Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Standalones » Land of Sorrow

Standalones

14 aug 2010 - 22:56

1233

7

909



Land of Sorrow

Thanks aan Ikimono Gakari voor het schrijven van Yell <333333 Veel "plezier" *kuch, kuch kuch* met lezen

“Drup… drup… drup.”¯ Langzaam raken de ijzige druppels, piepkleine beetjes van het gigantische brok opgekropt verdriet in je, het stroompje van ijskoude, eerder gevallen druppels.
Elke keer dat een klein druppeltje bevroren verdriet het beekje raakt galmt het ploppende geluid door je lichaam. Elke kleine druppel verbrandt je van binnenuit. De schroeiende pijn die ik veroorzaak trekt door je lichaam. Je vecht tegen de tranen die zich door je oogkassen een weg naar buiten proberen te banen. Leuk geprobeerd, maar van mij win je niet zomaar. Terwijl je de drie tranen die toch wisten te ontsnappen wegveegt met de rug van je rechterhand loop je het softbalveld op.

Zodra je op je plek staat vliegen de ballen om je oren. Langzaam drijven de jeugdtrauma’s die je aan ballen hebt overgehouden naar boven. Je gaat je er alleen maar slechter door voelen. Een paar seconden heb ik vrij spel maar je herstelt je weer snel. Toch belanden een paar zoute druppels op je grijze shirt.
“Gaat het wel Femke?”¯ vraagt meneer Hoffman vanaf de andere kant van het veld. Goh, kennelijk heeft die gymleraar wel ogen in z’n kop, in tegenstelling tot jij. Je weet dat het absoluut niet gaat, dat ik je steeds verder overneem maar toch knik je ja en mompel je iets dat op “Ja, het gaat wel,”¯ lijkt. De volgende bal wordt het veld ingeslagen en het spel gaat weer verder. Alles lijkt goed te gaan, tot nu toe nog geen gewonden, wat erg bijzonder is als jij in het veld staat. De volgende slagman gaat klaarstaan om met de harde knuppel, die voor jou een dodelijk wapen is, om weer een kleine, harde bal het veld in te slingeren. Op het moment dat de bal de knuppel met een klap raakt rollen er weer een paar tranen over je wangen. Je let niet op waardoor je de bal niet ziet aankomen. Met een doffe dreun knalt hij tegen je voorhoofd. Een pijnscheut schiet door je schedel. Tranen stromen over je wangen. Het lijkt alsof de tijd stilstaat. Je haalt een paar keer schokkend adem. Dan druk je me weer weg, diep in je binnenste. Het spel is gewoon doorgegaan. Inmiddels staat de volgende slagman alweer op z’n plek. Op het veld klinkt gescheld. De woorden die over de lippen van je teamgenoten glijden, doen je nog meer pijn dan de bal die net met een noodgang tot stilstand kwam tegen jouw hoofd. Wanneer krijg je nou door dat je toch niet van me kunt winnen? Een paar snikken komen schokkend uit je keel maar niemand lijkt het te horen. Volgens mij is die gymleraar toch blinder dan hij eruit ziet.

Een scherp gefluit dringt door je oren. Een vage vlaag blijdschap, die ik snel wegduw, trekt door je lijf. De gymles is eindelijk voorbij. Snel gooi je de oversized honkbalhandschoen in de mand aan de rand van het veld.
“Willen Kylian, Melissa en Femke nog even helpen met het opruimen van de spullen?”¯ roept meneer Hoffman over het veld.
“Fijn, heb ik weer”¯ mompel je zacht. Je doet een poging om een klein, krampachtig lachje op je gezicht te toveren. De kranen in je gaan nog harder stromen en de vloedgolf die je probeert te verbergen wordt alsmaar groter. Je pakt de grote mand met handschoenen op en strompelt er mee naar het materialenhok. Als de mand weer op z’n plek staat loop je langzaam naar het schoolgebouw. Een zucht verlaat je mond. Daarna een snik en aardig wat tranen maar je drukt ze weg, je drukt mij weg, al de hele tijd.

