Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Boys and Girls » Hoofdstuk 8
Boys and Girls
Hoofdstuk 8
Bill loopt mijn richting uit. Zijn handen zitten in zijn zakken, zijn duimen rusten op zijn riem. Zijn zwarte haren hangen plat naar beneden en volgen de vorm van zijn gezicht. De zwarte make-up beaccenturen zijn hazelnootbruine ogen. De piercing door zijn wenkbrauw schittert, maar dat is het enige dat iets van emotie vertoond. Maar hoe kan een piercing nu vrolijk zijn?
Zijn smalle beentjes zitten in een strakke, zwarte jeans. Zijn zwarte All-stars maken een aangenaam geluidje bij elke stap die hij zet. Zijn zwarte vest staat open en toont me zijn felgele T-shirt, bedekt met zwarte sterren. En er is maar één ding dat me opvalt.
Hij lacht niet.
Ik zou hem zo graag zien lachen. Ik zou er alles voor geven.
Hij gaat op het hek leunen en kijkt me aan. Zijn ogen maken me week, maar tonen doe ik het niet.
"Hey." pers ik er uiteindelijk uit.
"Hey."
Een klein glimlachje verschijnt op zijn gezicht. Het maakt hem duizend keer knapper.
Wacht, dacht ik dat nu echt? Ik schud mijn hoofd en kijk hem weer aan.
"Sorry."
Hij sluit zijn ogen en buigt zijn hoofd voorover. Zijn haren vallen voor zijn gezicht. In de lucht zie ik een traan vallen.
Bill huilt.
Bill huilt en ik doe niets.
Bill huilt... om mij.
Ik krabbel recht en stap naar het hek toe. Bill kan er dan wel op leunen, ik ben daar nog steeds te klein voor. Dus kruip ik er maar over. Nu Bill er is, is hekklimmen heel normaal.
"Ik ben al blij dat je er bent." zeg ik. Hij kijkt op. Zijn tranen hebben zijn make-up uitgeveegd. Nu staan er allemaal zwarte strepen op zijn wang.
"Gek kind." lach ik en veeg met mijn hand over zijn wang. Mijn hand tintelt. Eerste echte aanraking.
"Elena?"
Ik knik. Een krop vormt zich in mijn keel en ik denk dat ik het niet droog ga houden. Mijn ogen jeuken al.
"Ik wou echt terug komen."
Ik ga op de grond, tegen het hek, zitten en wacht tot Bill hetzelfde gedaan heeft. We raken elkaar niet aan, we zitten zelfs niet tegen elkaar. Niets overhaasten, denk ik.
"Waarom kwam je dan niet?" Ik slik de krop door, maar die komt al snel weer bovendrijven.
"Ik wou echt. Alleen ging het niet."
Ik schuif een beetje opzij, uit zijn richting.
"Als ik echt belangrijk voor je was, had je alles geprobeerd."
Ik hoor een hap naar adem. Volgens mij heb ik hem geraakt op een zwakke plek.
"Je was belangrijk!"
"Was?"
Weer die hap naar adem.
"Je bent het nog steeds." Hij pakt mijn kin vast en draait mijn hoofd naar zich toe.
"Je bent belangrijk!"
Ik trek me los. "Waarom geloof ik je dan niet?"
En zo ontketen ik maar weer een ruzie. Hij is behoorlijk op zijn tenen getrapt na mijn laatste opmerking en begint te brullen. Naar aanleiding daarvan slinger ik willekeurig scheldwoorden naar zijn hoofd. En dan kan Bill ook niet achterblijven. Hij raakt me een paar keer echt diep, al weet hij dat zelf niet.
"Klootzak!" roep ik boos en stamp met mijn voeten.
"Pot!"
Mijn mond valt open. "Dus je valt over mijn geaardheid. Dat had ik van jou als opperhomo niet verwacht!"
Nu laat hij zijn mond openvallen. Ik voel een druppel op mijn arm uit elkaar spatten.
"Hoe kun je dat zeggen? Van jou had ik wel iets anders verwacht!"
Ik geef hem een duwtje. Hij zet gedwongen een stap achteruit en komt met zijn rug tegen de muur.
"Ik had van jou ook andere dingen verwacht! Niet zo’n zielig hoopje zelfmedelijden!" spuug ik naar hem. Het komt hard aan, dat zie ik aan zijn gezichtsuitdrukking.
"Hoor wie het zegt! Jij leeft in het verleden."
Die komt pas aan. Ik zet een stap achteruit en laat het even zakken. De krop schiet weer omhoog. Ik voel een vreemde smaak in mijn mond en mijn ogen vullen zich met tranen.
"Jij...Hoe...Aargh!" Mijn handen trekken samen tot vuisten.
