Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De Elementen - De aardleerling - » Hoofdstuk 11: De rivier der herinneringen

De Elementen - De aardleerling -

12 sep 2010 - 19:21

6918

0

327



Hoofdstuk 11: De rivier der herinneringen

Het is vandaag zaterdagochtend. Door het kleine venstertje van Kuro’s kamer schijnt wat zonlicht op zijn bed. Kuro zelf ligt nog rustig te slapen wanneer er door het raampje van het huis een vogel binnenvliegt. Langzaam waggelt ze tot bij Kuro. Het vogeltje tuurt ongeveer een viertal minuutjes naar Kuro vooraleer het weer opvliegt en naar buiten gaat. Kuro wordt wakker maar opent zijn ogen nog niet. Langzaam verkent hij via het geluid wat er rond hem gebeurd. Hij hoort een vogeltje fluiten en hij hoort zijn moeder die bezig is beneden. Dan opent Kuro zijn ogen, vandaag is het de dag… Vandaag gaat hij opzoek naar de rivier der herinneringen. Terwijl hij nog in bed ligt bedenkt hij wat hij allemaal kan tegenkomen en wat hij zal beleven. Deze morgen beleeft Kuro zoals gewoonlijk, zijn dagelijks ochtend ritueel. Maar er zijn een aantal aanpassingen. Hij heeft het boek en nog een aanzal andere zaken netjes samengepakt in een rugzak. Hij heeft zijn moeder een deugddoende gedag gezegd en is toen met zijn paard vertrokken naar waar de kaart hem leid.
Kuro is al een paar uren aan het rijden met Liria. Ze hebben al mooie dingen gezien en Kuro blijkt even te vergeten zijn wat zijn echte opdracht is. In de verte ziet hij een klein dorpje. Ze zijn nu zeker een aantal boogscheuten van huis. In het kleine dorpje smeult er iets. Kuro zet zijn paard in galop en snelt zich naar die plek. In het midden van het dorp staart hij verwonderd in de ogen van een Balowbab! Liria staat muisstil. Een Balowbab is een reuzenbeer die volgens de oude monniken speciale en zeer sterke krachten zou hebben. Natuurlijk is het nooit bewezen. Maar het feit dat hij een compleet huis heeft in vuur en vlam gezet is een goede overtuiging voor Kuro. Langzaam kruipt Kuro van Liria af. Hij knoopt haar teugels vast aan een kleine boomstronk die wat verder staat. Wat Kuro ook opmerkt is dat het dorpje verlaten lijkt, er is niemand te bespeuren en er gangt een kille dooie stilte. Uitgezonderd het gegrom van de Balowbab is er niets dat een geluid veroorzaakt . De Balowbab strijkt langzaam zijn neus in de lucht en ruikt of er gevaar dreigt. Natuurlijk merkt hij Kuro op en loopt met zijn woeste blik naar hem toe. Langzaam neemt Kuro een stok vast die naast hem op de grond ligt. Kuro heeft geleerd in een les van meester Kukani dat wanneer je een zeldzaam dier ontmoet je hem moet gevangen nemen! Maar dit wil Kuro niet doen. Hij wilt alleen het dier verjagen uit dit dorp zodat de mensen die misschien in hun huis schuilen hun dorp kunnen herstellen. De Balowbab is nu maar twee boogscheuten meer van Kuro verwijderd. Kuro heft zijn stok op maar het is te laat de Balowbab spuwt een soort van gif uit op de tak en die verbrand tot er alleen as overblijft. Het is Kuro nooit binnen gekomen om aardesturing te gebruiken voor dit probleem. Kuro staat nu steenvast op de grond hij durft zich niet te verplaatsen in de hoop dat het dier hem niet opmerkt. Maar de Balowbab weet beter, met een razende stormloop rent het dier op Kuro af. Kuro doet zijn ogen dicht. Hij durft niet te kijken, maar toch opent hij ze weer, hij moet dapper zijn! Liria die het opgemerkt heeft dat haar baasje gevaar loopt probeert haarzelf los te maken van haar teugels. Met een stevige sprong knappen haar teugels doormidden. Nog voor de Balowbab Kuro kan bereiken springt Liria voor Kuro! Ze beschermt hem. De Balowbab die geschrokken is door de plotse verschijning van Liria neemt het op een loopje.

