Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Boys and Girls » Hoofdstuk 2
Boys and Girls
Hoofdstuk 2
“Ken je Tokio Hotel?”¯ vraagt Elisa terwijl ze nog steeds rondjes draait. Haar ogen gaan over de rommel in haar kamer. Tekeningen, concertkaartjes, kleren, rommel, lege flessen cola, lege bussen haarlak, nog meer rommel,…
“Nee.”¯ zeg ik en kruip naar het hoofdeinde.
“Cultuurbarbaar.”¯ mompelt Elisa terwijl ze YouTube intypt. Ik ga op de vensterbank zitten en leg mijn hoofd tegen het glas.
“Tokio Hotel is gewoon alles. En Gustav is zo schattig!”¯ Ze lacht vrolijk en klikt dan. Een zacht gitaarspel golft door de boxen en bereikt mijn oren. Na zo’n 8 seconden begint er iemand te zingen. Een vrij jonge stem, in het Duits. Dat maak je niet zo vaak mee.
“Ja, ze zingen in het Duits. En ook in het Engels hoor.”¯
Ik knik maar even en staar wat naar de voortuin. De tekst is zo… emotioneel. Iets wat je niet verwacht van de muzikanten van tegenwoordig.
“Komm zurück. Nimm mich mit.”¯ zingt Elisa zachtjes mee. Mijn handen verkrampen als ik dat hoor. Juist die zinnen. Ik knijp mijn ogen dicht en probeer aan iets anders te denken. Denk aan iets anders!
De bel gaat. Een meisje met donkerbruin haar, dat golvend over haar schouders ligt, loopt naar de voordeur. Ze gaat op haar tenen staan om bij de klink te kunnen. Uiteindelijk krijgt ze de deur toch open.
“Bill.”¯ roept ze blij en klapt in haar handjes. Een jongetje stapt naar binnen en veegt zijn schoentjes af aan de mat.
“Wat kom je doen?”¯ vraagt het meisje. Bill stopt zijn kleine handjes in zijn zakken en loopt met het meisje mee naar de tuin. Bij een grote kersenbloesem op een heuveltje gaan ze zitten.
“Ik kom je iets vertellen, Elena.”¯
Hij kijkt haar serieus aan, er is geen spoor van die lieve glimlach meer te bekennen.
“Wat dan?”¯
Ze heeft nog niets door. Ze is nog steeds het vrolijke kind van 6 dat met haar beste vriend tegen de vriendschapsboom zit.
“We gaan verhuizen.”¯
Elena lacht en pakt zijn hand vast.
“Zeg dat het een grapje is, Bill!”¯ zegt ze en flappert met haar vrije hand.
“Sorry. Maar het is echt.”¯
Elena slikt zacht, onhoorbaar zacht. Ze knippert een paar keer met haar ogen en kijkt haar beste vriend ongelovig aan.
“En we vertrekken al meteen. Mama en papa hadden weer ruzie. Mama en Tom en ik gaan naar ergens anders. Naar Loitsche, bij oma.”¯
Bill staat recht en klopt het zand van zijn broek. Na een paar passen staat hij al bij het hek.
“We komen nog terug.”¯
Elena loopt in een vlaag van wanhoop achter hem aan en knalt in volle vaart tegen het hek. Ze zakt naar beneden en wringt haar arm door het hek.
“Bill. Komm zurück. Nimm mich mit.”¯ jammert ze, de tranen lopen over haar wangetjes.
Ik bonk een paar keer met mijn hoofd tegen het raam om weer terug naar het hier en nu te gaan.
“Ich seh noch unsre Namen. Und wisch sie wieder weg. Unsere Träume warn gelogen und keine Träne echt. Höst du mich? Höst du mich nicht?”¯
De laatste woorden, de laatste noten. Dan is het liedje gedaan. De betovering is weg, de herinnering ook. Elisa kijkt me aan en schrikt meteen.
“Heb je gehuild?”¯
Ik schud mijn hoofd en ga met de rug van mijn hand over mijn wangen. Ik heb daadwerkelijk gehuild.
“Het…Gewoon…Het liedje.”¯
Ze knikt en spreid haar armen. Ik schuifel naar haar toe en klamp me aan haar vast. Haar handen gaan troostend over mijn hoofd en rug. Zo staan we daar een tijdje. Tot Bryan, Elisa’s broertje, ons komt storen.
“Mijn vriendin.”¯ zegt hij beteuterd. Ik schud lachend mijn hoofd en laat Elisa los.
“Bryan, rot op!”¯ Meteen is rustige Elisa verdwenen. Ze stormt achter haar broer aan, de kamer uit. Ik loop, nog steeds lachend, naar de bureau en laat me daar op de bureaustoel vallen. De computer staat nog op. Ze zal het vast niet erg vinden dat ik even haar computer leen, ze vindt sowieso nooit iets erg, het is een schat van een mens.
Ik ga naar Google en typ daar Tokio Hotel in. Meer dan 16 miljoen resultaten. Ik zucht en kijk bij de websites. Allemaal fansite’s. Dan maar eens bij afbeeldingen kijken. Ik klik de eerste aan. Een zwarte achtergrond, 4 verschillende exemplaren van jongens.
