Hoofdcategorien
Home » Tokio Hotel » Boys and Girls » Hoofdstuk 12
Boys and Girls
Hoofdstuk 12
Ik haal het lint dat ik in mijn rugzak heb zitten. Geen idee waarom. Het ligt er al een aantal jaar. En nu gebruik ik het.
Ik maak een grote strik rond mijn schrift en stop die dan veilig weg.
De trein komt ratelend tot stilstand. Ik verwissel voor de eerste keer vandaag van trein. Hier is het gewoon. Geen hokjes systeem. Ik ga aan het raam zitten en doe nu maar oortjes in. Andere mensen willen geen rock of sentimentele brol van Elisa horen.
Na een zoveelste nummer dat ik niet ken, komt er een dat ik er wel zelf op gezet heb: When you%u2019re gone van Avril Lavigne. Dat nummer geeft me altijd de kriebels en nu niet anders. Ik bal mijn handen tot vuisten en plant zo mijn nagels in mijn handpalm. Ik wil niet huilen in het bijzijn van anderen.
Nog even. Nog even en in ben in Loitsche. En wat dan. Ik heb het adres maar ik ben nog nooit eerder in Loitsche geweest. Ik kan het vragen, maar is dat niet riskant? Ik kan ook op wilde gok gaan zoeken. Ik heb tijd genoeg. Maar daar gaat het niet om. Ik wil zo snel mogelijk naar Bill. Het hem geven en weg zijn voor hij het leest. Als ik geluk heb, leest hij het pas morgen. Maar in het slechtste geval wilt hij het meteen lezen. Natuurlijk. Iedereen zou het eerst willen lezen. Of tenminste er al eens in bladeren.
En dan ben ik dood.
De trein stopt weer. Er zitten tien minuten tussen nu en mijn volgende trein. Dus ga ik nog snel even naar het toilet, koop ik een flesje drinken en begin ik aan mijn reep chocolade.
Na tien minuten braaf wachten, rolt de trein het station in. Een massa mensen willen tegelijkertijd door de deuren die maar gemaakt zijn voor vier mensen tegelijk, geen veertig.
Ik wacht geduldig maar dit duurt me toch net iets te lang. Ik zet mijn handen rond mijn mond. Een oorverdovende gil. De mensen zijn met verstomming geslagen en kijken druk rond. Ik pak mijn kans en baan me een weg door de menigte.
Ik werk me zonder persen en wringen de trein in.
Mijn muziek gooit het over een andere boeg. Instrumentale liedjes. Vooral Dark Sanctuary. Ik kan er uren naar luisteren. Het is zo wondermooi.
Ik leg mijn voeten op de bank tegenover me en staar uit het raam. Nog even. Nog even en ik zie Bill.
Een warm gevoel kruipt van mijn tenen tot in mijn keel. Mijn hoofd blijft nuchter en geeft niet toe aan verliefdheden. Kalverliefde. Gaat zo over. Hoop ik.
Mijn hart klopt in mijn keel. De trein komt tot stilstand. Loitsche staat op het bord.
Ik sta recht. Niemand stapt hier af. Het is rustig. Ik kan in alle rust uitstappen. Gelukkig. Moet ik niet gillen.
Ik kijk rond. Waar moet ik nu heen? Ik ga door de klapdeuren en kom op straat. De zon is aangenaam warm. Ik rol mijn mouwen op en haal dan het kaartje uit mijn zak. Het is al helemaal gekreukt. Ik heb het dan ook al vaak open en dicht gedaan.
Een jongen van mijn leeftijd loopt voorbij.
"Pardon. Hallo. Mag ik iets vragen?" zeg ik snel. Hij stopt even en kijkt me aan. Zijn lichtblauwe ogen doen me even rillen.
"Euhm... Weet jij deze straat zijn?" Hij knikt even en denkt dan na.
"Het is een tijdje wandelen. Zal ik met je meelopen?" Ik knik en glimlach.
"Zou leuk zijn."
Hij trekt me aan een arm de straat in. Ik loop maar met hem mee. Mijn rugzak tikt tegen mijn rug.