Kuro kijkt Liria vol bewondering aan. Ze heeft hem gered van een korte en pijnlijke dood. Zacht staat Kuro op en loopt naar Liria, zij stond nee-knikkend de Balowbab na te staren. Met een zacht klopje krijgt Kuro haar aandacht, hij is trots op haar. Hij heeft besloten om toch maar verder te gaan met zijn avontuur tot wanneer plots een mysterieuze stem tegen hem spreekt.
‘Hallo, mysterieuze bezoeker! Je hebt ons gered van die Balowbab! Ons dorp is nu weer veilig!’
‘Wij willen je belonen voor wat je voor ons gedaan hebt!’
Zegt een man die een paar boogscheutenvan hem verwijderd staat. Kuro denkt even na en zegt dan:
‘Ik heb helemaal niets gedaan, het is meer mijn paard die het dier heeft verjaagd! Ik wil helemaal geen beloning voor dit heer! Maar ik kan wel een rustplaats gebruiken voor mij en mijn paard’
De man kijkt Kuro verwonderd aan en zegt dan:
‘Ik ben de herbergier van de herberg van dit dorp. Ik kan je daar gratis laten slapen voor elf nachten als je wilt? Natuurlijk krijgt je paard de beste verzorging!’
Kuro die heel blij is dat hij een slaapplaats gevonden heeft net nu het begint donker te worden volgt de man. De herberg waar Kuro verblijft is zeer klein en knus, natuurlijk is de herbergier niet zo rijk maar hij heeft net genoeg om zijn klanten het naar hun zin te maken. Kuro geniet van een fantastisch feestmaal; lekkere kippenboutjes, kleine worstjes, warme puree en heerlijke groentjes. Liria die in de stal staat krijgt het lekkerste gras dat je in die streek kan vinden. Wanneer de klok twaalf uur slaat gaan zowel Kuro als Liria gaan slapen. Kuro neemt zijn boek en al zijn spullen mee naar zijn kamer en bergt ze op onder zijn bed. Hij denkt even over hoe die Balowbab hier terecht kan gekomen zijn en valt dan in slaap. In de herberg beneden is er nog een drukke bezigheid. De herbergier maakt de tafels netjes wanneer er plots een man binnenkomt die een grote mantel draagt.
‘Beste waard, is er nog een kamer vrij? Ik kan in de hele streek geen andere herberg vinden.’
‘Ja hoor mijn beste kerel. Ik heb nog twee kamers vrij voor vanavond, ik zal je de kamer geven die aan de stallen ligt. Hebt u trouwens een paard?’ Vraagt de waard.
‘Ja, mijn knol heb ik al in de stal geplaatst. Kunt u zorgen dat hij morgen om tien uur klaar staat voor vertrek? Beste waard?’
‘Jazeker mijn heer.’
Na wat zich hier heeft afgespeeld keert de rust terug en gaat iedereen slapen.

De volgende morgen ziet het weer er serieus belabberd uit. Kuro is nog aan het slapen wanneer ieuze mde mysteran al op is, hij komt beneden en vraagt de waard om een koffie:
‘Beste waard hebt u mijn paard gezadeld zoals ik gevraagd heb?’
‘Ja mijn heer hij is volledig voorzien van een voedselvoorraad ‘
Ook het paard van Kuro heeft al stro gekregen. Wanneer de mysterieuze man bijna klaar is met zijn kopje koffie komt Kuro naar beneden. Hij loopt naar de tafel waar de man zit en ploft dan op de stoel. De man kijkt raar op en mompelt zacht een goede morgen. Kuro die nog niet zo goed wakker is heeft hem niet verstaan. Hij opent zijn ogen nog een beetje beter en merkt dan hoe jong de man die voor hem zit wel is. De man heeft bruin haar en lichtbruine ogen, dit kan het teken zijn dat deze man voor hem een vuurmeester is. Dan begroet Kuro de man ook, hij vraagt aan de waard een tas met fris bronwater en begint dan enkele vragen te stellen aan de man.
‘Wie bent u? Ik ben Kuro!’
‘Mijn naam is Kato ik kom van de stad Bah’kar’
‘Wat brengt u hier?’ Vraagt Kuro onzeker.
‘Ik heb twee dagen geleden te horen gekregen van mijn ouders dat ik een watermeester kan worden. Ik heb de kracht om water te sturen, wat ik bijzonder raar vind omdat mijn ouders beiden geen stuurkracht hebben. Daarom ga ik naar de waterstammen in het Noorland. Dat bevind zich hier enkele boogscheuten vandaan, ik hoop dat ik er over een paar dagen ben’
Kuro luistert aandachtig naar elk woord dat de Kato zegt.
‘...maar Kuro ik denk dat ik ons gesprek zal moeten stilzetten want ik moet er nu echt vandoor!’
Kuro vind dit niet erg en even later geven ze elkaar de hand. Kato betaald de waard voor de nacht en gaat dan de deur uit. Even later kan je het hoefgetrappel horen, Kato is weg.’

Nadat Kuro ook klaar is met zijn ochtendmaal en hij op Liria zit, vervolgen ze hun avontuur. Kuro heeft vandaag enkele stopplaatsen op zijn map geplaatst maar hij wist niet zeker of hij wel zal stoppen. Hij wilt in een ruk door naar het dorpje Laken voor het donker is. In dat dorpje zal hij al in het midden van zijn tocht zijn. Kuro kijkt nog even op de kaart die hij getekend heeft, met één hand houdt hij de teugels van Liria vast. Op de kaart staan de landwegen die Kuro zal berijden maar er staan ook enkele figuren op. Op de plaats waar hij in het dorpje heeft geslapen stond een foto van de Balowbab. Net voor het dorpje waar hij vandaag zal stoppen staat een brug die afgesloten is. En voor zijn eindbestemming van overmorgen staat er een vulkaan op die actief is en lava spuwt. Kan het zijn dat die kaart toon wat hem te doen staat op de plaatsen van waar hij zal langskomen? Welke krachten zijn hier aan het werk? Met die gedachte in zijn hoofd reist Kuro verder met Liria. Ze weten niet wat hun precies te wachten staat maar toch weet Kuro dat wat hij nu doet de juiste beslissing is.