Je loopt door de grote, houten deuren naar binnen. Dan duw je de klapdeur die je van de gang scheidt open en loop je langs de kluisjes richting de kleedkamer. Ik begin meer en meer aan je te knagen. Ik wring me meer en meer in je gedachten. Je voelt dat je me niet lang meer tegen kunt houden. Er rollen alweer tranen over je verstarde gezicht. Je nagels boren zich in je handpalmen. Weer zucht je, nog even volhouden Femke, je kunt zo weg. Weer veeg je de tranen op je wangen weg. Met moeite kun je een nieuwe stroom tranen tegenhouden, maar je weet dat je dat niet lang meer kan volhouden. Je steekt je rechterhand uit naar de deurknop van de meidenkleedkamer, waar je inmiddels bent aangekomen. Natuurlijk, dicht. Je klopt op de deur maar hij wordt niet opengedaan. Je klopt harder. Niets. Dan sla je zo hard op de deur dat je hand er pijn van doet, maar er wordt niet opengedaan. Egoïstische kwasten, gaat er door je hoofd. Zuchtend laat je je tegen de muur vallen. Door de donkere druppels die je op je grijze shirt ziet merk je dat je alweer huilt. Dit keer laat je het gaan.
“Tring!”¯ het geluid van de bel galmt door de gangen. Je schrikt en veegt snel je tranen, mijn tranen weg.

Hoe lang je precies tegen de muur hebt gezeten weet je niet, misschien waren het maar 3 minuten, misschien wel tien. Het geschreeuw en gestommel in de gangen is oorverdovend geworden. Nog steeds half verdoofd zit je, met natte wagen, naast de deur. Dan gaat hij eindelijk open. Een grote groep meiden verlaat, druk pratend, de smalle, diepe kamer. Voor de deur weer dicht valt, pak je hem snel vast zodat je er in kunt. Er is nog een klein groepje bezig met omkleden. Haastig pak je je kleren en kleed je je om. Erg bewust van je omgeving ben je niet. Ik neem je langzaam mee, zuig je weg uit je lichaam, je zult alleen maar pijn voelen, alleen maar huilen. Als je je spullen in je tas hebt gedaan loop je de kamer uit. Het groepje dat er was toen je binnen kwam is er nog. Nog zwaarder verdooft dan net wring je je een weg door de drukke gangen, naar buiten. Vanaf het schoolplein steek je direct de straat over en loop je via de stoep om de school heen. Uiteindelijk kom je uit bij het Noorderpark. Hoe je er bent gekomen weet je niet precies. Je weet niets meer, voelt niets meer, alleen maar pijn en verdriet. Het grijze gebied waar je je net bevond wordt steeds donkerder. Het is bijna zwart.

De zeurende, kloppende pijn trekt nog steeds door je hoofd. Met je handen tast je, je omgeving af aangezien ik ervoor zorg dat je niets meer ziet. Al snel raken je vingers het harde hout van de zomereik bij de vijver. Je trekt je op aan de laagste tak, en klimt moeiteloos naar een van de takken die zich over het bruingroenige water van de vijver uitstrekt. Zodra je zit verlaat een lange, diepe zucht je mond. Meteen daarna trek ik je in een eindeloos zwart gat. Je vergeet alles om je heen, de krop barst en je begint luid te snikken. Watervallen stromen over je wangen, de stortvloed die zich in je verzameld heeft moet eruit. Je hart blijft bloeden, de dikke, rode vloeistof trekt door je lichaam dat ik steeds verder openrijt. Het enige wat je voelt, zijn pijn en verdriet. Ik neem volledig bezit van je. Je wordt steeds dieper en dieper in het gat getrokken. Donkerrode tranen, tranen die recht uit je hart komen, rollen over je vuurrode wangen en splijten uiteen op de vloer van water onder je. Welkom in mijn wereld, het land van verdriet.


Reacties:

1 2

Melisande
Melisande zei op 28 sep 2009 - 12:48:
OH
MIJN
GOD
Echt prachtig!!


CosmicPurple
CosmicPurple zei op 28 sep 2009 - 8:40:
Prachtig. En dat meen ik.