"En wat doe je hier?" vraagt hij na een tijdje.
"Een vriend opzoeken." Hij knikt even en duwt me dan een straat in. De huizen worden groter en groter.
"Wonen ze in een villawijk?"
Hij schudt zijn hoofd. "Nee. Binnenweg." Ik knik even.
We lopen een andere straat in.
"Het loopt dood." deel ik mee.
"Ja. We moeten erover."
Mijn ogen worden groot. "Zeg me alsjeblieft dat je niet zei dat we..."
Hij glimlacht. "Jawel."
Ik zucht en doe exact hetzelfde als wat hij doet. Mijn handen om de regenpijp, mijn voeten op de klink van de garagepoort. De jongen helpt me op het dak en zo lopen we naar het einde. Daar springt hij eraf. Ik doe maar hetzelfde. Een sprong in de lucht, de wind door mijn haren. Het voelt geweldig. Maar dan kom ik weer op de grond.
Ik draai ter plekke maar blijf toch veilig staan. Dan zie ik waar we zijn. Een donkere, koude straat waar blijkbaar niemand is.
"Zijn we er bijna?" De jongen drukt me tegen de muur.
"Nog lang niet." fluistert hij. Ik krijg grote ogen.
"Wat doe je?"
Hij drukt nog wat meer gewicht op zijn handen, die op mijn schouders rusten. De muur voelt zo vreselijk hard aan.
"Hoe kom je aan hun adres?"
"Wat?" piep ik.
"Hun adres. Hoe kom je eraan?"
Ik knijp mijn ogen toe. "Ik weet niet wat je bedoelt."
Ik hap naar adem. Hij drukt zijn knie tegen mijn maag.
"Ben je een fan?" Ik schud mijn hoofd. Zijn knie gaat weer omlaag. Ik kan weer normaal ademhalen.
"Hoe kom je aan hun adres?"
Mijn ademhaling gaat sneller.
"Gekregen." Weer die knie in mijn maag. Dit is te gevaarlijk.
"Zal wel." Hij gooit me op de straat.
"Echt waar. Ik heb het gekregen van Tom. Hij gaf het me gisteren." Ik hoest en krabbel recht. De jongen kijkt me weer aan.
"Dan ben... Jij... Dat buurmeisje?"
Ik knik.
"Oh. Sorry."
Ik haal mijn schouders op.
"Daar naar rechts." mompelt hij dan. Ik knik en vervolg mijn weg alleen. Mijn maag doet nog steeds een beetje pijn maar ik snap dat hij zijn mededorpsbewoners wilt beschermen.
Ik loop naar rechts en knal dan tegen iemand aan. Ik verlies mijn evenwicht. De straat is harder dan ik had verwacht.
Een vrouw. Blond haar. Bruine ogen. Bezorgd gezicht.
"Gaat het?" Ik knik en werk me overeind. Ik zie dat haar boodschappen allemaal op de grond liggen. Appels, appelsienen, gehakt, groenten, chips,... De zak ligt een beetje verderop.
Ik pak de zak en begin in te laden.
"Oh dank je." zegt ze. Ik knik weer en laad de laatste dingetjes in. Dan geef ik haar de zak. Iets in haar gezicht komt me bekend voor. Maar wat...? Ik kan er mijn vinger niet op leggen.
"Ik wist niet dat er nog vriendelijke jongeren waren. Die zoons van mij..." Ze zucht even en glimlacht weer. Natuurlijk. Dat ik dat niet zag. Het is zo overduidelijk. Zo klaar als een klontje.
Simone.
Ik moet lachen. Zij kan me naar haar zoons brengen. Dus naar Bill.
"Simone?"
Ze kijkt op. "Ja? Euhm... Hoe ken jij mijn naam? Ik denk niet dat we elkaar al eerder gezien hebben."
Ik grijns. Natuurlijk herkent ze me niet.
"Wel. Eigenlijk ken je me vrij goed. Alleen was ik de vorige keer zo groot." Ik houd mijn hand boven een denkbeeldig kind.
"Elena?" Ik knik. Ze breekt mijn rug in haar knuffel.
"Je had ons al veel eerder moeten opzoeken."