Na enkele uren rijden neemt Kuro toch even een pauze. Hij stopt aan een grote boom en hangt de teugels van Liria eraan vast. Hij heeft haar wat voer en zelf eet hij een tweetal boterhammetjes die de waard van in het vorige dorp heeft klaargemaakt op. Wanneer Kuro de boterhammetjes naar binnen heeft, besluit hij om eens in de grote boom achter hem te kruipen zodat hij een beter zicht heeft over de plaats waar hij momenteel is. In de top van de boom zitten enkele kleine musjes ze maken zachte geluidjes wanneer Kuro lang hen komt. Nog voor Kuro de top van de boom bereikt kijkt hij nog eens naar beneden om zeker te zijn dat alles goed is met zijn trouwe viervoeter. Liria die haar in een gemakkelijke houding te slapen heeft gelegd merkt Kuro niet op. Op de top van boom heeft Kuro een prachtig zicht, hij kan landschappen zien die hij op de grond niet kan zien. Aan de rechterkant van zijn zijde ziet Kuro een klein gezellig dorpje, dit is het dorpje waar Kuro normaal zal moeten aankomen om zijn avond door te brengen. Wanneer Kuro echter naar zijn linker zijde kijkt ziet hij een brug, die brug lijkt als twee druppels water op de brug dat op zijn kaart staat. Kuro weet niet wat hij moet doen. Moet hij zijn avontuur vervolgen en geen bezoekje gaan brengen aan de brug? Of moet hij naar de brug waar hij waarschijnlijk een aanwijzing krijgt van de map waar de rivier ligt.
Beneden op de grond gaat Kuro in kleermakerszit zitten. Hij denkt na over wat hij nu moet doen. Welke beslissing zal de goede zijn? De rechter of de linker? Met al deze vragen zit Kuro in zijn hoofd. Hij weet dat deze tocht moeilijk gaat worden maar hij weet niet dat hij beslissingen gaat moeten maken die zijn toekomst bepaalt. Kuro volgt zijn hart en gaat het linker pad op samen met Liria.

Na twee of drie minuten komen ze bij de brug en net zoals op de kaart staat, is de brug afgesloten. Er ontbreekt een groot stuk in de brug. Aan de rand van de brug zit een man die treurend voor hem zit te staren. Kuro stapt van Liria af en loopt naar de man toe. Hij bekijkt de man zijn gezicht en merkt hoe diep zijn rimpels zijn, even moet Kuro denken aan Marcus. De tranen komen in Kuro’s ogen. Alleen de gedachte al aan de lieve koopman laten hem wenen. Kuro besluit om een gesprek te beginnen met de man en rustig vraagt hij:
‘Hallo beste, waarom ben je zo bedroeft? Waarom zit je hier zo alleen?’
De man kijkt op naar Kuro en Kuro ziet de tranen in de man zijn ogen. Hij wil iets tegen Kuro zeggen maar krijgt het niet over zijn lippen.
‘Ik … Ik ben een simpele koopman en normaal moet ik mijn vracht brengen naar de overkant van dit kanaal , maar de brug is gebroken en daarom kan ik niet verder gaan en zullen de mensen die dit besteld hebben hun producten niet krijgen. En daardoor zal ik mijn baan verliezen.’
Kuro denkt na en vraagt zich af of hij iets kan doen, hij vraagt zich af of hij misschien met behulp van aardsturing de brug kan repareren. Hij gaat even een kijkje dichterbij de brug nemen en ziet dat de brug voor deels bestaat uit aarde en deels uit metaal of dit nu ijzer is of lood kan kuro niet echt zeggen.
‘Koopman er is misschien een manier dat ik deze brug gemaakt krijg maar dan zal ik hulp nodig hebben, ik zal eerst een stuk aarde uit de grond moeten halen om het afgebroken stuk weer sterker te maken,daarna zal je me moeten helpen. Jouw paard en mijn paard kunnen samen het blok omhoog hijsen en dan kan ik het blok vastmaken aan de brug. En dit zou het moeten doen!’
De man kijkt hoopvol naar Kuro en staat recht.
‘laten we dan beginnen!’ Roept de man.
Kuro snelt naar beneden waar de brok aarde die van de brug is los gekomen ligt en neemt wat losse aarde uit de grond om de brok te verstevigen tot een sterke steen. Ondertussen neemt de man de teugels van het paard en maakt die los van zijn kar, daarna geleid hij zijn paard en het paard van Kuro naar de rand van de brug, hij maakt enkele touwen vast aan het paard van Kuro en hangt de teugels van het paard zelf dan vast aan een boom Met zijn paard loopt hij de rivier in en zo tot aan de andere kant opnieuw maakt hij een paar stevige touwen vast aan zijn paard en gooit die ook naar de plek waar Kuro staat , vlak onder de brug, en dan gaat hij opnieuw naar Liria en maakt haar teugels los. Wanneer Kuro de steen helemaal klaar heeft bindt hij de touwen aan de uiteinden van de steen vast. Hij roept de koopman dat hij de paarden mag laten trekken. De paarden lopen langzaam maar zeker vooruit en de steen zweeft omhoog. Ook Kuro helpt de steen wat lichter te maken voor de paarden door zijn sturing te gebruiken. Met deze kracht is het echter een eitje voor de paarden om de steen op zijn plaats te krijgen. De steen zit op zijn plaats maar zit nog niet vast. Kuro neemt wat losse aarde van de grond en laat die zweven rond zijn armen. Daarmee loopt hij uit de rivier en gaat op het uiteinde van de brug staan om aan de ene kant de steen vast te maken aan de brug. Dit herhaald hij ook voor de andere kant. Wanneer Kuro zeker is dat de steen vast zit aan de brug test hij hem even. Hij maakt de touwen van de paarden los en de andere uiteinden maakt hij los van de steen. En dan loopt hij met Liria naast hem op de plek waar je onduidelijk ziet dat er een vervangende steen zit, de koopman wacht met spanning af wat er zal gebeuren. De steen verroerd echter niet. Dolgelukkig loopt de koopman naar Kuro hij knuffelt hem alsof zijn leven er van af hangt. Kuro die even niet weet hoe hij moet terug reageren duwt de man van hem af en zegt stil graag gedaan. De man kijkt nog altijd naar Kuro en zegt:
‘Ik wil wat voor je terug doen , kijk dit heb ik mee in mijn vracht ik denk niet dat de mensen dit zullen nodig hebben, zelf weet ik niet wat het is.’
De koopman geeft Kuro een raar uitziend voorwerp met het lijkt op een halsketting met een sleutel aan die volledig van goud gemaakt is. Als Kuro zeer goed kijkt kan hij zelf zeggen dat er kleine diamantjes in verwerkt zitten. Na een klein gesprek en vele bedankjes later neemt Kuro afscheid van de koopman. De koopman vervolgt zijn toch via de brug en Kuro keert terug naar het dorpje waar hij de nacht zal doorkomen. Het is al nacht wanneer Kuro door de poorten van het dorp komt. Hij loopt nog een half uur vooraleer hij een goede verblijfplaats vind die ook onderdak bied voor zijn paard. Boven ik het kamertje dat hij huurt kijkt hij nog eens op de kaart maar deze keer niet op de kaart die hij zelf heeft overgetekend maar hij kijkt op de kaart in het boek en vergelijkt die met zijn overgetekende map. Eerst merkt hij geen verschil tot plots de tekening van de brug vervaagd en er een complete brug in de plaats komt samen met een teken en dat tekentje komt hem bekent voor hij heeft het al eerder gezien. Kuro moest even denken voordat hij wist waarvan hij dat tekentje kende. Dan beseft hij dat hij iets om zijn nek heeft. Hij haalt de hanger van zijn nek en vergelijkt het symbool op de sleutel met het symbool op de kaart , ze zijn identiek! Hij stopt alles weer in zijn rugzak en verbergt die opnieuw onder zijn bed. Morgen zal hij zijn laatste stopplaats bereiken voor hij bij zijn eindbestemming komt. Kuro weet niet wat die vulkaan voor hem in petto heeft. Hij weet alleen dat wat er op de kaart staat ook belangrijk is, de sleutel die hij heeft gekregen , was dit het lot of waren er hogere machten mee bemoeid? Door al dit denken geraakt Kuro vermoeid… zeer vermoeid, hij valt in slaap.

