maar snel met Bill gaan praten want hij is volgens mij verdrietig doordat je hem niet toeliet.’ Ik knikte en stapte het bed uit. Daarna rende ik naar het zitgedeelte waar Bill een beetje verslagen voor zich uit keek. Hij keek op toen hij mijn voetstappen hoorde en ik liet me om zijn nek vallen.
Bill:
Ik was heel verdrietig geworden door wat Debio had gedaan. Er zat nog iets goed fout. Maar ze weigerde iets te zeggen… ze sloeg me zelfs aan de kant. Dat was zeker pijnlijk voor mij. Niet lichamelijk maar geestelijk. Het leek net of ze bang was van mij… terwijl ik wel zag dat ze iedereen verschrikt aankeek. Gustav had me de kamer uitgeloodst en de rest was gevolgd. Iedereen behalve Tom merkte ik pas toen ik eenmaal zat. Waar zou hij zijn? Zou hij nog bij Debio zijn? Wat deed hij dan? Hij zou toch niet… NEE, zoiets doet Tom niet. Dat heeft hij me al zo vaak gezegd…
Ik besloot niet meer teveel te gaan peinzen. Helaas lukte dit voor geen meter dus keek ik verslagen voor me uit. Starend in het niets, nadenkend over van alles…
ik hoorde vlugge voetstapjes en keek op. Debio kwam met een glimlach om haar gezicht naar me toe gerend, voor zover dat mogelijk was in de bus, en liet zich om mijn nek vallen. Ik wist niet helemaal hoe ik moest reageren. Debio begon te snikken. Ze keek me aan met betraande ogen en een glimlach om haar mond. ‘sorry Bill, maar het is gewoon lastig uit te leggen… ik heb eindelijk gevonden wat ik zocht.’ Ik begreep niet veel van wat ze zei maar ik knuffelde haar weer innig. Ik keek naar de opening van het zitgedeelte en de slaapruimte en zag daar Tom leunend tegen de muur staan. Onze blikken kruiste elkaar en ik wist dat het goed zat. Tom lachte en ging daarna naast Henna zitten en fluisterde haar iets in het oor. Henna gniffelde erom en kuste Tom. Debio liet me weer los. ‘een wijs man zei ooit tegen me dat een thuis de plek is waar je hart en geest leeft. Ik heb te lang gezocht naar het verkeerde. Ik had het namelijk al. Mijn hart leeft bij jou en mijn geest is aanwezig waar ik wil. Bill… ik ben thuis!’
wat diegene hieronder zegt ; mooi! :3