Helemaal links staat een jongen met sluik, donkerbruin haar en gefronste wenkbrauwen. Hij draagt een jeans en een zwart shirt.
Eigenlijk dragen ze dat alle vier.
Naast hem staat een jongen met bruinblonde dreadlocks. Hij draagt een rode pet en heeft een piercing in zijn onderlip. Zijn T-shirt is zo groot dat het bij de jurkenafdeling gevonden kan zijn en zijn broek is maatje tent.
Vooraan staan een indrukwekkend persoon. Mager, met zwarte nagellak en zwarte make-up, zwarte haren met witte puntjes die alle kanten uitsteken, zijn kleren zitten veel strakker om zijn lichaam dan bij de anderen. Ik weet niet waarom maar hij trekt mijn aandacht. Misschien omdat hij zo anders is?
Rechts staat een jongen met kort, blond haar. Hij heeft duidelijk de meeste spieren. Maar is ook duidelijk de kleinste.
Elisa loopt de kamer weer in. Ze leunt op mijn schouders en kijkt met me mee. Ze wijst op de blonde jongen.
“Dat is Gustav.”¯
Ik glimlach. Ik snap wel waarom je hem schattig kan vinden. Wacht, heb ik dat nu echt gedacht? Ik knipper even, wat doen die jongens toch? Ik ben er 100% van overtuigd dat ik jongens niet schattig kan vinden en dan dit?
“Ik moet gaan.”¯ mompel ik. Elisa kijkt me even zielig aan en maakt een jammergeluidje. Ik trek een pijnlijk gezicht terwijl ik uitleg dat Sylvia komt. Meteen recht ze haar rug.
“Oh. Heb je nog steeds met hí¡í¡r.”¯ Ze sist dat laatste.
Oké, die twee zullen het nooit goed kunnen vinden met elkaar.
“Ja, en ik hou van haar. Net als dat ik heel veel van jou hou.”¯
Ik geef haar nog een knuffel en haal dan mijn hand door haar zwarte haar, dat heeft ze niet graag.
“Ik krijg je nog wel!”¯ roept ze me nog na maar ik loop al veilig de trap af. Bryan komt net uit de keuken als ik door de voordeur naar buiten loop. Ik zwaai nog even en loop dan naar buiten.
Ik pak mijn fiets, die tegen de schutting rust, en loop er mee over de stoep. Als ik bij het zebrapad sta, spring ik op mijn fiets en trap op de pedalen. Ik wil snel naar huis. Ik had beloofd om voor 7 uur thuis te zijn en het is 5 voor 7. Niet dat ik straf ga krijgen, maar ik houd mijn ouders beter te vriend.
Een jongetje van 6 loopt met zijn spiksplinternieuwe, knalrode fiets over de stoep naar de buren.
“Elena!”¯ roept hij. Een meisje met bruine haren kruipt over het hek en loopt naar hem toe.
“Is dat een fiets, Bill?”¯ vraagt ze en houdt haar hoofdje schuin. Bill knikt fier.
“En ik kan er al op fietsen.”¯
Een grote glimlach verschijnt op zijn gezichtje.
“Kijk maar.”¯ zegt hij dan en kruipt erop. Eerst lijkt hij te vallen maar hij herstelt zich snel en rijdt in een rechte lijn vooruit.
“Hoera!”¯ roept Elena blij en klapt in haar handjes.
“Wil jij ook?”¯ vraagt hij dan. Elena knikt, het puntje van tong is tussen haar lippen geklemd. Bill helpt haar op het zadel. Ze klemt haar handjes om het stuur en probeert met haar voetjes bij de pedalen te komen.
“Ik ben te klein.”¯ jammert ze. Bill geeft een duwtje in haar onderrug waardoor ze moet gaan staan, op de pedalen.
“Zo gaat het wel.”¯ zegt Bill en kijkt lachend toe. Elena trapt zo snel ze kan en rijdt naar het einde van de straat, daar draait ze en komt weer zijn richting uit. Als ze bijna bij hem is, begint ze te panikeren.
“Hoe moet ik stoppen?”¯ roept ze. Ze knijpt haar ogen toe en laat dan het stuur los. Maar Bill schiet haar te hulp en knijpt de remmen toe. Ze dondert van de fiets, recht in het gras.
“Je hebt me gered.”¯ lacht ze als ze recht in het gras zit. Bill glimlacht nog harder. Ze kruipt naar hem toe en geeft hem een kusje op zijn wang.
“Dank je, Bill.”¯
Reacties:
Wat schattig!!
Loveit
Leuk verhaal ook met die flashbacks!!
Wanneer ga je verder?
Laat je het even weten?
xx.
Hij blijft echt heel leuk *puppyface*
Ik vind die flashbacks zo leuk en mooi geschreven ='D
Echt waar...
Jouw verhalen zijn geweldig ='D
Ik blijf het herhalen ja
Want Elisa is reactieloos x'D
Naja...
Het komt er dus op neer dat jij geweldig schrijft ='D
En kleine Bill en Elena zijn schattig samen x]
Snel verdertjes ='D
xByee! <33
haha
Arme Elena
- plat -
Snel door