De volgende ochtend valt Kuro zwaarder dan ooit. Hij heeft deze nacht goed geslapen maar is slecht wakker gekomen. De gedachte aan de sleutel en de mysterieuze map hebben Kuro aan het denken gezet en deze trip kon wel even zeer gevaarlijk uitlopen. Hij geniet nog even van de rust die hij op zijn kamer heeft. Dan maakt hij alles klaar en eet rustig zijn ontbijt op. Wanneer het klokslag twaalf uur is vertrekt Kuro samen met Lira opnieuw op avontuur. De waard was zo vriendelijk om Kuro een kompas mee te geven zodat hij nog beter de weg vind.

De weg op de kaart lijkt veel korter dan dat hij in het echt is, Kuro is al 4 uur onderweg en volgens zijn horloge is het nu vier uur in de namiddag. Kuro vind dit genoeg voor Liria en stopt even aan de weg. Hij weet dat Liria nu ook een zware tijd door brengt. Hij gaat naast haar zitten en heeft haar wat water. Dan legt hij zijn hand op haar hoofd. Wanneer ze met elkaar in aanraking komen verdwijnt de aarde rond hem en Liria alleen zij twee zijn nog zichtbaar voor elkaar. Kuro wil iets zeggen maar wanneer hij iets zegt bewegen zijn lippen niet , hij praat met zijn hoofd. Verward zegt hij:

‘Wat is dit? Wat gebeurd er?’
Liria kijkt gerust in de ogen van Kuro en plots hoort kuro een stem van iemand die hij nooit verwacht heeft.
‘Kuro wees gerust , ik heb mijn krachten gebruikt zodat ik even met je kan praten.’
Liria spreekt! Ze heeft echt magische krachten!
‘Kuro!Kuro! Komop niet dromen ik kan dit maar even doen!’
‘Ok maar wat wil je dan zeggen?’
‘Ik wil je maar even zeggen dat ik de volste vertrouwen in je heb, ik weet dat je er alles aan doet om mijn waarheid te achterhalen. De weg die we zullen afleggen zal gevaarlijk zijn maar ik weet dat je in je doel zal slagen… ik ben uitgerust dus kunnen we verder gaan.’
Langzaam komen de bomen en struiken terug daarna ziet Kuro in de verte de vulkaan en dan wordt het gras en de baan zichtbaar. Hij komt weer wakker en ziet dat Liria recht staat. Hij zegt zacht tegen haar : ‘ Als jij er klaar voor bent doen we het!’

De weg naar de vulkaan liep vlekkeloos. Kuro heeft in een ruk kunnen verder reizen. Het is nu zes uur wanneer Kuro samen met Liria voor de vulkaar staan. Hij kijkt op de kaart in het boek en naast de vulkaan verschijnen kleine woorden:
De weg die je nodig hebt om tot je bestemming te bereiken kan je alleen nemen als je je uiterste sturing gebruikt om door een enorme hitte te komen.
Kuro wist meteen dat hij door de vulkaan zal moeten boren om zo aan de andere kant uit te komen. Hij kijkt eerst over er geen manier is om langs de vulkaan te reizen maar de vulkaan ligt tussen twee grote meren en daar varen momenteel geen boten op. Dus besloot Kuro het onmogelijke te doen hij zal door de vulkaan reizen.

