Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Oude sa's » Bliksem
Oude sa's
Bliksem
Bill’s pov:
Ik zat in mijn kamer achter de computer aan het msnen met Gustav. Het was best wel een regenachtige dag. We hadden een week vrij gekregen van de tour, omdat veel concerten waren afgelast of verschoven. De zon scheen een klein beetje achter de wolken en het regende heel even niet meer. ‘Ik verveel me.’ Typte Gustav en ik zag hem op zijn stoel via de webcam. ‘Ik zie het XD.’
Na een paar minuten msnen begon ik me ook te vervelen en ga ik een paar sites af. Ineens werd het wel erg donker. Ik keek naar buiten en zag donkergrijze wolken. Het begon hard te regenen. Er kwam zelfs onweer. Ik zag dat de flitsen wel erg dichtbij waren. Ik keek weer naar de computer en zei tegen iedereen dat ik even op mijn bed ging liggen. Ik drukte de computer uit en ging in mijn bed liggen. Ik sloot mijn ogen en hoorde het gerommel en de schoten in de lucht. Ik haalde diep in en rustig uit en viel uiteindelijk even in slaap.
De droom die ik had was anders dan normaal. Bliksem was ingeslagen en het huis stond in brand. Het voelde net alsof ik de hitte voelde over mijn hele lichaam. Ik schrok wakker en gilde het uit. De droom was geen nachtmerrie, maar gewoon de waarheid. Het huis was wel ingeslagen door bliksem en het huis stond wel in brand. Snel schoot ik mijn bed uit en liep snel naar het raam. Ik zag dat Tom, mijn ouders en Scotty al buiten stonden. Ik liep richting de deur en opende het. De deur werd vergrendelt door het vuur dus ik kon er niet meer uit. ‘Shit.’ Zei ik boos en sluit de deur. Ik draai me om en ziet dat ik niet uit het raam kan springen, omdat vuur de weg blokkeert. Ik werd bang en zakte inelkaar met mijn ogen dicht. Ik voelde hoe het vuur steeds meer naderde. Ik voelde hoe het vuur mijn huid dodelijk streelde en gilde het uit. Ik zakte meer inelkaar en het werd zwart voor mijn ogen.
Tom’s pov:
Ik was veilig naar buiten gebracht door een meneer. Ik zag Scot en mijn ouders al zitten met een deken over hun heen. ‘Oh Tom.’ Zei mijn moeder en wierp me op haar schoot. Ze knuffelde me haast dood en ik lachte. De regenbui was gestopt en had plaats gemaakt voor de nacht. ‘Is Bill er ook?’ Vroeg ik blij en mijn moeder der gezicht vertrok. Nee dus. Ik zweeg en mijn glimlach veranderde in een sip gezicht. Bill, kom alsjeblieft. De vlammen werden steeds groter. Ineens hoorde ik een gil. ‘Bill!’ Gilde ik zo hard ik kon. Huilend van angst kromp in inelkaar en gilde nog een keer. Ik voelde zijn pijn, verder niets. Ik voelde zelfs nauwelijks mijn moeder der hand die over mijn rug ging. De ambulance en de brandweer kwam. Het blussen begon. Ik voelde nog steeds de pijn van Bill door mijn lichaam razen. Ik zag ineens dat er een meisje naar binnen ging. Ik rende het huis ook in. Ik zal hetzelfde lot als mijn broer ondergaan. Ik sprong over alle vlammen heen en ineens stond mijn broek in de hens. ‘Shit.’ Riep ik en doofde het. Ik keek naar de trap, waar bijna niets meer van over was en zag het meisje bovenaan de trap. ‘Tom, help me!’ Riep ze bang. Ik ken haar, maar weet even niet waarvan. Ik liep de trap op en zag haar zitten. Haar broek stond ook in brand. We probeerde het samen te doven. Het lukte gelukkig en ik hielp haar omhoog. Samen liepen we richting Bill zijn kamer. Ik opende zijn deur en zag hem liggen. ‘Omg, Bill!’ Riep ik zo hard mogelijk. Ik liep naar hem toe en doofde het vuur dat op zijn lichaam brandde. ‘Bill open je ogen. Laat me zien dat het goed met je gaat.’ Zei ik met de tranen die over mijn wangen liepen.
