Hoofdcategorieën
Home » Overige » Oneshots » What's right?
Oneshots
What's right?
Kwaad stampte Rachel naar haar barak. Ze moest moeite doen om het niet uit te schreeuwen van frustratie. Waarom, waarom kreeg die Eva altijd alle goede spullen? Altijd meer eten, altijd het makkelijkere werk, en vandaag weer de betere zeep. Ze had vlak voor Eva in de rij gestaan, had de groene zeep willen gebruiken, maar Eva had gezegd dat zij hem wilde en die Duitse sergeant had gezegd dat ze hem nog mocht hebben ook. ‘Ik wil de groene zeep,’ had ze met haar kweelende stem tegen hem gezegd. ‘Gut. Geb es ihr.’ Maar Rachel had hem niet willen geven. De Duitse sergeant begon te dreigen en uiteindelijk had Rachel de zeep naar haar toegesmeten en was ze weggelopen zonder douche. Rot Eva, altijd het beste. Ze had vast een of ander verbond gesloten met die moffen. De verraadster. Het paste perfect bij haar. Rachel stampte haar barak binnen. Kwaad ging ze op haar brits liggen. Ze wist dat het niet lang zou duren, maar vond het toch even fijn om te liggen. Ze moest even stoom afblazen in de enige rustige momentjes die ze nog had. De deur van de barak ging open en een silhouet werd zichtbaar. Rachel wist dat het Eva was. Demonstratief draaide ze zich om. Ze had geen zin in haar. Schijnheilige trut. Rachel merkte dat Eva haar naderde. Ze probeerde het te negeren. Eva streek naast haar neer. Even bleef ze stil. Rachel voelde haar priemende ogen in haar rug steken, maar deed alsof ze sliep. ‘Het spijt me,’ fluisterde Eva. Rachel veerde op. ‘Dat is niet waar,’ siste ze venijnig terug. Weer bleef het even stil. ‘Oke, je hebt gelijk,’ zei Eva toen. ‘Het is niet helemaal waar. Ik heb geen spijt van wat ik doe. Wel van wat hij doet. Hij had je niet zo mogen dreigen.’ ‘Alles wat die moffen doen mag niet.’ Rachel was woedend, maar wist dat het niets uithaalde. Het frustreerde haar. Ze kon gewoon niets doen. Ze keerde Eva haar rug toe. Eva draaide haar om aan haar schouder. ‘Laat me je helpen,’ zei ze. ‘Ik hoef je hulp niet.’ ‘Luister dan in ieder geval.’ Rachel keek haar strak aan. ‘Je bent een verraadster.’ Ze spuwde de woorden uit. Rachels blik was kil, en Eva wendde haar gezicht af. Ze zwegen beiden. Na een tijdje zei Eva: ‘Je hebt gelijk. Alweer.’ Rachel keek verbaasd op. Ze had verwacht dat het maar een stiekem fantasietje was, gewoon om haar apathie voor Eva te verklaren. En nu bekende ze het zomaar. ‘Ik slaap met hem.’ Eva kon het bijna niet over haar lippen krijgen. Het was vernederend om dat tegenover een medegevangene te verklaren. ‘Je doet wat?’ vroeg Rachel verbaasd. Ze keek vol ongeloof naar Eva. Hoe kon ze dat doen? ‘Het is niet zo erg als het lijkt. Hij gaat zijn gang, en ik heb het beter. Het is een soort van overleven.’ ‘En nu wil je dat ik hetzelfde ga doen?’ ‘Nou… ik niet, maar… de commandant wil je. Hij vindt je een pittig ding.’ ‘Nooit,’ siste Rachel. ‘Nooit zal ik een verraadster worden.’ Eva stond op. Haar gezicht was triest. ‘Denk erover na. Het zal je helpen de oorlog te overleven.’ ‘Ik zoek mijn eigen manier wel.’ Rachel keerde Eva haar rug toe, en Eva liep de barak weer uit. Rachel zuchtte. Hoe kon ze dat ooit doen? Hoe kon ze haar familie verraden? Wat verwachtte Eva wel niet? De commandant? Ja, hij was knap. Maar hij was een Duitser. Een van de personen die haar had weggerukt bij haar familie, uit haar veilige leven. En waarom? Om niets.
Ze wilde haar familie terug. Ze wilde wraak. Ze moest overleven om haar familie nog eens te zien. Hij had alles, zij had niets. Ze kon iets meer hebben, als ze dat wilde. Het enige wat ze hoefde te doen was Eva te vinden. Maar ze kon het niet. Of wel? Was het zoveel beter wat Eva had? Was het het waard? Ze wist dat ze tot voor kort jaloers was geweest op Eva, omdat ze had gedacht dat ze al die spullen gewoon maar om niets had gekregen. Nu ze de waarheid wist, was het iets makkelijker om ermee om te gaan. Maar om het zelf te doen? Rachel was in tweestrijd. Het goede, of het kwade? Het makkelijke, of het moeilijke?
Die avond zocht Rachel naar Eva. Ze kon het moeilijk verkroppen, maar ze deed het toch. Toen ze Eva had gevonden, ging ze recht voor haar staan, en keek haar strak aan. ‘Ik doe het,’ zei ze zacht. ‘Goed,’ antwoordde Eva. ‘Kom mee.’
jeetje, heftig. Ik vind hm best goed!