Kuro staat voor de wand van de vulkaan hij kijkt hoe groot hij het gat zal moeten maken om hem en Liria door de vulkaan te loodsen. Dit heeft Kuro nog nooit gedaan zelf zijn meester heeft dit nog nooit gedaan en Kuro kent niemand die in staat is om dit te doen. Kuro wist dat er veel kans is dat het gewoon mislukt en dat er niets gebeurd. Kuro maakt zich klaar kijk knoopt de teugels van Liria vast aan zijn middel en zet dan zijn handen aan de wand van de vulkaan. Hij spant zijn spieren samen en zet zijn voeten goed. Nu zal het moeten gebeuren. In zichzelf herhaald Kuro steeds de woorden ‘Komop je kan het!’ Ook Liria staat vol vertrouwen naar Kuro te kijken. Buiten het stille gemompel van Kuro is er niets te horen in de streek.
Kuro verstevigt zijn grip en Liria begint luider te ademen. Plots komt er een luide knal. De wand voor Kuro wordt ingedrukt. Langzaam loopt kuro verder in de vulkaar met Liria achter hem. Ze lopen verder, de hitte die van de lava komt is niet te houden alleen dankzei de de aarde die Kuro creëert boven hem kan hij de lava weg van hem en Liria houden. Het is Kuro gelukt Hij heeft iets gedaan wat niemand ooit gedaan heeft! Iets wat onmogelijk is! Zoals in de klas een paar dagen geleden met dat schild. Langzaam lopen ze door de smalle gang die Kuro maakt zijn handen voelen als hete kolen. Zijn handen zijn zo warm maar hij moest doorzetten ze waren er bijna. Hij heeft de kern voorbij gestoken en dan wordt het kuro te veel hij verliest zijn grip op de muren. Even denkt hij dat hij zal samen met Liria verbranden in de lava. Tot hij plots zijn kracht opnieuw herwint. Zijn ogen worden wit en de muur voor hem wordt weggeschoten tot die een groot gat vormt in de vulkaan Kuro zweeft door een onbekende kracht naar het einde van het gat wanneer hij buiten is en Liria achter hem staat heft hij zijn hand op een witte straal maakt het gat door de vulkaan weer dicht. Langzaam verdwijnt de witte gloed weer uit Kuro’s ogen en komt Kuro weer tot zich zelf. Wat heeft hij gedaan? Hij herinnert zich niets meer van wat hij gedaan heeft. Hij kijkt rond zich en ziet dat Liria verwonderd en bezorgt naar hem kijkt. ‘Ik mankeer niets hoor.’ Zegt Kuro geruststellend. Daardoor draait Liria zich om naar het pad die verder leid naar hun eindbestemming. Kuro springt , nog half suf, op Liria en samen reizen ze verder en laten ze de vulkaan achter zich. Wat er precies gebeurd is toen Kuro uit de vulkaan vloog was voor Kuro een mysterie. Hij heeft speciale krachten was dit wat zijn moeder ooit bedoelde?

De rest van hun reis verliep traag maar vlekkenloos soms kwamen ze enkele andere reizigers tegen die Kuro dan vriendelijk begroeten en hem wat van hun voedselvoorraad geven. Kuro is blij dat er nog zo’n mensen op de wereld zijn. Dankzei hun vriendelijkheid is de tocht nog een stuk dragelijker geworden, dankzei hen heeft hij weer de moed om zijn eindbestemming te bereiken! Namelijk de rivier der herinneringen. Liria is er klaar voor en Kuro ook. Dit gaan ze samen doen , hun band is veel groter geworden nadat Kuro een gesprek met Liria heeft gehad.

