Hoofdcategorieën
Home » Overige » Bermuda Triangle » Hoofdstuk 2.3
Bermuda Triangle
Hoofdstuk 2.3
Vanaf het moment dat Kat was weggelopen, had ze zich beter gevoeld. Ze had gewoon even weg gemoeten van de drukkende sfeer. Solegna, die de hele tijd zat de zeuren, Connor die alles goed probeerde te praten en Ben die een beetje verstrooid was. Ze konden er niets aan doen, ze waren gewoon zo, maar Kat was het persoon dat zich aan veel dingen irriteerde. Ze wist dat ze daar vanaf moest zien te komen, omdat het een slechte eigenschap van haar was, maar het lukte niet erg als je vast zat op een onbewoond eiland met 3 mensen die je totaal niet kent. Ze was bij het strand aangekomen en was daar in het zand neergeploft. Ze had gekeken naar de zon die langzaam omhoog klom. Het uitzicht was fantastisch. Het maakte dat ze zich weer even als zichzelf voelde. Ze kwam volledig tot rust, zoals ze in de reddingsboot altijd tot rust was gekomen van de drukte van het cruiseschip. Het was fijn, precies wat ze nodig had gehad. Ze had op het punt gestaan om terug te gaan naar de grot, toen ze ineens iets voelde. Het voelde alsof er iets was wat er niet hoorde. Nu wist Kat niet veel van wat er wel en niet thuis hoorde op een eiland, maar het voelde gewoon zo. Argwanend had ze omgekeken. Er was niets te zien geweest, op een glinstering in de jungle na. Dat hoorde er dus niet thuis. Kat was bang geweest dat het weer zo’n monster was en had zich niet bewogen. Ze hoopte dat het beest haar zo niet zou zien als prooi. Toch voelde ze dat het naderde. Het was een onheilspellend gevoel, diep vanbinnen. Het verspreidde zich van onder in haar buik over haar gehele lichaam. Het maakte dat haar hart heviger ging kloppen en haar ademhaling sneller ging. Kat was niet snel bang, maar op dat moment was ze wel bang geweest. Heel bang zelfs. Ze wist gewoon wat er ging komen. En toen het kwam, gaf ze een ijselijk hoge gil, waarvan ze niet had verwacht dat ze die kon produceren.
Solegna was alleen achter gebleven bij de grot. Ze wist niet wat ze daar moest doen. Er was gewoonweg niets te doen. Ze ruimde de as van het vuur van de vorige avond op, legde het brandhout op een nette stapel en verplaatste de berg vruchten een beetje. Binnen 5 minuten was ze klaar met deze karweitjes. Met een zucht ging ze weer op de boomstronk zitten. Dat eiland ging haar sterk vervelen. Ze schopte puur uit verveling tegen een steentje aan. De schoen van Connor was veel te ruim en daardoor vloog hij uit. Solegna zuchtte geïrriteerd. Stom eiland. Stomme schoenen. Stomme Kat. Vooral stomme Kat. Waarom was dat kind zo irritant, zo vervelend, zo gemeen? Wat had zij toch? Wat was haar probleem? Misschien zat ze echt aan de cocaïne, bedacht Solegna. En het zou haar niet eens verbazen. Stom kind. Ze stond op om de schoen op te rapen. Ze moest maar zuinig zijn op de schoenen van Connor. Ze was allang blij dat ze ze mocht lenen. Terwijl ze bukte om de schoen op te rapen, gebeurde het. Ineens kwamen ze tevoorschijn. Allemaal tegelijk. Solegna wist niet met hoeveel ze waren, maar ze wist wel dat dit niet de bedoeling was van veilig zijn. Dit was totaal niet veilig. Dit was meer het tegenovergestelde. Solegna wist dat ze op dit moment heel onveilig was. En daarom begon ze te gillen zo hard ze kon. Ze wist bijna net zo’n ijselijke gil te produceren als Kat.
‘Dat was Solegna!’ zei Ben verschrikt. Direct stopte hij met rennen.
‘Nee hè?’ zei Connor, die ook afremde. ‘2 meiden in gevaar. Hoe moeten we nu ooit de held spelen?’ Ondanks zijn laconieke houding keek Ben niet veel vrolijker.
‘Ik ga terug! Ik wil haar helpen!’
‘Waarschijnlijk is dat van Solegna alleen maar een gebroken nagel. Wat doen we dan met Kat? Laten we haar in de steek?’
‘Ga jij maar helpen. Dan help ik Solegna.’
‘Maar wat als het gevaar zo groot is dat we met zijn tweeën nodig zijn om te helpen?’ zei Connor, terwijl hij een beetje hijgde van het rennen.
‘Dat zien we tegen die tijd wel.’ Ben stond op het punt om terug te rennen. ‘Wacht even. Hebben we een teken ofzo, dat de ander weet dat het gevaar heel groot is? Voor het geval dat.’ vroeg hij.
‘Geef gewoon je mannelijkste brul die je in je hebt,’ antwoordde Connor.
Ben knikte. Toen draaide hij zich om om terug te rennen. Connor stond ook op het punt om verder te gaan. Op dat moment gaven ze allebei een gil die totaal niet mannelijk was. Maar ze wisten wel van elkaar dat ze in gevaar waren. Ze waren in groot gevaar. Ze waren omsingeld.
Reacties:
IK WEET LEKKER WIE of wat HET ZIJN. En ik heb alleen opmerking, omdat ik laatste NL had daarover.
‘2 meiden in gevaar. Hoe moeten we nu ooit de held spelen?’
getallen van een t/m tien schrijf je in letters, getallen zoals "24" schrijf je ook voluit (:
Tientallen, honderdtallen, duizendtallen, etc typ je allemaal wel in cijfers.
O fuck onbewoond eiland is toch niet zo onbewoond
of het zijn dieren
maarja die bewonen dan ook het eiland vind ik
Ik heb niet veel tijd om te reageren
omdat ik niet veel tijd heb
en nog veel stukken van veel mensen moet lezen
maar dit is goed<33
dat je het weet
maar het lukte niet erg als je vast zat op een onbewoond eiland met 3 mensen die je totaal niet kent.
Jaja, ook hier schrijf je "3" voluit en dus als drie.
Verder heel, heel mooi! Ga meteen door naar het andere stuk!