Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Boys and Girls » Hoofdstuk 16
Boys and Girls
Hoofdstuk 16
Het lied stopt.
Ik krijg een vuist in mijn maag en zie dat Tom de schuldige is. Een vinger is nog niet wat hij verdient, maar het is al iets. Dan kijk ik naar mijn punten. Slechts 2319. Nog niet eens 1/4de van mijn gemiddelde score.
"Ik wist niet dat Elena in de songtekst kwam." lacht Georg.
Gustavs ogen prikken zo door me heen. Hij richt zijn hoofd naar de slaapplaatsen. Ik haal mijn schouders op, tik met mijn micro op Toms hoofd, duw die daarna in de handen van Georg en loop dan achter Gustav aan. Als de deur dichtvalt, laat ik me naar beneden zakken.
"Voor mij moet je je niet groot houden." mompelt hij en legt zijn hand op mijn schouder. Ik knik en zucht. Eén traan rolt over mijn wang, maar die veeg ik al snel weg.
"Ik mis haar gewoon zo."
Gustav gaat op het bed naast me zitten. "Wil je erover praten?" Ik wil mijn hoofd schudden maar schuif dan opzij en ga met mijn rug tegen de bedrand leunen.
"Weet je nog met Jacqueline? En anders met Elisabeth? Of met Nadezhda? Al die relaties mislukten omdat ik iets miste. Maar nu weet ik dat ik niet iets miste... maar iemand."
Gustav spreidt zijn armen. Meteen kruip ik tegen hem aan. Gustav is altijd al een heel goede vriend van me geweest. En op momenten als deze snap ik ook volledig waarom.
"Dit weekend ga je toch naar je vader? Dan zie je haar toch? Zeg het haar dan!"
De bus stopt. Ik ren met mijn handen in de lucht de slaapplek uit, een verbaasde Tom en een knorrige Georg voorbij en spring dan uit de bus. Geen ouderlijk huis of wachtende moeder maar een winkelcentrum.
"Wat is dit?" mompel ik teleurgesteld.
"Wow, Bill, jij die geen zin heeft in shoppen?" grijnst Tom en slaat op mijn schouder. Door de klap val ik naar voren. Gelukkig luisteren mijn benen niet altijd naar mijn hersenen en zetten ze gewoon een stap vooruit. Mijn hart klopt in mijn hoofd. Dat had even een klap in het gezicht kunnen zijn.
"Is het goed als ik in de bus blijf?" Tom knikt afwezig. Hij heeft vast al een meisje gezien of iets van eten geroken.
Ik stap de bus weer in en loop meteen door naar de slaapplaatsen. Mijn schoenen zoeken hun gewoonlijke plaatsje onder mijn bed op, mijn vest ligt op Toms bed. Ik trek de gordijntjes toe en ga dan op bed liggen.
Een plotseling koud gevoel kruipt bij me naar binnen en vult mijn maag. Ik trek het deken over me heen en prop dat tegen mijn buik. Nu heb ik nood aan een Simone, een Scotty of een Gustav. Maar alle drie zijn ze niet in mijn buurt. Dus houd ik het bij een opgerold deken en ergens nog een kleine zilveren ring.
Mijn gedachten zitten bij Elena, maar ik dwing de flashbacks terug te gaan naar het hoekje van mijn geheugen. Dat kan ik nu echt niet aan. Ik tril over heel mijn lichaam en hoe hard ik ook probeer, het ijzige gevoel diep vanbinnen gaat niet weg. Mijn keel voelt plots verschrikkelijk pijnlijk aan. Die tour heeft me gesloopt, of was het eerder de gedachten aan Elena?
Ik moet haar bellen. Ik moet haar opzoeken. Ik moet haar zeggen dat ik gewoon niet meer zonder haar kan.
Zou ze me begrijpen?
Ik zal het maar begrijpen als ze me nooit meer wil zien. Alleen... Als ik haar nog een keer zie, wil ik haar misschien nooit meer achterlaten.
Dat moet ik dan maar zien. Ik zal maar hopen op het tegendeel. Dat ze me wil nog wil kennen. Misschien moet ik haar maar niet onder ogen komen. Dat is misschien wel het beste.
Hoe zou ze eruit zien? Zou ze nog steeds donkerbruine haren hebben? En die aanstekelijke glimlach? Zouden haar haren nog opzwiepen als ze knikt? Zou ze nog giechelen als ik iets fouts zeg? Zou ze nog de Elena zijn die ik me herinner? Of is ze teveel veranderd?
Pas als ik de bus weer voel stil staan, ga ik uit mijn bed. Toen de jongens terug kwamen, deed ik alsof ik sliep al weet ik zeker dat Gustav wist dat ik dat niet deed. Maar buiten hem hoeft niemand het te weten. Normaal vertel ik Tom alles, maar dit begrijpt hij nu eenmaal niet.