Kuro is aan het dromen wanneer Liria plots stopt met lopen. Ze hinnikt enkele keren en Kuro komt wakker. ‘Zijn we er al Liria?’ Het paard maakte een klein ja knikje en buigt dan haar poten zodat Kuro kan afstappen. De plaats waar ze gestop zijn ziet er heel oud uit, Het pad eindigd namelijk hier en waar het pad eindigd staat een masieve oude deur. Waarschijnlijk heeft niemand die ooit kunnen open maken. Van mijlen ver staat er een grote muur naast de poort , dit is waarschijnlijk de enige ingang. Kuro wist dat dit de doorgang is naar de rivier vooral omdat hij het teken herkende op de poort. De poort zelf ziet er prachtig uit zelf is ze zo oud haar prachtigheid is bewaard gebleven. Er zat geen knop in de poort om de deur open te doen. Maar er zit alleen een klein gaatje die net groot genoeg is voor een sleutel… het symbool op de poort is hetzelfde als het symbool op zijn sleutel. ‘Zou het kunnen dat…’ Vraagt Kuro zich af. Hij steekt zijn sleutel die om zijn hals hangt in het slot en draait hem 2 keer naar rechts. Er gebeurd niets maar de sleutel past wel, dus moet het toch de juiste sleutel zijn. Een luide knal doet Kuro achteruit deinzen. De poort gaat open met een krakend geluid. Het mechanisme die de poort laat draaien moet nog altijd actief zijn! Het is Kuro gelukt hij maakt een klein sprongetje in de lucht en neemt de sleutel uit het slot , die hangt hij zorgvuldig weer aan zijn nek. Misschien zal hij de sleutel nog nodig hebben. De poort gaat terug achter Kuro en Liria dicht , ze zitten nu opgesloten want aan deze kant is er namelijk geen opening voor een sleutel. Misschien zitten ze hier voor eeuwig opgesloten. Maar daar denkt Kuro nog niet aan Hij genoot van het prachtige zicht die hij ziet. Ook Liria geniet van het landschap. Voor hen was een grote open grasvlakte met aan de zijkanten wuivende bomen sommigen waren wel twintig boogscheuten hoog, het gras van de vlakte is kort gesnoeid, zou hier onlangs nog iemand geweest zijn? Maar Kuro bedacht zich dat er ook magie mee kan gemoeid zijn en dat de grassprietjes op een magische wijze kort worde gehouden. Tot zijn verbazing ziet Kuro een paar koeien gerazen op het veldje. Daarvan kan hij straks heerlijke melk afnemen. Hij beslist om morgen pas verder te trekken met Liria en uit zijn rugzak haalt hij een deken, een emmer en haver voor zijn paard. Met de emmer neemt hij wat melk af van een koe die dicht bij hen staat. De koe reageert niet wanneer Kuro zijn uier aanraakt. De melk is nog nooit zo zoet geweest. Deze koeien kunnen er wat van denkt Kuro onder zijn deken en samen met Liria en de koeien valt hij in slaap .
Het is ochtend en Kuro is gewekt door het geloei van de koeien. Hij heeft nog net genoeg melk kunnen afnemen voordat de koeien met hun kudde verder en verder liepen. Vandaag zal Kuro met Liria de rivier der herinneringen bereiken! Liria zelf sliep nog , wat zeer ongewoon is want de koeien loeiden echt zeer hard. Kuro nam een kopje en een soort pot waar een bruine vloeistof in zat, koffie. Die giet hij over in de kop , natuurlijk is de koffie koud. Kuro wenst dat hij vuurkrachten had, dan kon hij zijn eten verwarmen, hij heeft wel een maak-een-vuur-kit mee maar daar begrijpt hij niet veel van. Samen met zijn boterham met kaas smaakt de koffie toch nog een beetje. Wanneer Liria wakker komt en ze haar eigen ontbijt op heeft gaan ze weer op pad regelrecht naar de rivier! Deze keer zullen ze hun bestemming bereiken! Ze gaan op weg over de grote grasvlakte het donkere woud in. Alleen een klein weggetje helpt hen om de weg te vinden. Op de kaart zelf wordt alles mooi aangeduid. Elke minuut komen er stukjes van de weg bij. En gaan ze op weg… naar hun bestemming de rivier die de herinneringen van alle wezens op aarde bezit. Daar zal Kuro de waarheid vinden van Liria maar wat hij niet weet is dat hij ook zijn eigen waarheid zal vinden.