"Wat ik?" zegt hij en zet een stap dichter. Ik voel zijn handen mijn polsen omklemmen en ik word tegen de muur geduwd. Mijn hoofd komt er met een smak tegen en geeft me weer een kloppende hoofdpijn.
"Wat ik?" herhaalt hij. Zijn voorhoofd duwt hij tegen die van mij.
"Je bent onmogelijk!" sis ik. Hij deinst achteruit en kijkt me even geschrokken aan. Dan zet hij zijn handen zijn zij. En ik mag dan niet zeggen dat hij homo is?
"Jij bent nog onmogelijker!" brult hij dan. Ik zie hem een beetje rood aanlopen.
"Ik heb een reden voor mijn gedrag! Jij niet! Ik wist jou niet wonen. Met Loitsche ben ik wat, ja! Hoe kon ik jou nu opzoeken? Hoe kon dat nu? Ik wist niets van jou! En jij, je bent wereldberoemd en hebt geld genoeg! En jij weet me wonen. Jij weet dat beter dan wie dan ook! En ik ben onmogelijk?" Ik voel de tranen over mijn wangen rollen terwijl ik me tegen de muur druk om niet te vallen.
"Ik kon niet. De fans zouden meekomen. Zouden zeker achter je aangaan omdat wij vriendschap hebben. Vriendschap."
Hij is van brullen naar fluisteren over gegaan. Hij zet een stap vooruit om het fluisteren toch wat kracht bij te zetten.
"Vriendschap." mompel ik en schud mijn hoofd. "Vroeger. Maar nu…?" Ik snik luid en voel dan Bill heel dicht.
"Nu zijn we meer dan vrienden. Zielsverwanten." Zijn adem strijkt langs mijn nek.
"Bill, ik weet niet..."
Verder kom ik niet. Ik voel zijn warme lippen op die van mij. 1 seconde, 2 seconden, 3 seconden. Trap in kruis. Bill laat zich piepend in het gras vallen.
"Hoe durf je me te zoenen! Klootzak!" roep ik boos en voel het bloed allemaal naar mijn hoofd stromen. "Je bent geen haar beter dan 12 jaar geleden toen je me hier achterliet." Ik trek de zilveren ketting van mijn nek en gooi die naar hem.
"Ik wil dat je gaat!"
Hij staat recht en bukt zich dan om mijn ketting op te rapen.
"Het spijt me." zucht hij.
"Het spijt je altijd!" Weer een regendruppel. Nu volgen ze sneller op elkaar.
"Iek, mijn haar." gilt hij plots en houdt zijn handen boven zijn hoofd.
"Weet je, ga naar huis. Als je haar toch belangrijker is dan ik!"
Ik kijk hem even boos aan en draai me dan om. Ik hoor hoe hij weggaat. Hoe kan het dat ik me in hem heb vergist?
Ik trap tegen het poortje, dat open klapt. Ik loop naar binnen. Weg van de regen. Weg van alles. Weg van Bill.
Mijn vader en moeder zitten bij de tv, die abnormaal zacht staat. Ze hebben gewoon alles kunnen horen. Nu kan ik dus echt niet in de woonkamer gaan zitten. Had ik toch geen behoefte aan.
Ik storm de trap op en trap dan tegen elke deur die ik tegenkom. Mijn deur moet het heel erg vergelden, het verbaast me dat hij nog heel is. Ik laat me op bed vallen en rol me op tot een bolletje. Mijn deken is net een overgrote zakdoek, die ik nu helemaal nat ga huilen.
Allerlei gedachten gaan door mijn hoofd.
Bill en ik die de boom planten. Bill en ik die elke dag kijken hoe de boom groeit. Bill en ik die bij de boom kamperen. Bill en ik die bij de boom picknicken. Bill en ik die bij de boom trouwen. Bill en ik die gescheiden worden. Bill en ik die elkaar 12 jaar lang niet spreken. Bill en ik die ruziën. Bill en ik die zoenen. Vooral dat laatste.
Een zoen. Een echte, vol gevoel, vol spanning, vol haat maar vooral... vol liefde.
Reacties:
Nah.
Nah.
Nah.
Ik weet niets te zeggen - ik wil verder. ;x
Dus ga ik adt maar doen.
W. A. U. W.
O____________O
Echt waar hé.
En om deze reactie nog enigszins zinvol te maken plak ik er een quote bij:
Mijn deken is net een overgrote zakdoek, die ik nu helemaal nat ga huilen.._. <3
Kayley alsjeblieft ga verder,
Ik smeek je
Dit is echt....
Te mooi
Ik zit gewoon nu al te janken....
Echt ik ben sprakeloos
Freak! Nu zit ik nog harder te janken.
Shitshitshit!
Nu wil ik weten hoe het verdergaat!
xoxo <3
niks te zeggen.