Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Spread my wings » The story of a butterfly. [26]
Spread my wings
The story of a butterfly. [26]
Door het raam van het café zie ik de duisternis langzaam invallen. Bill blijft aan één stuk door sms’en met een vreemde glans in zijn ogen en een glimlach in zijn mondhoek. Elke keer wanneer ik hem vraag wat er aan de hand is, knipoogt hij en gaat dan zwijgend verder in de weer met zijn gsm.
‘Voor de laatste keer, wat is er aan de hand!’ brul ik. Detlev, die intussen mee in het complot zit, schuift me sussend een glas water toe.
‘Kalm aan, Calli. Drink wat.’
‘Ik heb geen dorst,’ grom ik en duw het glas van me af. ‘En vertel me wat jullie van plan zijn of ik ga gillen.’
‘Geloof ons maar, je zal het geweldig vinden,’ knipoogt Lexi.
‘Weet iedereen hiervan af behalve ik?’
‘Dat heet een verrassing,’ legt Bruno rustig uit. Bill blijft maar van zijn scherm naar het raam kijken, en springt plots overeind.
‘Daar zijn ze.’ Een zwarte Audi komt aanracen, gaat met piepende banden door de bocht en ramt zich in één zwaai op de boord. Georg springt uit de passagiersdeur en een enigszins groene Gustav komt van de achterbank rollen.
‘Nooit meer,’ kreunt hij en grijpt naar zijn maag. ‘Wat het noodgeval ook is, ik rijd nooit meer met jou mee, Andy. Dan ga ik nog liever met de fiets.’
‘Zeur niet, je bent oké,’ antwoordt de blonde jongen die achter het stuur zat.
‘Je mag hier niet parkeren,’ zegt Lexi droog.
‘Er zijn nergens plaatsen vrij, we hebben drie keer door de parkeergarage gereden.’
‘Drie keer, aan zijn tempo,’ voegt Gustav eraan toe. ‘Ik dacht dat ik in een wasmachine zat.’
‘Overdrijven is ook een hobby,’ snuift Andy en bliept de Audi op slot. ‘Anyway, een boete kan me momenteel gestolen worden, we hebben andere dingen aan ons hoofd. Waar zit Tom?’
‘Hij komt,’ antwoordt Bill. ‘Hij moest nog iets oppikken.’ De woorden zijn nog niet koud of een donkere Cadillac komt toeterend om de hoek vliegen, een glanzende witte limousine in zijn spoor. De limo stopt netjes naast de stoeprand, de Cadillac volgt het voorbeeld van de Audi en wipt de stoep op, draait 360 graden over het pleintje voor het café en komt met een ruk tot stilstand. Tom schopt de deur open, struikelt in zijn haast drie keer en knalt tegen zijn broer aan.
‘Hebbes,’ hijgt hij en propt iets in Bills jaszak, zo snel dat ik niet kan zien wat het is.
‘Oké, en wat moet dit in godsnaam voorstellen?’ vraag ik en wijs naar de limo.
‘Geen vragen stellen, gewoon instappen.’ Bill houdt het portier open en ik duik er als eerste in, gevolgd door Detlev, Lexi, Georg, Gustav, Tom, Bruno en Bill zelf. De deur klapt dicht en de limo trekt op. Ik veeg mijn haar uit mijn gezicht en kijk mijn medepassagiers één voor één aan. Ze hebben allemaal een identieke grijns op hun gezicht.
‘En mag ik nu weten waar we heen gaan?’
‘Dat paarse jasje kan echt niet,’ praat Lexi er overheen en ritst het meteen open.
‘En die laarsjes passen er ook niet echt onder.’
‘Whatever, dan loopt ze maar even op blote voeten.’
‘Wí í r moet ik heen op blote voeten?’ gil ik terwijl Lexi en Detlev mijn outfit aanpassen.
‘Dat zie je dadelijk,’ gniffelt Bruno.
Een kwartier later houdt de wagen abrupt halt. Bill opent het portier en iedereen stroomt er weer uit, ik als laatste. Mijn mond valt een stukje open als ik zie waar we staan. Voor ons rijst een prachtige, relatief kleine kerk op. Een warm licht schijnt door de glasramen naar buiten en vooral de rozet schittert alsof er sterren in het glas zitten.
‘Snel, de priester zei dat hij zou wachten tot negen uur, daarna moest hij afsluiten,’ zegt Georg.
‘Priester?’ Het kwartje begint te vallen. Detlev neemt mijn arm en helpt me uit de auto, lacht trots en trekt me mee naar de poort. Wolken pakken samen boven de torenspits en hullen het kerkpleintje in avondschaduwen.