Het reusachtige bos waarin Kuro en Liria reizen bezit vast vele geheimen die even oud zijn als de bomen zelf of misschien zelfs nog ouder. Af en toe ziet kuro tussen de bomen dieren waarvan hij zeker weet dat hij ze niet kent. ‘Dus moeten er hier vast ook vele mysterieuze wezens zijn?’ Denkt hij.
De dag is zeer saai maar toch leerzaam Kuro kan geen ogen genoeg hebben om alles wat hij ziet te kunnen zien. Vele dieren die daar leven komen soms op het pad en vluchten weer weg wanneer Kuro en Liria langs komen. De tocht lijkt wel een eeuwigheid te duren. Kuro kijkt ongerust en kwaad op zijn kaart:
‘Waar ligt die verdomde rivier stomme kaart!?’
Liria hinnikt even.
‘Waar kan ik ze vinden je stuurt ons nu al 3 uur door deze bossen! Waar ligt ze?’
De kaart zegt niets terug. Maar er verschijnt een kruisje aan het einde van het pad waar ze binnenkort zullen langs lopen. ‘Dit moet de plaats zijn waar ik moet zijn’ Zegt Kuro zelfverzekerd. Kom op Liria laten we in een drafje lopen zodat we er spoedig zijn. Liria versnelt haar looppas zodat ze na enkele minuten al aangekomen zijn op de plaats waar het kruisje staat. Kuro stapt af , hij staat vlak voor 2 grote stenen stambeelden. Hij hangt de teugels van Liria vast aan een boom die in de buurt staat en gaat de stambeelden van dichterbij bekijken. Op het statief waar de massieve beelden staan staat iets geschreven:
Om de rivier te bereiken moet je eerst om de wachters vragen
Kuro zet een paar stappen achteruit en roept luidkeels : ‘Ik vraag om de wachters!’
Nadat kuro dit gezegd heeft komen de twee massieve standbeelden tot leven, beiden stappen ze van hun statief en 1 gaat voor het pad staan waar Kuro verder zal moeten. De andere loopt naar Kuro pal voor Kuro blijft hij staan. Het standbeeld is wel twaalf boogscheuten groot , Kuro kan nog net zijn ogen van zijn neus onderscheiden. Het standbeeld merkt dat Kuro hem niet kan horen en hij buigt door zijn knieën Langzaam opent hij zijn mond en zegt hij…
‘De code alstublieft!’
Kuro kijkt verbaast naar het standbeeld en vraagt zich af wat hij met de code bedoelt. Opnieuw zegt het standbeeld:
‘De code die je toegang heeft tot de rivier alstublieft!’
Kuro denkt na en merkt op dat het standbeeld het over de code heeft die hij ook op de kaart vond. Hij neemt de kaart in het boek maar de code is verdwenen. Gelukkig heeft hij ook nog een kopie gemaakt maar waar die zit, wist hij niet. Hij rukt zijn rugzak open en doorzoekt hem. Het standbeeld die nu nog zenuwachtiger is vraagt opnieuw:
‘Als u mij de code niet kan geven zal ik u moeten vernietigen’
Met een krachtige duw in de aarde staat het standbeeld recht hij haalt een groot stenen zwaard achter hem vandaan. Hij hijst het omhoog. Kuro is nog steeds bezig met zoeken wanneer het standbeeld zijn zwaard naar beneden duwt. Plots vind Kuro de code en roept hij luid: ‘STOP!’ Het standbeeld versteent en dan steekt hij zijn zwaard weer weg achter zijn rug.
‘Wat is de code?’
Kuro leest het papiertje en zegt: ‘2088790 , 2088790 is de code!’
Het standbeeld loopt terug naar zijn statief, ook de tweede gaat weer op zijn statief staan. Dan zegt Het linkse standbeeld:
‘De weg naar de rivier is open voor jouw , jij bent de ware uitverkorene, je hebt genoeg kracht om de magie van de rivier voor een goed doel te gebruiken. U mag nu verder gaan, mijn krijgers zullen u beschermen op u tocht.’
Vanuit een struik klink plots geritsel en voor Kuro het beseft komen er uit de struiken 2 paarden, maar wanneer Kuro ze beter bekijkt ziet hij dat ze half mens en half paard zijn. Hun hoofd tot het onderste van hun buik lijkt precies om dat van ieder normaal mens maar de onderkant van hen lijkt op het lichaam van een paard en hun voeten bestaan uit hoeven. Dit zijn centauren, Kuro weet dat het brave en eerlijke dieren zijn maar ze kunnen wel een potje vechten. Kuro beslist dan ook om niets tegen hun te zeggen en maakt Liria’s teugels los. Liria en Kuro lopen aan kop en vervolgen hun tocht die nu zeker niet lang meer kan duren. De twee centauren lopen vlak achter Kuro aan, op hun goede, net alsof ze uit iedere hoek van het bos gevaar verwachten.

