Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Everything will be fine » 18.
Everything will be fine
18.
“Daar laat hij anders niet veel van merken.”¯
Georg lijkt iets te willen zeggen maar bedenkt zich en grijnst even. Wat is dat met iedereen vandaag? Het ligt waarschijnlijk wel weer aan mij.
Met zijn hand voorzichtig op mijn rug neemt hij me terug mee naar de anderen. Tom staat als een klein kind zijn broer te negeren met zijn armen voor zijn lichaam gekruist. Ik leun tegen de omheining en schrik een beetje als Gustav plots naast me komt staan. Hij kijkt strak voor zich uit maar staart me aan via de reflectie in de ramen voor ons. Ik sla mijn ogen neer en staar naar mijn schoenen. Voorzichtig stampt hij me aan met een kleine grijns en trekt me vervolgens wat dichter. Ik snuif zijn geur op en voel hoe hij zacht over mijn rug wrijft. Met mijn hoofd op zijn schouder denk ik even na. Veel tijd daarvoor krijg ik echter niet wanneer ik Bill en Tom hoor ruzie maken. Georg kijkt me even aan. Niemand durft ooit tussen die twee te komen als ze ruzie hebben. Dit keer zou ik het maar moeten oplossen. Al snel ging het niet meer over mij, maar over alles waar Bill zich aan ergerde wanneer zijn broer weer zijn typische zelf was.
“Dit gaat zo fout aflopen.”¯, fluistert Gustav stil.
Wanneer Bill echt kwaad begint te worden stap ik snel op hun af, maar kan niet verhinderen dat hij Tom een harde stamp tegen zijn schouder geeft. Ik wring me tussen hun in waar ik de nodige blauwe plekken aan ga over houden. Tom is het duidelijk beu en probeert tot bij Bill te geraken.
Ik draai me om en hou hem voorzichtig tegen. Hij schrikt duidelijk.
“Tom toe nou,”¯ smeek ik hem snel. Met mijn handen tegen zijn borst probeer ik hem weg te duwen maar hij geeft niet op.
“Godverdomme Bill, ik leef mijn leven zoals ik dat wil! Als jij voor eeuwig het heilige boontje wil uithangen moet je het weten,”¯ ik grijp Tom’s arm en hou hem tegen om een grote fout te begaan. “Ik ben het verdomme beu dat ik nooit iets goed in je ogen kan doen!”¯, hij wijst Bill dreigend aan, “Als je Yaren zo hard wil moet je dat zelf maar regelen!”¯, ik draai me met open mond om en zie net te laat dat Bill naar Tom uithaalt. Met een klap voel ik zijn hand tegen mijn wang aan komen. Geschrokken deins ik achteruit en val tegen Tom aan. Mijn wang gloeit nog na. Die was raak. Ik hoor Gustav vloeken terwijl hij op mij afloopt. Tom grijpt me met zijn handen aan weerskanten van mijn gezicht vast en kijkt me bezorgd aan. Een traan loopt ongewild over mijn wang. Ik trek me los en duw hem zacht weg. Gustav keek me bang aan, hij wist wel aan wat ik nu dacht. Er had me ooit maar één iemand geslagen. Niet dat de andere hiervan wisten natuurlijk.
“Yaren…”¯, ik hoorde zijn stem trillen. Ik kijk recht in Tom’s ogen en stap dan aarzelend naar Gustav. Hij drukt zijn gezicht in mijn haren terwijl hij me stevig vast neemt. Hij fluistert dat dit niet hetzelfde is, maar hij voelt niet wat ik nu voel.
Voor de zoveelste keer gaat de deurbel. Jasmin kijkt me weer twijfelend aan, maar opnieuw schud ik mijn hoofd.
“Ik snap jou niet Yaren.”¯, zegt ze voorzichtig.
Na het voorval had Gustav me naar huis gebracht, naar wat ik had gehoord wist Bill helemaal niet wat hij moest doen. Hij kon niet geloven dat hij mij had geslagen, dat was ook zijn bedoeling niet. Ik had ook thuis niets verteld, zeker niet aan mijn vader, ik kon al raden hoe hij dan zou reageren.
“Dan zijn we met twee…”¯, antwoord ik stil. Ze kijkt even op, maar weet dat ze me niets moet vragen.
“Nou, dan moet het zo maar.”¯, Gustav komt binnen langs de achterdeur. Mijn vader kijkt naar Jasmin en ze weet dat dit een moment is om met hem mee te gaan. Netjes.
“Wat nou?”¯
“Vind je het nu zo raar dat ik me zorgen maak? Wees gerust, ik heb die twee bij Georg gelaten.”¯
“Ik heb hier geen zin in Gustav!”¯
“Denk je dat je hebt te kiezen? Wat wil je nu? Dat ik je hier in je eentje laat zitten?”¯
Ik keek hem hard aan, “Doe niet alsof je alles zoveel beter weet. Je weet er helemaal niets van!”¯
“Godverdomme Yaren.”¯
Hij laat zich tegen de rugleuning van de zetel vallen en zucht diep. Hij kraakt nerveus zijn vingers. Geërgerd slaag ik op zijn arm. Met een triomfantelijke grijns stopt hij snel.
“Lach niet.”¯, zeg ik koppig.
Hij kijkt me weer aan en schud zijn hoofd, “Je zal ook nooit veranderen.”¯
Voorzichtig draait hij mijn gezicht naar zich toe. Hij ontwijkt mijn blik maar wrijft zacht over mijn wang, “Doet het pijn?”¯
Ik schud mijn hoofd en probeer zijn blik te vangen. Net wanneer hij eindelijk opkijkt gaat de deurbel weer. Hij kijkt snel op en wilt zich recht zetten. “Nee!”¯, ik grijp zijn arm. Hij weet maar al te goed dat ik niemand wil zien nu. Hij grijnst.