‘Calli...’ Bill neemt mijn hand over. ‘Het is misschien vreselijk overhaast, maar als je een getrouwde vrouw bent, hoef je nooit meer terug naar je vader. En met de hulp van Detlev krijgen we jou misschien weg bij Mercury, maar als dat niet lukt... Dan kan je je contract opzeggen zonder dat je je zorgen hoeft te maken. Ik heb genoeg geld om ons allebei voor de rest van ons leven te onderhouden. Ik kan een huis kopen waar je maar wilt, voor ons... en ons gezin.’
Twee tranen van verbazing, geluk, ontroering en nog een honderdtal gevoelens zoeken hun weg over mijn wangen.
‘Ik...’
‘Alles is geregeld. Tom heeft voor de ringen gezorgd, we hebben een kerk en een priester die bereid is ons huwelijk vannacht nog in te zegenen, en morgenochtend gaan we naar de burgerlijke stand om ons te laten inschrijven. Alles wat jij moet doen is je getuige kiezen.’
‘Detlev,’ zeg ik zonder aarzelen.
‘Figured as much,’ zegt hij op een zelfvoldane toon die bijna aan Delay doet denken. Hij strikt een onzichtbare das, zwaait me van mijn voeten en tilt me op. ‘Voor je in iets trapt,’ knipoogt hij.
Georg, Gustav en Lexi zitten op de eerste bank en kijken glimlachend toe. Lexi heeft een rode roos uit een tuintje gepikt en die doet dienst als bruidsboeket. Bruno begeleidt me over het middenpad, hij schenkt me weg. Hoe kan het ook anders, hij is meer mijn vader geweest dan wie ook.
Het tapijt kriebelt onder mijn blote voeten, mijn jurkje is alles behalve geschikt voor de gelegenheid en ik beeld me in dat de houten heiligenbeelden afkeurend neerkijken op mijn paarse haren. Bill, gekleed in een jeans en t-shirt en met Nike’s aan zijn voeten, wacht me op aan het altaar, geflankeerd door de getuigen, Detlev en Tom. De priester, een verwonderlijk jonge man met felblauwe ogen knikt me vriendelijk toe.
Bruno legt mijn hand in die van Bill en gaat naast Lexi zitten. Ik gluur even omhoog naar het onbeweeglijke kruisbeeld aan de muur achter het altaar, dan opzij naar Bills gezicht. Een beetje trillerig leg ik mijn hand in die van hem.
‘Man en vrouw!’ Tom slaat zijn kleine broertje glunderend op zijn schouder en geeft mij een iets beschaafdere zoen op mijn wang. Lexi veegt stiekem een traan weg aan de zakdoek die ze van Detlev heeft gekregen, en Georg zwaait de roos die hij heeft gevangen pesterig onder Gustavs neus.
‘En nu wegwezen. Het gelukkige koppel heeft een huwelijksnacht voor de boeg,’ zegt Detlev met subtiel opgetrokken wenkbrauwen en loopt met Lexi aan zijn arm naar de kerkpoort.
‘We hadden nog rijst willen regelen, maar daar was geen tijd voor,’ zegt Bruno verontschuldigend. Ik wil iets antwoorden, maar stop midden mijn ademhaling als ik door de poort op de trappen stap. Tijdens de ceremonie is het gaan sneeuwen, en het hele plein, de bomen en het dak van de limo hebben een glinsterend wit laagje gekregen.
‘Dit is beter dan rijst,’ fluister ik, grijp Bills hand waar nu een gladde zilveren trouwring aan blinkt, en voor iemand me kan tegenhouden ren ik op blote voeten door de sneeuw naar de auto.
Bevroren tenen of niet, het was het waard. Iedereen glipt in de limo, Bruno tovert ergens een paar flessen champagne tevoorschijn en de glazen gaan rond. En ik blijf stil en gelukkig in mijn hoek zitten, streel over mijn trouwring, en kijk met mijn hoofd tegen de schouder van mijn echtgenoot toe hoe de hele wereld langzaam wit wordt.
*strijk*
*nog eens strijk*
En toen kreeg ik tranen in mijn ogen van ontroering...
Ze zijn getróuwd, ze zijn echt getróuwd.
En op wat voor manier...
Ik heb er gewoon geen woorden voor.
Het is zó mooi.
*pinkt traantje weg*
En hoe gaat het nu verder? *wenkbrauwwiebel*
<3