Ik vis mijn schoenen van onder het bed en trek die snel aan. Ik sta sloom op, al verandert dat tempo snel als ik een vluchtige blik naar buiten werp en de bekende stoeprand van Loitsche herken.
Als een gek donder ik door de bus en val dan bijna omver. Ik houd me nog net recht aan een stoelleuning. David kijkt me lachend aan. Hij hangt eens niet aan de telefoon.
Hij laat me voorgaan. Ik draai mijn hoofd weer naar buiten en zie dan waar ik al een tijd op wacht. Een rond gezicht, een grote glimlach, een paar schitterende ogen met dezelfde hazelnootbruine kleur als die van mij, een kop blond haar.
"Mam." zeg ik blij en vlieg in haar armen. Ze gebruikt nog steeds shampoo met mandarijntjesgeur. De zoete geur omcirkelt me en doet me op een slag weer helemaal thuis voelen.
Tom zit tegenover me en werkt in sneltempo kippensoep naar binnen. Simone zit rechts naast me en kijkt geamuseerd toe. Links van me zit Gordon, die luistert naar de verhalen van Tom. En ik zit stilletjes, roer een beetje afwezig in mijn soep en laat de warme damp langs mijn wangen strijken. Al die verhalen heb ik ofwel gehoord, ofwel zelf meegemaakt, dus echt luisteren moet ik ook niet.
Na mijn groenten gesorteerd te hebben op kleur, een kunstwerk van kip en gehaktballetjes te hebben gemaakt en mijn soep toch maar opgegeten te hebben, sta ik recht.
"Roep me maar als de rest klaar is." mompel ik afwezig en stap dan de woonkamer in. De trap is bezaaid met rommel, zoals ik het gewoon ben dus. Geoefend ontwijk ik blikjes, kleren en hondenspeeltjes in het naar boven gaan. Er is nog niets verandert.
Op de gang hangt nog steeds een foto van Scotty, Tom en ik. Naast mijn deur hangt nog steeds een foto van kleine ik. Op mijn deur hangt nog steeds een nummerplaat met mijn naam en 89 op. In mijn kamer hangen nog steeds posters. In mijn kamer ligt nog steeds hetzelfde kriebelende tapijt. In mijn kamer ligt nog steeds een lavendelzakje op de vensterbank. En nog steeds voel ik me slecht.
Ik loop door de kamer, trap mijn schoenen uit en laat me op bed vallen. Zachtjes blaas ik een lok haar uit mijn gezicht en staar dan in het lachende gezicht van Nena. Mijn favoriete zangeres. Een Duits meisje. Ze leerde me dat je zelfs in het Duits zingend door kan breken en ze zette me aan niet alleen Engels te gaan zingen. Toen ik haar mocht ontmoeten, kwam een droom in vervulling. Ik heb toen zelfs gegild. Stiekem, in een kussen. Haar liedje Liebe Ist vind ik nog steeds haar beste nummer. Zachtjes begin ik te zingen.
"Liebe will nicht, Liebe kämpft nicht, Liebe wird nicht, Liebe ist. Liebe sucht nicht, Liebe fragt nicht, Liebe ist, so wie du bist."
Ik draai me om en ga op mijn rug liggen. Een diepe zucht verlaat mijn mond. Thuiszijn had ik me helemaal anders voorgesteld. Maar dat komt omdat het vooruitzicht beter is. Als ik dit weekend naar mijn vader ga, zie ik Elena.
En dat is beter dan thuis zijn!
Reacties:
WOOOOOOOOOOH.
Ik ben zo moe en ik voel me ziek dat ik geen reactie kan bedenken.
Zeer veel excuses daarvoor (zie je? Ik kan niet eens meer op normaal niveau denken!).
Ik hoop dat je snel weer verder gaat n_n (Damn, wat klinkt dat stom)
xoxo <3
Je verhaal is echt heel mooi.
Ik kan me zo goed inleven in Bill.
De arme schat.
Na mijn groenten gesorteerd te hebben op kleur, een kunstwerk van kip en gehaktballetjes te hebben gemaakt en mijn soep toch maar opgegeten te hebben, sta ik recht.
Mooie zin
Het is echt een heel mooi stuk.
xx
Ik herken dat lavendelzakje en ik vind die zin met de groenten sorteren prachtig. Je hebt wel twee keer "is veranderT" geschreven en dat moet met D, maar goed. Ik reageer zo crappy omdat ik gewoon heel ongeduldig op en neer zit te springen en zit te wachten op dat volgende stuk. ^^"
WOWWWWW O.O
Ik heb al heel lang niet meer gelezen, en nu ik eindelijk bij ben O.O
Iets anders zeggen kan ik niet dus ik hou het maar mij O.O
Laat me het weten als je verder bent.
GUSTAV EN BILL ZIJN ZO CUTE SAMEN (L)