“Me niet uitdagen Schäfer.”¯, zeg ik scherp. Hij begint te lachen en schiet naar de deur. Ik spring recht in de zetel en gooi mezelf op zijn schouders over de leuning. We vliegen tegen de muur, waarna hij hard tegen de grond zakt. Met een kreun wrijft hij over zijn achterhoofd. Ik lach, “Ja, jij bent natuurlijk wel zacht terecht gekomen.”¯, zegt hij met een pijnlijke stem.
“Maar kindje toch!”¯, ik duw even op de buil die al tevoorschijn komt. Met een stamp maakt hij me duidelijk dat het wel degelijk pijn doet. Alsof hij plots merkt dat ik nog steeds half op zijn schoot zit kijkt hij me vreemd aan. De bel gaat nog eens. Ik wil opkijken maar hij houdt me tegen. Ik frons mijn wenkbrauwen. Net als ik wil vragen wat er scheelt duwt hij me zacht van zich af. Ik sta op en hij komt ook snel overeind. Ik kijk hem nog verward na terwijl hij op de deur afstapt.
Hij staat wat te treuzelen in het deurgat als hij Tom ziet staan maar laat hem toch binnen. Niet veel later heeft hij zijn armen om me heen geslagen en voel ik zijn lippen op mijn voorhoofd.
“Waar is hij?”¯, vraag ik stil.
Hij haalt zijn schouders op, “Maakt niet uit.”¯
“Maakt wel uit. Hij is je broer Tom.”¯, zacht duw ik hem wat van me af. “Ik wil hem zien.”¯
“Vergeet het.”¯
Wat twijfelend kijk ik nog eens in de spiegel. Op een moment als deze heb ik Sofie hard nodig. Jasmin komt zonder kloppen binnen en schrikt. Ze had me vast niet verwacht.
“Oh, het spijt me!”¯, snel wil ze weer naar buiten gaan.
“Jasmin?”¯
“Ja.”¯
“Kun je even… helpen?”¯
Ze lacht zacht en komt terug binnen. Ze bekijkt me helemaal in de spiegel. “Zo, wat is de gelegenheid?”¯
“Geen idee eigenlijk.”¯
“De jongens…?”¯
Ik grijns zachtjes.
“Kom even mee.”¯, ze neemt mijn hand en trekt me mee de kamer uit.
“Hou maar.”¯, ik stap uit de taxi terwijl ik de chauffeur nog bedankjes hoor zeggen. Snel kijk ik even rond. Dit is niet de buurt om je alleen te vertonen. Plots voel ik twee handen over mijn heupen schuiven. Geschrokken draai ik me om. Met grote ogen kijk ik de zijne.
“Godverdomme.”¯, vloek ik stil.
Hij grijnst enkel en grijpt mijn hand. Ik heb het helemaal niet voor dit geheimzinnig gedoe. Ik schud mijn hoofd wanneer hij me een deur binnenduwt. Ik slaak een korte gil wanneer ik mijn evenwicht verlies. Nog net grijpt hij mijn arm en voorkomt dat ik de trap afdonder. Hij zucht opgelucht en stapt verder terwijl hij stevig mijn hand vasthoud. Het wordt een stuk lichter als we uit de trappenhal stappen. Ik heb echt geen idee waar ik eigenlijk ben. Hij kijkt opzij en blijft plots staan.
“Wat?”¯
“Je ziet er prachtig uit.”¯
Ik lach en geef hem een tik tegen zijn neus. Ik wil verdergaan maar hij houdt me tegen.
“Nee, Yaren, ik meen het.”¯, hij kijkt me plots serieus aan. Aarzelend steekt hij zijn hand uit en streelt mijn gezicht, via mijn slaap naar het hoekje van mijn mond. Nog even en zijn vingers raken mijn lippen. Hij komt voorzichtig dichterbij. Zijn vrije hand schuift over mijn heup terwijl ik zacht zijn hals streel. Hij rilt even als ik mijn lippen zacht tegen zijn piercing druk. Hij drukt zijn neus tegen mijn wang en duwt me tegen de kille muur. De koude scheurt door mijn shirt en ik druk me tegen hem aan. Zijn adem schokt even in zijn keel, maar hij kalmeert als mijn lippen zacht de zijne raken. Een warme gloed stroomt doorheen mijn lichaam en ik ben me totaal niet meer bewust van alles om ons heen.
“Tom?”¯
Geschrokken kijk ik opzij en zie daar een meisje staan. Hij laat me snel los en weet niet meteen wat te zeggen. Vragend kijkt ze hem aan. Niet te geloven…
Ik kijk even naar de grond. Als ik opkijk staat ze me aan te staren. Nooit gedacht dat ik me zo zou laten vangen. Opnieuw.
Ik stap hun voorbij en hoor hem nog mijn naam roepen. Tom is en blijft Tom, daar kan zelfs ik niets aan veranderen.
Reacties:
Een pracht van een stukje!
Ga je snel verder bitte?
Ik ben echt zo in love met dit verhaaltje!
xx
Ik weet niet zoveel te zeggen, sorry
Maar het is een mooi stuk
xx
Nee he... Tom weer he *moppert* hij leert het ook nooit he (Oo 3x "he" in één zin)
Yaren is echt zielig. Hoe houd ze het vol, met alles wat er met haar gebeurd?!
Ik ben heel benieuwd naar hoe het verder gaat!
Xx
heeel mooi