Hoofdcategorieën
Home » Overige » Bermuda Triangle » Hoofdstuk 3.2
Bermuda Triangle
Hoofdstuk 3.2
‘Goed, ik zal maar even beginnen bij mezelf. Mijn naam is Marina. Mijn achternaam doet er niet toe. Die is lang geleden verloren gegaan.’ Even zweeg ze terwijl ze nadacht over hoe het verhaal verder zou gaan. ‘Tien jaar geleden voer er een zeilboot door de Bermuda driehoek. Het schip zonk, zoals alle schepen. Ik zat op dat schip. De hele bemanning is verdronken, op mij na. Ik overleefde en ik kwam terecht op dit eiland. Bang en alleen zat ik twee dagen lang op het strand te verkleumen. Ik wist niet wat ik moest doen, en was ervan overtuigd dat ik op dat strand zou sterven. Een eenzame, langzame dood. Maar toen kwamen zij.’
Marina zweeg.
‘Wie zijn zij?’ vroeg Connor daarom.
‘Zij zijn zij. De eigenaren van deze tent. De eigenaren van deze stam. De eigenaren van dit eiland, zou je kunnen zeggen. Zij zijn de Amon Do.’
Ze lieten dit op zich inwerken. De inheemse stam had dus een naam. De Amon Do.
‘Dus we zijn nu in het kamp van de Amon Do?’ vroeg Ben.
Marina knikte. ‘De Amon Do zijn een eeuwenoude stam, ze leven hier al vanaf het begin der tijden. Ik ben sindsdien de enige indringer. Er komen hier niet veel vreemde mensen, omdat schepen de Bermuda Driehoek niet in kunnen. De meesten verdrinken. Anderen verdwalen in de jungle. En weer anderen komen terecht op een ander eiland dan dit. Het verschilt per keer.’
‘Dus het ligt min of meer aan het toeval dat wij hebben weten te ontkomen?’ vroeg Solegna.
‘Niet helemaal. Maar jullie zijn een verhaal apart,’ zei Marina.
‘Vooral Solegna,’ zei Kat.
‘Jullie allemaal,’ verbeterde Marina haar. ‘Jullie zijn zelfs zo bijzonder, dat er voor jullie een feest wordt georganiseerd, vanavond.’
‘Een feest?’ vroeg Ben. ‘Ik ben altijd in voor een feest.’
‘Maar waarom zijn wij dan zo apart?’
Marina glimlachte. ‘Daar kom je nog wel achter. Ik de taak gekregen jullie gerust te stellen. Ik geloof dat dat nu is gebeurd.’
‘Dat is niet waar,’ zei Kat. ‘Ik wil nog weten waarom er zoveel schepen in de Bermuda Driehoek zinken.’
‘Dat weten we niet. Of, we weten wel dat er iets is, maar we weten niet wat. Daar moeten we nog achter zien te komen,’ zei Marina.
‘En onze familie?’ vroeg Connor. ‘Die is dus verdronken.’
‘Ik vrees van wel.’
Connor slikte even. Zijn kleine broertje, zijn vader en zijn moeder. Allemaal waren ze weg. Verdwenen onder het water. Verdronken. Hij kreeg er een brok in zijn keel van.
‘Oke, dit had dus een averechts effect,’ mompelde Marina.
Ineens klonken er vreemde stemmen van achter haar. Kat herkende de klanken. Het waren dezelfde klanken als fluisteringen die ze die nacht had gehoord. De stemmen waren tegen Marina gericht, en Marina riep iets terug, in dezelfde vreemde taal.
‘Tharu en Rhizla vragen of jullie zin hebben om mee te gaan jagen,’ meldde ze. ‘En dan heb ik het over jullie twee.’ Ze wees naar de jongens. ‘Ik weet jullie namen nog niet eens.’
‘Ik ben Benjamin. Zeg maar Ben, dat doet iedereen al. Laten we die traditie maar niet verbreken.’
‘Kat.’
‘Connor.’
‘Solegna.’
Marina knikte kort. ‘Goed,’ zei ze. ‘Ben, Connor, hebben jullie zin om met Rhizla en Tharu te gaan jagen?’
Ben knikte, en Connor mompelde: ‘Mij best.’ Ze kwamen ietwat onzeker over.
Marina glimlachte. ‘Goed. Kom mee dan. Kat, Solegna,, wacht hier even. Dan vraag ik de meisjes wat wij kunnen gaan doen.’
Marina verdween in het felle zonlicht, Connor en Ben volgden haar. Niet veel later kwam Marina terug, met een meisje van de Amon Do. Haar ravenzwarte haar zat in een lange vlecht en haar donkere ogen leken bodemloos, haar huid had de kleur van chocolade. Dit was typisch een meisje van een exotische stam. ‘Dit is Vaya. Ze komt jullie maten opnemen. Ze gaat proberen jullie schone kleren voor vanavond klaar te hebben,’ vertelde Marina.
‘Krijgen we nieuwe kleren? Cool!’ zei Solegna blij.
‘Geweldig! Dan kunnen we oermens gaan spelen,’ zei Kat sarcastisch.
‘Deed je dat dan nog niet?’ gaf Solegna terug.
Marina rolde met haar ogen. ‘Doen jullie altijd zo tegen elkaar?’ vroeg ze.
‘Ja,’ antwoordden Kat en Solegna tegelijk.
Ondertussen nam Vaya alle maten op. Solegna was vol vreugde, Kat was iets minder enthousiast.
‘Het gaat vast heel mooi worden,’ zei Solegna. ‘Dank je wel, Vaya.’
Vaya keek op toen ze haar naam hoorde, maar haar gezicht stond vol onbegrip. Marina zag het en vertaalde het naar de taal van de Amon Do. Vaya begon te lachen en zei iets terug.
‘Ele Solegna, ele Kat,’ zei Marina.
Vaya knikte. ‘Ni, merkada tus, Solegna,’ zei Vaya.
Nu was het Solegna’s beurt om vol onbegrip te kijken.
‘Ze zegt: Nee, jij bedankt, Solegna,’ vertaalde Marina voor haar.
Solegna glimlachte als antwoord.
‘Eles buta sumes,’ zei Vaya tegen Marina.
Marina lachte en knikte. ‘Ze zegt dat jullie mooi zijn.’
Solegna begon te lachen en Kat werd rood.
‘Si fila sumes zawae di uni?’ vroeg Vaya.
‘Uweh,’ antwoordde Marina. Hierna volgde een waterval van woorden die de meisjes niet begrepen. Solegna keek naar Kat met een onbegrijpend gezicht. Kat trok haar schouders op. Toen Vaya klaar was, knikte ze een keer vriendelijk en liep toen weg. Marina keek naar de twee meisjes.
‘Goed. Zo meteen komt Thali. Thali is gespecialiseerd in oliën om je mee te wassen. Daar zal je haar hebben.’ Een meisje met kort zwart haar en een al net zo bruine huid als Vaya kwam binnen lopen.
‘Thali, si sumes Solegna au Kat,’ zei Marina tegen Thali.
‘Ichiwa !’ zei Thali.
‘Ichiwa is het woord voor hallo,’ vertelde Marina.
‘Ichiwa,’ antwoordde Solegna met een glimlach.
‘Ichiwa,’ zei Kat ietwat onzeker.
Weer volgde een waterval van woorden in de taal van de Amon Do. Weer konden Kat en Solegna er niets van verstaan.
‘Kom mee,’ zei Marina toen. ‘Dan brengen we jullie naar de waterval.’
I like it^^ (Wist je dat ik ooit iemand bij the Quest had die Tharu heette? xP)