Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Spread my wings » The story of a butterfly. [25]
Spread my wings
The story of a butterfly. [25]
‘Ik wil niet!’ kreun ik meelijwekkend, trek de kap van mijn trui bijna tot aan mijn neus omlaag en probeer me tussen Detlev en Bruno door te wurmen. Ze grijpen allebei een elleboog en sleuren me naar voren, tot aan het ijzeren hekken. Arrivals, staat erboven.
Het lawaai van de luchthaven verdrinkt de bemoedigende fluisteringen van Detlev, maar mijn hoofd kan ik weer eens niet stilleggen. Bill komt vandaag terug, ik had hem beloofd dat ik hem zou komen ophalen. En Detlev heb ik beloofd dat ik hem vandaag het hele verhaal zou vertellen. Hij heeft recht op de waarheid.
De elektrische schuifdeur achter me gaat open om een nest druk kwebbelende Japanse toeristen door te laten en een stroom koude lucht werkt zich naar binnen. Het kippenvel staat op mijn benen, dat zwarte jurkje is veel te licht voor dit weer. De paarse trui past er ook niet echt bij, maar zo onttrek ik mijn nieuwe, bijna lichtgevende kapsel aan het oog. En met de paarse enkellaarsjes erbij valt het nog wel mee.
‘Ik denk dat ze er zijn!’ wijst Detlev. Mijn knokkels knijpen zich spierwit om het dranghekken. De aankomsttijd van de band is voor één keer niet gelekt, er staan geen bosjes fans te dringen om een glimp van hen op te vangen. Wel staat de hele lengte van het hekken vol reikhalzende families die uitkijken naar de aankomst van een zoon, een dochter, een vriend, een vriendin of wie weet wat nog meer. Het is ook niet belangrijk, want tussen al die drukte zie ik zijn gezicht opduiken.
Ik wring me langs Bruno, duw zonder pardon langs de rijen en rijen mensen naar de doorgang. Hij kijkt op van zijn bagagekarretje, recht in mijn gezicht en dringt ook sneller en sneller andere passagiers voorbij. Op het einde racen we naar de opening in het hekken, ik loop Georg bijna omver in mijn haast en gooi mezelf in Bills armen. Die laat zijn karretje spontaan los, het dreunt tegen een paaltje aan, kantelt om en verspert de uitgang met een ondoordringbare berg tassen. Geërgerde zuchten en gemompel om ons heen, een paar bodyguards die haastig de weg vrijmaken, en ik hoor er helemaal niks van. Ik begraaf mezelf in hem, en voor een tijdloos moment bestaat mijn wereld alleen uit zijn lippen en handen.
‘Ik heb je gemist,’ fluistert hij.
‘Ik jou ook.’ De kap glijdt van mijn hoofd, en hij bekijkt mijn nieuwe kapsel met een verraste glimlach.
‘Paars staat je goed.’ Zijn vingers vlechten zich langs mijn achterhoofd en hij drukt een zoen op mijn voorhoofd, klemt me tegen zich aan, houdt me dan weer van zich af om me te bekijken. ‘Dit waren de langste maanden van mijn leven, elke dag heb ik...’ Zijn zin sterft uit en een frons tekent zich af tussen zijn wenkbrauwen. ‘Waarom huil je?’
‘Kom op, de auto wacht. Jullie kunnen beter ergens meer privé heen gaan om te praten,’ zegt Detlev die plots achter me staat. Bill kijkt geschrokken op en schermt mij af met zijn armen.
‘Wat doet hij hier?’ blaast hij giftig in mijn oor.
‘Het is goed, Bill. Detlev en ik hebben het bijgelegd, hij heeft de voorbije weken voor me gezorgd.’
‘Gezorgd? Hoe...’
‘Niet hier!’ sist Detlev, en hij duwt mij en Bill naar de uitgang terwijl Bruno aan de verbaasde bodyguards en andere Tokio Hotel leden gaat uitleggen dat we hun zanger eventjes lenen. Ik knijp in Bill zijn vingers en dwing mezelf om hem aan te kijken. Zijn ogen staan verward.
‘Ik moet je zoveel vertellen.’
Het café is doodstil, op de zachte muziek en het verkouden gesnuif van de vaste klant aan de bar na. Lexi gluurt over een half afgedroogd glas in onze richting, Bruno zit op een kruk van waarop hij de deur en de ramen kan zien en nipt van een espresso, Detlev zit naast me en knijpt troostend in mijn hand, ik hou mijn blik op mijn koud wordende koffie gericht.
Bill zit tegenover me, spierwit weggetrokken, zijn mond een stukje open en zijn ogen op mij gefixeerd. Mijn zenuwen rennen hysterische rondjes in mijn buik, nog even en ik ga kotsen. Waarom zegt hij niks?
‘Calli...’ Een scheurtje in zijn stem. Ogen die overlopen, tanden die zich in zijn onderlip boren. Oh shit.
Zonder waarschuwing staat hij plots recht en wisselt van plaats, komt naast me zitten en slaat een arm om me heen. Ik donder in elkaar alsof iemand mijn funderingen heeft weggeslagen, hou me aan hem vast met alles wat ik heb. De sluizen worden opengegooid en we huilen elkaars schouders nat.
‘Het is mijn schuld, ik had je niet alleen mogen laten,’ fluistert hij.
‘Niet zeggen. Het is... niet jouw schuld. Echt niet.’
‘Calli, het spijt me, het spijt me...’ Detlev klopt me zacht op mijn schouder en glijdt uit de bank, neemt plaats op een kruk naast Bruno. Ik vouw elke spier die ik kan bewegen om Bill heen, zo hard dat ik hem waarschijnlijk blauwe plekken bezorg.
‘En wat nu?’ fluister ik. Hij laat me los en neemt mijn gezicht tussen zijn bevende handen, veegt de tranen zo goed mogelijk weg, drukt ongecontroleerd kussen op mijn wangen, mijn voorhoofd, mijn haren, mijn mond.
‘Ik hou van je, Calli, en dat zal niets of niemand ooit kunnen veranderen. Dat kindje is van ons, dat moet gewoon. Ik wil niet dat jij een abortus pleegt, ik wil niet dat die klootzak van een vader van jou nog een leven verwoest. En hij zal jou nooit meer raken, dat beloof ik je, dat zweer ik je. Niemand zal jou ooit nog laten huilen.’ Hij veert overeind, fluistert ‘Let op haar’ naar Bruno en Detlev en verdwijnt met zijn gsm aan zijn oor. Trillend drink ik mijn koude koffie op.
Na tien minuten komt hij het café weer in, nog steeds met rode ogen maar met een glimlach op zijn gezicht.
‘Kom mee. Ik heb een plan.’
Reacties:
Omg, hij heeft een plan!
Oké, dat klonk té sarcastisch in mijn hoofd.
Enne.. Lexi's café is nieuwe hang plek
Billy is zo cute op dit moment <3
this story rocks!
Had net de zelvde reactie als Yasmine
HIJ HEEFT EEN PLAN
Waarom stoppen jullie altijd op het moment dat het spannend is ?
Anyway , sneeeeeeeeeeeeel verder <3