Ik knik. Ze haakt haar arm in die van mij.
"Kom. We gaan naar huis. Heb je honger? Je moet echt wel blijven eten." Ze ratelt aan één stuk door. Ergens vind ik het wel leuk. Waarschijnlijk heeft Bill dan ook nog niets gezegd.
"Bill en Tom zijn trouwens thuis vandaag. Ze gaan niet meer naar school. Dus... En hun tournee is ook net gedaan. De volgende begint pas over een maand." Weer ratelt ze. Ik glimlach.
"Ik heb een cadeautje voor Bill. Alleen... Die mag hij pas hebben als ik weer weg ben." Ze knikt. Ik geef haar het schrift.
"Dus euhm... Wat eten we vanavond?" lach ik. Simone knijpt even in mijn pols.
"Ik ben echt blij dat ik je weer zie."
Einde cyclus 1. Elenas PoV. 31 maart 2008.
Reacties:
Kalverliefde. Gaat zo over. Hoop ik.Maak dat de kat wijs, suffie x'D
Ik houd mijn hand boven een denkbeeldig kind. Elena? Ik knik. Ze breekt mijn rug in haar knuffel.*zucht* Zo mooi.. <3
Ik heb geen inspiratie voor een lange reactie
Zon schijnt + ik heb nog vier stukjes Schemering in te typen, dus dat ga ik eerst doen, en dan kan jij gezellig volgend stukje B&G schrijven? ^^ Ja? Plies? *puppyoogjes*
Iklieftjou <33
Ohho!
Flauw hoor van Elena Ãâ
Nu vind ik dat Bill er heeeeel snel achter komt...
Nog voor zij weg is Ãâ
En en en anders dat Tom erachter komt...
En dat hij het tegen Bill zegt Ãâ
Ik vind je verhaal nog steeds geweldig ;D
En dat zal altijd zo blijven n__n
Net zoals bij al jouw andere verhalen n__n
...
Shhhht! x'D
Naja; snel verder? *puppyogen*
xCiao!<33 ð( ^3^)ð
Oooh, Elena! Ãâ Wat een laffe truc! Het schrift aan zijn moéder geven zodat hij het pas later leest!
Ik kan niet wachten totdat je weer updatet. <3
Ik wacht geduldig maar dit duurt me toch net iets te lang. Ik zet mijn handen rond mijn mond. Een oorverdovende gil. De mensen zijn met verstomming geslagen en kijken druk rond. Ik pak mijn kans en baan me een weg door de menigte. Ik geraak zonder persen en wringen de trein in.
Haha, geniaal
Ik kan in alle rust uitstappen. Gelukkig. Moet ik niet gillen.
Haha
Een jongen van mijn leeftijd loopt voorbij. Pardon. Hallo. Mag ik iets vragen? zeg ik snel. Hij stopt even en kijkt me aan. Zijn lichtblauwe ogen doen me even rillen.
Oeehh.. als hij weet van 'het buurmeisje' moet hij th wel goed kennen.. *denkt* *denken mislukt* omg ik wil weten wie het is!
Hij drukt zijn knie tegen mijn maag.
Pfff zijn we weer lekker aardig vandaag! Hij kon beter eerst de reden weten en daarna ontdekken dat het helemaal niet nodig is om dr half te martelen.
Ik wist niet dat er nog vriendelijke jongeren waren. Die zoons van mij
Natuurlijk. Dat ik dat niet zag. Het is zo overduidelijk. Zo klaar als een klontje. Simone.
Jaaa, na die opmerking weet je het natuurlijk meteen
Ik houd mijn hand boven een denkbeeldig kind.
Dat vind ik even een supermooie zin
Bill en Tom zijn trouwens thuis vandaag.
Gezellig
Ik lieft jouw verhaal superhard
Snel door<33
Haha, die gedachte had van mij kunnen zijn! x'D
Arme zij, ik hoor het al kraken *trekt pijnlijk gezicht*
Een heel leuk stuk, en ik ben blij dat ze tegen Simone is opgebotst.
Nu kan ze in één keer naar Bill toe ;]
Xx.