De verdere tocht is saai en duurt voor Kuro veel te lang, de centauren verroeren geen vin. Wat Kuro ook opvalt is dat de twee centauren geen wapens hebben dat Kuro herkende , de ene heeft een soort houten stok vast met zes pinnen en de andere heeft een langwerpige staf met bovenaan een lichtgevend kristal. Kuro weet dat de centauren hem beschermen maar toch voelt hij hem niet veilig. Hij is dan ook blij wanneer de centauren stoppen en langzaam zeggen dat ze bij de eindbestemming zijn. Een paar boogscheuten van hen vandaan ziet Kuro een rivier stromen, de rivier heeft iets magisch af , het water van de rivier zelf is puur helder en gloeit. Kuro is betoverd door de schoonheid van de rivier. Hij stapt af van Liria en gaat naar de rivier , beide centauren zetten een paar passen achteruit. Kuri kijkt in de rivier en ziet zichzelf in het water, Hij wist dat hij hem een tijdje niet hygiënisch heeft onderhouden maar toen hij zichzelf in het water zag schrok hij even. De centaur van zijn linkerkant loopt naar hem toe en zegt de volgende woorden :
‘Als u antwoorden wilt vinden dan zult u moeten baden in de stroming van de rivier!’
Kuro knikte , hij wist wat de centaur wilt zeggen. Hij moet in de rivier kruipen en er midden in staan en dan pas zal hij de herinnering van Liria compleet kunnen zien. De magie van de rivier is zo krachtig dat de herinnering nu zeker niet zal onderbroken worden. Kuro kleed zich uit en houd alleen zijn onderbroek aan en stapt zelfverzekerd in de rivier. De centauren blijven afstand houden en ook Liria blijft staan.
Kuro neemt wat water van de rivier en gooit die over zijn hoofd,daarna denkt hij aan de herinnering van Liria en op een ogenblik vervaagt de rivier en alles wat rondom Kuro staat, er komen nieuwe dingen voor in de plaats, maar de plaats waar hij is lijkt hem bekent voor te komen. Hij zit opnieuw op het zachte gras voor zich uit te kijken. Voor hem staat opnieuw de moeder van Liria en Thor die opnieuw tegen het paard zegt hoeveel hij van haar houd en dat hij van Zeus de opdracht gekregen heeft om zijn kracht over te dragen op een dier. Dan neemt Thor zijn hamer , tot hier had Kuro het gezien , nu zal hij te zien krijgen wat er verder gebeurde. Thor zijn hamer raakt de moeder van Lira en plots vult een hemels licht die zo fel is dat Kuro geen steek voor ogen meer ziet. Wanneer het licht weer gedoofd is ligt de moeder van Kuro dood op het gras. Thor zelf is uitgeput en verzwakt, hij steunt op zijn hamer. Kuro loopt wat dichterbij, hij weet toch dat ze hem niet kunnen zien. Naast het lichaam van Liria’s moeder ligt een ander lichaampje. Het is Liria zelf ze is niet dood maar gezond. Met een ruk staat ze recht en wankelt nog even op haar pootjes maar dan wanneer ze haar evenwicht gevonden heeft staat ze stevig en zelfverzekerd naar Thor te kijken. Langzaam opent Thor zijn mond en zegt: ‘Liria, jouw wacht een belangrijke taak. Zorg er voor dat je overleeft en zorg ervoor dat mijn kracht in je overleeft.’ Dan gaat Thor weg van Liria en het beeld vervaagt weer.
Kuro staat opnieuw in de rivier, hij kijkt even achter zich. De centauren en Liria staan nog steeds achter hem. Kuro besluit om nog iets te vragen , om nog een herinnering boven te halen. Opnieuw neemt hij wat water uit de rivier en die gooit hij opnieuw over zijn hoofd. Opnieuw wordt alles zwart maar wanneer Kuro zijn ogen opent ziet hij geen herinnering op hem afkomen. Ik de verte ziet hij een raar wezen op hem afkomen. Alles rondom hem is zwart, hijzelf staat ook op het zwarte. Het mysterieuze wezen komt dichterbij. Kuro ziet de contouren van het wezen duidelijker en duidelijker. Wanneer ze voor hem staat ziet Kuro dat het een elf is met vleugels… ook wel een fee genoemd. Ze heeft een lichaamskleur net zoals Kuro maar haar gewaden verschillen met die van Kuro. Haar kleren zijn smaragdgroen en waarschijnlijk gemaakt van een krokodillenhuid. De fee zelf heeft licht paars haar. Ze tovert een grote glimlach op haar gezicht. Alleen Kuro en zij staan in de zwarte oneindige ruimte. Is dit nu een herinnering? Opnieuw kijkt hij naar de fee, ze haalt een toverstok tevoorschijn en tikt op iets dat Kuro niet kan zien. Plots gaat een lamp aan die een boogscheut van Kuro verwijderd is en recht onder de fee staat. De lamp maakt twee nieuwe objecten zichtbaar, twee grote stoffige zetels. De fee gaat in de ene zitten die het dichtst bij haar staat , ze heeft kuro een teken dat hij in de andere zetel moet zitten , Kuro ziet vaag hoe de zetel opgefleurd is. Hij is omlijst met een gouden boordje. Kuro gaat zitten en merkt hoe goed de zetel zit. Dan kijkt hij opnieuw naar de fee die momenteel recht in zijn ogen kijkt nog steeds met die mysterieuze glimlach. Langzaam richt ze haar hand op en dan legt ze die op haar been. Haar mond gaat open en ze maakt Kuro enkele dingen duidelijk:
‘Hallo Kuro , ik ben zoals je al kan zien een fee. Velen denken dat wij niet bestaan maar wij bestaan dus wel. Ik ben de rivier fee of zoals mijn plechtige naam is , de fee der herinneringen. Ik bescherm de rivier der herinneringen ik weet dan ook alles van wat de rivier opslaat. Ook de slechte dingen en soms slaat hij zelfs toekomst visioenen op. Hoe die er komen weet niemand ik weet alleen dat ik jouw iets moet vertellen jouw lot zal de vrede tussen de aarde beslissen.’
Kuro kijkt op , hij is even verschoten toen de fee sprak. Maar nu wist hij dat hij niets van haar te vrezen heeft. Opnieuw kijkt hij aandachtig naar de fee en langzaam spreekt ze verder.
‘Jij..Kuro, jij bent een Verlichte!’
Kuro kijkt even met een raar gezicht naar de fee. Dan besluit hij om uitleg te vragen:
‘Wat is een Verlichte’
De fee kijkt even naar Kuro zijn ogen en gaat verder:
‘De Verlichte , Kuro is een zeer machtig persoon hij kan alle 4 de elementen beheersen… ‘ De fee vertelt de legende avataised. Uiteindelijk , wanneer al er heel wat minuten verstreken zijn kijkt ze opnieuw in Kuro’s ogen.
‘Ik kan de Verlichte niet zijn! Ik ben maar een gewone aardsturer!’ Brult Kuro.
De fee die nog altijd even rustig in de zetel zit en met een grote glimlach naar hem kijkt zegt even niet, het is alsof ze even nadenkt en een goed antwoord zoekt op kuro zijn woorden. Opnieuw zegt ze rustig:
‘Kuro is er je nooit iets opgevallen? Iets dat er gebeurd is wanneer jij in de buurt bent? Iets dat je niet kan verklaren?!’
Kuro denkt na , hij heeft een paar rare dingen meegemaakt zoals Liria en zijn aanraking of het boek die plots van zijn stof verlost is en natuurlijk het speciale schild. Hij besluit om alleen iets te zeggen van het boek. Wanneer hij het vertelt over het boek bekijkt de fee hem met een grote glimlach.
‘Kuro jouw bestemming is de vrede terug te brengen op aarde. Je moet daarvoor de 4 elementen leren! , een ken je al en dat is aardesturen. Maar je moet er nog drie leren! Over een maand wordt je 18 en dan zal er een groot gevaar losbarsten , ik hoop dat je alle elementen onder de knie hebt voor het gevaar jouw tegenkomt.’
Kuro weet nu wat zijn lot is, hij weet nu dat Liria het paard van de Verlichte is en dat Liria dus zijn paard is daarom heeft ze al die krachten.
‘Kuro nu je weet wat jouw bestemming is zal ik je moeten laten inslapen… ik zal je naar je thuisplek brengen samen met Liria zoek alstublieft nooit meer naar deze rivier, de deur zal dan ook gesloten zijn vanaf je weer bijkomt in je huis. Ook de pagina op het boek zal niet meer terug te vinden zijn. Het boek is vanaf dan niets meer waard. Veel succes jonge Verlichte! Ik hoop dat je in je lot slaagt.
Langzaam worden de contouren van de fee onduidelijker, Kuro probeert zijn ogen dichter te knijpen zodat hij misschien een uitweg kan vinden uit het niets waar zij twee in staan. Plots vallen zijn ogen dicht hij kan het niet tegenhouden. Alles wordt zwart voor hem. Hij valt in slaap.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.