Bill’s pov:
Ik opende moeizaam mijn ogen toen ik de bange stem van Tom hoorde. Ik wou wat zeggen, maar ik kreeg haast niets meer uit mijn mond. Tom tilde me op en ik kreunde van de pijn. ‘Rustig maar Bill, alles komt goed.’ Zei iemand en ik schrok. Ik keek op en keek naar diegene en zag mijn vriendin. ‘Lena.’ Zei ik zachtjes en ze keek me met betraande ogen aan. Ik toverde een kleine glimlach en zij glimlachte ook. Ze tilde me op bij mijn benen en zo liepen we met zijn drieën uit mijn kamer.
Lena’s pov:
Ik liep achteruit met Bill zijn benen vast. De plekken waar mijn broek waren verbrand brandde op mijn lichaam. Daardoor ging het lopen veel moeilijker. Volgens mij had Tom hetzelfde probleem, want hij liep langsaam en keek erg moeilijk. ‘Kom op.’ Hoorde ik hem zachtjes mopperen. Bill werd steeds slapper en zijn hoofd viel omlaag. Tom tilde Bill helemaal op en liet Bill rusten op zijn rug. Ik ging achter Tom staan en we liepen voorzichtig maar zo snel mogelijk van de trap af.
Tom’s pov:
‘Shit, de deur is geforceerd!’ Zei ik en stopte met lopen. Brokken van het plafond vielen naar beneden en veel kwamen op ons terecht. De deur stond nog open en ik zag iedereen buiten. ‘We moeten er doorheen springen.’ Hoorde ik ineens Bill op mijn rug zeggen. ‘Maar dat overleven we niet.’ Zei Lena en legde haar rechterhand op Bill zijn rug. Ze trok haar hand snel naar haarzelf toe toen ze Bill hoorde kreunen. ‘We overleven het hier ook niet.’ Zei ik bang en draaide me naar Lena.
Bill’s pov:
Ik wurmde me van Tom zijn rug af en stond zo recht als ik kon. ‘Ik ga er doorheen springen hoor.’ Zei ik en keek Tom en Lena aan. Lena barste in huilen uit, liep naar me toe, legde haar handen op mijn wangen en kuste me. ‘Ich liebe dich.’ Zei ze zachtjes en sloeg haar armen zachtjes en slapjes om me heen. Meer tranen vielen over mijn wangen en we sloegen samen ook een arm om Tom heen. Lena gaf Tom een kus op zijn wang. We versterkte onze grepen en pakte elkaars handen vast. ‘We gaan samen, tegelijkertijd en blijven bij elkaar, wat er ook gebeurt.’ Zei Lena, die rechts van me stond. Ik keek links van me en zag Tom knikken. We telde van 3 tot 0 en sprongen tegelijkertijd door het vuur. We krompen inelkaar en gingen zo dicht mogelijk bij elkaar liggen. We hielden elkaars handen nog steeds vast. Het vuur brandde op onze lichamen. Ik keek rond me en zag dat er mensen water op ons gooide. Ik voelde niets meer. Ik sloot mijn ogen en het werd zwart voor mijn ogen. We lieten onze laatste adem onze lichaam verlaten.
Ik opende mijn ogen en zag Lena en Tom staan. Ze keken blij en gelukkig samen. ‘Leven we nog?’ Vroeg ik verbaasd en stond op. ‘Alles is beter nu, alles is voorbij.’ Antwoordde Lena en we liepen richting het licht aan het eind van de tunnel.
Alles is inderdaad beter nu.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.